FotoreportageIngevlogen
De lockdown in beeld: Deze fotografe ging weer bij haar vader en moeder wonen
Door de lockdowns missen veel mensen al vanaf maart de nabijheid van hun ouders. Fotograaf Desiree van den Bogaard trok juist bij ze in en legde deze bijzondere periode vast onder de titel ‘Ingevlogen’.
Soms begint Nelly van den Bogaard zachtjes te huilen. Ze is nog steeds een sterke vrouw, alleen valt het zwaar dat zij en haar Frits zo afhankelijk zijn geworden.
94 en 93 zijn ze nu, een leven lang samen. Fit van geest, fysiek wat minder. “Sinds hij is gevallen, hebben we elke keer wat”, zegt Nelly aan de salontafel in keurig Brabants. Frits kan niet zo goed volgen wat ze zegt. Zijn oren willen niet meer.
Twee maanden lang leven ze gedrieën in deze hoekwoning aan de noordkant van Eindhoven: Nelly, Frits en dochter Desiree (54), de jongste van vijf kinderen. Aanvankelijk omdat de ouders tijdelijk hulp nodig hebben vanwege vaders operatie en het gebrek aan thuiszorg. Als premier Mark Rutte in maart op televisie de lockdown aankondigt, besluit Desiree te blijven. In hetzelfde huis waar ze een halve eeuw geleden opgroeide. Alleen nu met omgekeerde rollen.
Het wordt een fijne tijd. Een enkele keer trekken ze eropuit. Samen naar de wasstraat voor de auto of naar de oude moestuin van vader. Bij thuiskomst raakt Desiree ontroerd als vader het gevoel heeft dat hij van vakantie terugkeert. Zo klein is de wereld dus wanneer je de negentig bent gepasseerd. Moeder vertelt verhalen over vroeger, ze nemen de tijd voor elkaar. Bewuster dan ooit ziet Desiree hoe het lenteseizoen de pruimenboom in bloei zet. En hoe een merelpaar zich nestelt in de winterjasmijn. Ze trekt een parallel met zichzelf.
Vader is de optimistische in huis
De tijd verglijdt. Het is een leven in slowmotion. ’s Ochtends aan tafel de krant lezen, het is een vast ritueel. De grap van vader als hij bij de overlijdensadvertenties kijkt of ze al dood zijn ook. Hij, die in zijn leven twee keer naar Santiago de Compostela fietste, is de optimistische in huis. Moeder en dochter leren elkaar nieuwe eetgewoonten aan. Desiree weet nu hoe ze zelf jus kan maken, Nelly proeft voor het eerst curry. Ze vindt het lekker.
Het bijzondere van het samenzijn zit ’m in het alledaagse. Desiree leeft het leven van haar ouders, hoewel ze ook thuiswerkt. Het voelt vanaf de eerste dag vertrouwd. De kwetsbaarheid van vader en moeder vertedert. Op hun beurt geven zij zich over aan de zorg van hun dochter. De uitvaart van een zus, die aan corona overlijdt, volgen ze samen via een videoverbinding. Gek, maar het is wat het is.
Half mei komt er een einde aan het samenwonen. Kort na elkaar vallen vader en moeder, ze belanden op een revalidatieafdeling. Bezoek is niet welkom, maar gelukkig mogen ze bij elkaar. Na de revalidatie krijgen Nelly en Frits een rondleiding in een verzorgingshuis. Ze vinden het verschrikkelijk, waarop de kinderen ervoor kiezen de ouderlijke woning aan te passen. Het leven speelt zich sindsdien op de benedenverdieping af, maar het is tenminste wel hun vertrouwde plek. Frits verwoordt het zo: “Hier leven we, hier kunnen we naar buiten. En hier hopen we allebei te sterven. Op den duur dan.” Hij steekt twee duimen op. Twee dikke duimen, want in zijn eigen stoel is Frits gelukkig.
Lees ook:
Als ouders extra hulp nodig hebben, springen de kinderen bij. Logisch, of toch niet?
De zorg stelt lastige morele dilemma’s. Moet ik voor vader zorgen? Wie krijgt die dure medicijnen? Houdt de roker recht op zorg?