ColumnErik Jan Harmens
Dit is het verschil tussen mensen die vooruit en achteruit inparkeren
Je hebt mensen die vooruit inparkeren in een parkeervak en je hebt mensen die achteruit inparkeren in een parkeervak. Mensen uit de eerste categorie leven in het nu, denken niet na over later, zijnde het moment dat ze weer uit moeten parkeren. Ze sturen de auto met de neus naar voren in, stappen uit en doen hun ding. Op het moment van vertrek gaan ze enorm zuchten en steunen, want wie achteruit een parkeervak verlaat, heeft slecht zicht op achterlangs passerende auto’s, vrachtwagens, stadsbussen, fietsers, voetgangers, rolstoelgebruikers, katten en wie of wat dan maar achterlangs passeert. Die zie je pas op het laatst en dan moet je terug naar voren om ruimte te geven en kun je opnieuw beginnen.
Je zou denken dat wie een keer vooruit heeft ingeparkeerd zijn lesje heeft geleerd, maar wat leert de praktijk: de volgende keer parkeren ze gewoon wéér met de neus naar voren in.
Mensen uit de tweede categorie, die niet vooruit inparkeren, maar achteruit (zoals ik), kennen die problemen niet. Ze rijden de auto iets voorbij het beoogde parkeervak, zetten de versnelling in z’n achteruit en kijken afwisselend in beide spiegels en over de schouder terwijl ze de auto met een bochtje op z’n plek zetten. Soms moeten ze een keer extra steken, het is even gedoe, maar achteraf is er de beloning, want dan heeft de bestuurder perfect zicht op al die auto’s, vrachtwagens, stadsbussen, fietsers, voetgangers, rolstoelgebruikers, katten en wie of wat dan maar vóórlangs passeert. Zodra het kan, rijdt hij fluitend weg.
Eerst het slechte nieuws
Als ik vroeger twee boterhammen mocht, één zoet en één hartig, nam ik altijd eerst hartig. Ik zorgde ervoor dat het zoet op het laatst kwam, net als nu bij het inparkeren. Als ik een strandwandeling ga maken, loop ik heen tegen de wind in, terug met de wind in mijn rug. In plaats van eerst carnaval en daarna de vastenperiode, zou ik liever eerst veertig dagen afzien en dan drie dagen hossen. Als iemand zegt: ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws, dan wil ik eerst het slechte nieuws horen. Niet fijn, maar het leed wordt verzacht door de wetenschap dat er nog iets prettigs in het verschiet ligt.
Het omgekeerde, eerst het goede nieuws, is voor mij alsof iemand zijn armen om me heen slaat terwijl ik weet dat ik kort daarna zal worden afgeranseld. Ik zou niet van de omhelzing kunnen genieten.
Schrijver en dichter Erik Jan Harmens over de prikkels die het druk maken in zijn hoofd. Lees zijn columns hier terug.