Tien GebodenCharly Lownoise
Charly Lownoise: Als dj ben ik geen afgod, maar een sjamaan
Ramon Roelofs (Den Haag, 1968), beter bekend als Charly Lownoise, is deejay en happy hardcore-producent. Hij brak, samen met Theo Nabuurs - Mental Theo - door met het nummer ‘Wonderful Days’. Hij is sinds enkele jaren ook actief als zen-leraar. Onlangs verscheen bij Kosmos zijn boek ‘Zenles in een wereld vol lawaai’.
I Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben
“Er is maar één God en die zit in mij, in jou, in iedereen en in alles om ons heen.”
II Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is
“Het publiek ziet de dj misschien als een soort afgod – God is a deejay – maar ik zou mezelf toch eerder een sjamaan willen noemen, iemand die de muzikale energie in een ruimte bespeelt en trillingen veroorzaakt waar hij mensen mee naar een hoger level – en weer naar beneden – kan laten komen. Ik breng positiviteit en krijg daar positiviteit voor terug. Input is output. Natuurlijk kan ik kicken op de aandacht die ik als Charly Lownoise krijg, maar het is een rol en daar ben ik me altijd van bewust geweest. Ik zit hier nu niet als Charly. In dit gesprek ben ik Ramon.”
III Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken
“Wie wil nou het goddelijke in zichzelf verdoemen? Waarom zou je geen affirmatie gebruiken en zeggen: ik omarm al het goddelijke in mezelf, alle liefde die me in staat stelt om datgene te doen waarvoor ik hier op aarde ben gekomen?”
IV Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt, zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de Here uw God, dan zult gij geen werk doen
“Het was kantje boord. Toen ik in 2004 voor een tweede keer tegen de vlakte was gegaan, zei mijn coach: ‘Ramon, wat zou je ervan denken om een sabbatical te nemen?’ Hij heeft me echt wakker geschud. Ik besloot de optredens voor 2005 af te zeggen, vond een huis op Ibiza, genoot enorm van de laidback sfeer, las boeken, deed cursussen en bezocht retraites. De deejay werd op een zijspoor gezet; ik heb in de drie jaar die volgden mezelf opnieuw uitgevonden. Een bevrijding, echt waar. Het was alsof ik al die gemiste rustdagen in één keer had opgenomen. Ik werd zenleraar maar na een tijdje merkte ik dat ik me met eenzelfde soort passie in mijn nieuwe rol had gestort en zag in de verte de man met de hamer alweer aan komen lopen. Dit keer was ik op tijd. Rustig aan, afstand nemen. Hou in de smiezen waar je energie van krijgt en waar je helemaal op leegloopt... Meditatie helpt daar uitstekend bij. Ik probeer het nu elke dag een beetje zondag te laten zijn.”
V Eer uw vader en uw moeder
“Ik ben mijn moeder erg dankbaar. Ze heeft na de echtscheiding haar verantwoordelijkheid genomen en dag en nacht voor mijn broertje en mij gezorgd... Ik merk dat ik twijfel hoeveel ik je hier over wil vertellen – juist omdat ze het er zo moeilijk mee heeft gehad – maar dit gaat natuurlijk net zo goed over mij, over het vierjarige jongetje dat in bed lag te huilen omdat zijn ouders wéér ruzie hadden. Ik weet nog goed hoe bang ik was... Ik weet niet of ze dat wel in de gaten hadden, maar ik zag alles; ook het blauwe oog van mijn moeder, zogenaamd omdat ze zich had gestoten. Nadat mijn vader was vertrokken, hebben we – mijn moeder, mijn half jaar oude broertje en ik – een tijdje bij mijn oma gewoond. Dat was een mooie periode. Mijn vader was weg, maar de ruzie, de dreiging ook.
“Toen mijn vader vier jaar later terugkwam, was ik blij. Ik had hem gemist. Rond mijn elfde ging het voor de tweede keer fout. Mijn vader ging vreemd, was weer agressief en op een dag belde mijn moeder de politie om hem het huis uit te laten zetten. Ik herinner me dat ik vanaf dat moment háár verhaal leefde; mijn vader was de boeman, een teringlijer. Natuurlijk koos ik haar kant. Zij bedonderde niemand, zij hield haar handen thuis, zij zorgde ervoor dat we niets tekortkwamen. En daarna deed ze nog iets waarvoor ik haar altijd dankbaar zal blijven: ze kwam met Koos op de proppen. Mijn stiefvader, de man die me heeft geleerd wat politiek was, waar partijen voor stonden, hoe je op je eigen benen kon staan; hij was de mannelijke energie die ik op dat moment in mijn leven nodig had. Iedereen kan een keer wippen en een kind op de wereld zetten, maar vader zijn, dat is toch heel iets anders.
“Rond mijn negentiende heb ik mijn biologische vader weer gezien. Hij was toen net veertig jaar oud. Mijn oma en mijn tante hadden een brief geschreven: als je je vader nog wil zien, moet je snel zijn want hij heeft kanker en heeft niet lang meer te leven. Ik heb geen moment getwijfeld, ben meteen naar hem toegegaan. Het was gek, ik zat nog zó in dat andere verhaal. Ik was boos op hem, maar ik denk niet dat hij dat heeft gemerkt. Mijn vader was vooral blij dat ik was gekomen. Ik hoorde hem algemeen beschaafd Nederlands praten, hij las boeken, was heel creatief; het klopte helemaal niet bij het beeld dat ik van hem had. Niet lang na mijn bezoek is hij gestorven. Er was veel verdriet tijdens de begrafenis, maar ik heb niet gehuild. Ik kón het gewoon niet. Ik zat vast.
“Ik had me, vanaf mijn dertiende, helemaal op de muziek gestort. Ik heb mijn vaders genen; overdag werkte hij in de confectie, ’s avonds was hij drummer in een rockband. Ik kreeg succes, leefde het leven van mijn vader. Dat wil zeggen het leven dat hij hád kunnen leven als hij de ballen had gehad om zijn creativiteit in iets positiefs om te zetten. Helaas moest ik ook dealen met die andere kant van hem, de mateloosheid, waardoor ik uiteindelijk roofbouw op mijn lichaam heb gepleegd en – zoals ik je eerder vertelde – twee keer onderuitging en op de bodem belandde. Kort nadat ik had besloten om het kalmer aan te gaan doen en aan zenmeditatie was begonnen, kwam ook Koos te overlijden. Die keer heb ik wel gehuild, echt vreselijk gehuild. Alweer een dode vader – hoe moest ik daar mee omgaan?
“In die tijd ben ik familieopstellingen gaan doen. Ik zal het moment waarop ik mezelf tegen de borst van een wildvreemde vent – die in de opstelling mijn vader voorstelde – aan drukte, nooit vergeten. Ik heb de ogen uit mijn kop heb gejankt. Ik begreep er niets van. Ik kon niet meer stoppen. Alle spanningen kwamen er uit. En er gebeurde nog iets: ik begreep dat ik, om voluit te kunnen leven, ook de vader in mezelf moest omarmen. Ik heb hordes genomen, ben door muren heen gebroken, heb ingezien dat ik in mijn omgang met vrouwen – de ontrouw – gewoon mijn vader had gekopieerd. En ja, toen drong ook tot me door dat ik nooit aan kinderen wilde beginnen omdat ik er, onbewust, vanuit was gegaan dat ik hen als vader misschien wel in de steek zou laten.
“Als je dit zo hoort, denk je misschien dat ik een nare jeugd heb gehad, maar dat heb ik toch niet zo ervaren. Ik zal je een verhaaltje vertellen over een prins die later de Boeddha werd. Hij werd geboren in een paleis, had alles was zijn hartje begeerde. Op zijn negentiende dacht hij: maar wat is er nog méér, achter deze muren? Hij besloot om, samen met één van zijn helpers, buiten de poorten te gaan kijken. Ze zagen een man op straat liggen en Boeddha vroeg: ‘Wat is er met hem aan de hand?’ ‘Die man is ziek,’ zei zijn helper. ‘We worden nu eenmaal ziek in dit leven.’ ‘Ziek? Hoe kan dat nou? Ik heb het altijd zo goed gehad...’ Even later zagen ze een lijk. ‘Wat is dat?’ ‘Een dode man. We gaan nu eenmaal allemaal een keertje dood.’ ‘Dood?’ zei Boeddha. ‘Ik dacht dat ik het eeuwige leven had.’
“Wat ik hiermee wil zeggen is dit: de shit die je op jonge leeftijd over je heen krijgt, vormt de compost, de voedingsbodem voor de prachtige bloem die je later kunt worden. Of ik dat al ben? Zeker! Ik kan nog verder groeien, maar ik ben al een heel eind. Zie je dat niet dan?”
VI Gij zult niet doodslaan
“Natuurlijk heb ik willen ontdekken of ik ook mijn vaders agressieve kanten in mij had. Dat is niet zo, althans, ik geloof dat alles energie is. Energie is niet positief of negatief. Het gaat erom hoe je energie gebruikt, hoe je voor ontlading zorgt. Ik ga iedere week, zomer en winter, zwemmen in de zee. Omdat ik wil voelen dat ik leef. Koud! Woeaahh! Heerlijk, ja man! Dan zie ik mezelf – dat kleine poppetje in die grote, grote zee – en weet ik weer hoe betrekkelijk alles is. In het water verdwijnen alle muizenissen en voel ik me volledige bevrijd.”
VII Gij zult niet echtbreken
“Tot mijn 36ste had ik een schatje in ieder stadje. Ik ben niet een van de knapsten – toen ook al niet – maar ik voelde me heel sexy omdat ik iets goed kon. Als ik ergens ging draaien, keek ik eerst om me heen om te zien of er een vrouw tussen stond die er ook wel zin in had. Ik kreeg regelmatig briefjes van meisjes die allerlei aanbiedingen deden. Ik ging op veel dingen in. Niks mis mee, maar ik ging er ook mee door als ik een relatie met iemand had en heb op die manier anderen veel pijn gedaan. Er is nu maar één vrouw in mijn leven en dat is Marilyn. Met haar deel ik het bed. Ik speel een bonusvaderrol voor haar twee jongste kinderen. De behoefte om achter andere vrouwen aan te gaan is weg. Toen ik jaren geleden op de bodem terechtkwam, heb ik namelijk ingezien hoeveel leed ik anderen daarmee berokkende.
“Je weet toch dat Jezus op een gegeven moment veertig dagen de woestijn in trok? Dat deed-ie niet om lekker bruin te bakken in de zon, hoor. Geen vreten, geen drinken, God was nergens te zien, maar de duivel was overal. Die duivel, die schaduwkant, zit in ieder mens. Ik heb de duivel ook gezien, ik weet hoe hij eruitziet. Als-tie nog eens tevoorschijn komt, weet ik meteen wat me te doen staat. Ik ga niet mee in zijn voorstellen, maar kijk ’m recht in de ogen en verroer mezelf niet.”
VIII Gij zult niet stelen
“Voor ‘Wonderful Days’ (hitsingle van Happy Hardcore-duo Charly Lownoise en Mental Theo uit 1995) hebben we, zonder het te melden, een sample van ‘Help (Get Me Some Help)’ van Tony Ronald gebruikt. Daar heb ik flink voor moeten boeten. Sowieso gingen alle Buma/Stemra-royalties alsnog naar de rechthebbenden, maar we moesten ook snel een nieuwe coverversie maken – ingezongen door Albert West en een of ander koor – die lang niet zo mooi was als de eerste uitvoering van het nummer. Het gekke is: we hadden al eens eerder samples gebruikt, van James Brown en Lyn Collins, maar daar hebben we nooit iemand over gehoord. En nu, met deze onwijs grote hit, stond er, hop, meteen een advocaat op de stoep. We hebben heel wat geld moeten afstaan, maar ‘Wonderful Days’ heeft ons tegelijkertijd een doorbraak in de muziekwereld opgeleverd.”
IX Gij zult geen valse getuigenissen spreken tegen uw naaste
“Toen ik me voorbereidde op ons gesprek, kwam deze gedachte als eerste in me op: zal ik de waarheid gaan spreken over een situatie waar ik nu in zit? Ik zal het doen, vooral omdat het over pure laster gaat. Er is iemand die mijn moeder het leven zuur maakt. Hij gaat ’s avonds laat vlak bij haar slaapkamerraam zitten roken, zingen of gillen als een mongool en hij stuurt brieven rond waarin hij ons, mijn moeder, mijn broer en mij, zwartmaakt.
“Laatst had ik een verhaal op LinkedIn gepost en daar reageerde hij op met dit bericht: ‘Wat een mooie woorden Ramon. Waarom maak ik dan in de praktijk mee dat je helemaal niet zo aardig bent als je je voordoet, integendeel, je sloopt auto’s, scooters, breekt in in huizen, achtervolgt kinderen en hitst de buurt op.’ En dat gaat zo nog een tijdje door. Totaal gestoord. Hij mag blij zijn dat ik een vredelievend persoon ben en niet, als een echte Hagenees, op ’m af stap en zeg: gozer, ik ga jou es effe slopen! Dat hij over me liegt raakt me niet zo, maar ik heb er wel moeite mee dat ik er niks tegen kan beginnen. Natuurlijk: de man is in de war, dat zie ik wel, maar ik ben er ook van overtuigd dat hier iets aan gedaan moet worden.
“De buurman komt uit het noorden, ik denk dat hij in z’n diepste wezen een natuurmens is en ik zou willen dat hij zijn energie dáár in kwijt zou kunnen. Hem uitnodigen om een keer mee te gaan naar het strand? Ja zeg, dat is een eigenlijk wel een heel goed idee! Ga ik proberen. Binnenkort bel ik bij hem aan: ‘Trek je zwembroek aan. We gaan de zee in’.”
X Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is
“Mijn boek, ‘Zenles’, is een ratjetoe van alles wat ik heb tot nu toe in mijn leven heb geleerd. Ik zie mezelf als een doorgeefluik. Niet meer en niet minder. Ik heb als deejay vol bewondering naar het werk van mijn voorgangers - mensen zoals Ben Liebrand, Peter Slaghuis en Lex van Coeverden - geluisterd en ben op een goede manier jaloers geweest; ik raakte niet gefrustreerd maar juist geïnspireerd. Leeftijd speelt ook een rol, zeker. Ik zie steeds beter wat meer of minder belangrijk is. Neem dit huis. Hartstikke mooi, maar... luister maar eens goed. Ssttt. Hoor je het? Het is de wind die door de bomen van het bos aan de overkant ruist. Dat geluid is onbetaalbaar. Meen ik serieus. Onbetaalbaar.”
Arjan Visser interviewt iedere twee weken iemand aan de hand van de Tien Geboden.