null Beeld

ColumnMerijn de Boer

Als Hollander te midden van een groep Fransen zitten, dat blijft oncomfortabel

Merijn de Boer

Gisteravond bevond ik mij weer eens in een gezelschap Fransen die weigerden Engels te spreken. We zaten met z’n achten in een huiskamer, dronken witte wijn, lepelden tomatensoep naar binnen en de Fransen voerden in een extreem hoog tempo vurige discussies over enigszins onbenullige zaken als het aanbod in de lokale sportwinkel en de vraag waar je het beste vis kon kopen. Ik keek maar een beetje naar de ingelijste foto’s aan de muur.

Op een was een verroest tankschip te zien, midden op zee. Op de ander een verlichte zolderkamer in de medina van Tunis.

We wisselden twee zinnen

Na ongeveer een halfuur vroeg de gastheer hoe mijn Frans eigenlijk was. Mijn vrouw was er met verve in geslaagd om deel te nemen aan de discussies. Maar ik bekende: “Niet al te best.”

We wisselden twee zinnen in het Engels en daarna ging het weer over op Frans.

Ik moest denken aan goede vrienden van ons, die naar een klein dorp in de Franse Jura zijn verhuisd. Hun leven voelt als een aflevering van Ik vertrek. Op een dag gingen ze op bezoek bij hun Franse buren. Af en toe pijnigden ze hun hersens af naar een Frans woord. Stamelend, op zoek naar de juiste formulering, sleepten ze zich door de conversatie heen. De buren keken onze vrienden afwachtend aan als ze zo hakkelden.

Doodmoe waren ze na dit burenbezoekje. (Iets wat ik maar al te goed herken, want na een uurtje Fransles voel ik me ook altijd alsof ik een dag in de tuin heb gewerkt.)

De volgende dag liepen ze door de straat en hoorden hun buurvrouw in vloeiend Engels, zelfs met een geaffecteerd Brits accent, een conversatie voeren aan de telefoon.

Een oncomfortabele situatie

Terwijl ik gisteravond te midden van al dat gebabbel naar die foto’s zat te kijken, moest ik denken aan Annemarie Jorritsma’s verzuchting toen ze minister was: ‘Frankrijk is een leuk land, maar het is jammer dat er Fransen wonen.’ Ik kon me er wel in vinden, ineens. Ook al ben ik juist een francofiel. Ik houd van Franse literatuur, ik luister graag naar Franse muziek en ik vind Fransen over het algemeen erg te pruimen. Maar als Hollander te midden van een groep Fransen zitten, dat blijft een oncomfortabele situatie zolang je de taal niet vloeiend beheerst.

Bij dat gesprek over die sportwinkel merkte ik op – in het Engels – dat er zulke aardige mensen werkten.

“Oh, do you think so?” vroeg de vrouw tegenover me.

“Yes.”

Daarna ging het weer verder in het Frans.

De man rechts van me schonk me witte wijn bij. Hem kon ik het niet kwalijk nemen dat hij Frans sprak, want zijn Engels was net zo beroerd als mijn Frans. Ongeveer een kwartier voerden we stamelend een gesprek over het Franse voetbal. Toen was de koek wel op. En toen waren we ook allebei moe. Hij schonk me nog eens bij.

Merijn de Boer is schrijver, huisman en expat. Zijn vrouw is diplomaat. Zijn roman De Saamhorigheidsgroep won de BNG Bank ­Literatuurprijs 2020 en De Inktaap 2022. Meer van zijn columns leest u hier.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden