null Beeld

ColumnBert Keizer

Verhuld verleden in Constantinopel

Bert Keizer

In de vijfde eeuw werd er onder keizer Theodosius II een muur rond Constantinopel gebouwd. Men zegt wel dat die er duizend jaar lang voor zorgde dat de Griekse erfenis veilig voor ons bewaard bleef. Beetje overdreven denk ik, want de Grieken bereikten ons toch ook via de Arabieren die Spanje veroverden? Overdreven of niet, er is veel in het huidige Istanbul dat deze fantasie een beetje schraagt.

We waren er een paar dagen en ook hier bleek Ilja Leonard Pfeijffer gelijk te hebben over het verwoestende massatoerisme. Toch kwamen we al na een half uur wachten de Ayasofya binnen. Van buiten is er niet veel aan, maar binnen is het nog altijd een ongelooflijke ruimte. Het is nu een moskee en helaas ligt er een groen tapijt en hangen er de voor een moskee kenmerkende lage kroonluchters. Van de akoestiek die vroeger de galm van vele voorbije eeuwen in zich leek te bergen, is niets meer over. De gezichten in de mozaïeken zijn bedekt met witte sluiers en de galerij waar je de mozaïeken kon bewonderen is voor publiek gesloten. Van wie is dit gebouw eigenlijk? Van de wereld, zegt een van mijn reisgenoten. Van de plaatselijke machthebbers zegt de actualiteit.

In het archeologisch museum is de zogenaamde Alexandersarcofaag onaangetast aanwezig. Alexander met de kop van een leeuw half over zijn hoofd geplaatst galoppeert even driest als elegant op de arme Perzen af. De sarcofaag stamt uit 320 voor Christus. Dit was nooit de rustplaats voor zijn resten. Hij stierf in 323 voor Christus in Babylon. Het verhaal gaat dat hij in de nacht voor zijn dood ongezien zijn tent uit glipte om zich te verdrinken in een rivier, zodat zijn mannen zouden denken dat hij door de goden in hun midden was opgenomen. Maar bij de rivier stond Apollo, die hem zwijgend terugwees naar zijn tent. Hij zou sterven als alle mensen.

Afwachten of de sultan ooit zin in je kreeg

In het Topkapipaleis stuitten we op een van de akeligste baantjes die ik me kan voorstellen: lid zijn van de harem. Je werd als meisje weggehaald uit je dorp en als gevangene in de harem geplaatst. Daar was het afwachten of de sultan ooit zin in je kreeg. ‘Nee, het was allemaal veel subtieler jongen.’ Zal best, maar je was gedoemd tot een slavenbestaan. Misschien nog net iets frustrerender was het werk van de zwarte eunuchen die uit Afrika werden ‘geïmporteerd’, onmachtig gemaakt en als zodanig beschouwd als betrouwbare harembewakers. Men heeft zelfs de moeite genomen om zo’n zwarte eunuch als pop neer te zetten. Vinden wij ongepast, nu wij onszelf zo ijverig kastijden over het slavernijverleden. Men is daar in Turkije nog niet aan begonnen.

De sultans verzamelden ook relikwieën. We zagen de sandalen en voetafdrukken van de profeet en haren uit zijn baard. Tot mijn aangename verrassing was er ook een staf van Mozes uit 1300 voor Christus. Ik had daar het idiote gevoel bij dat die ook een beetje van ons is. Hoewel dat denk ik nergens op slaat. Het was niet zozeer een staf, eigenlijk meer een stok waarmee hij water uit de rots deed vloeien en de Rode Zee uiteen deed wijken. Achter mijn rug hoorde ik een Amerikaan zeggen: ‘I’ll tell you one thing, no way did Mozes split the Red Sea with a little twig like that.’ Voor Amerikanen moet iets vooral groot zijn om iets bijzonders te kunnen doen.

Qua interieur een van de mooiste kerken die ik ken

Bij het Topkapipaleis staat de Irenekerk. Uit de 6de eeuw. Deze is nooit als moskee gebruikt. Wel als opslagplaats voor van alles. Toen ik er in 1978 voor het eerst naar binnen stapte fladderde er een duif rond. Ja, de Heilige Geest, wie anders? Het is qua interieur een van de mooiste kerken die ik ken. Helaas hingen er wegens restauratie grove juten gordijnen, zodat je het gewelf niet goed kon zien. En er vlogen veel meer duiven rond. Beetje een rommeltje eigenlijk.

In het gras voor de kerk liggen een paar vergeten antieke zuilen. Wij zouden ze onmiddellijk naar een museum slepen. Ik weet eigenlijk niet goed hoe een hedendaagse bewoner van deze stad naar zo’n klassieke zuil kijkt. Ze liggen er al een heel tijdje. Zo te zien denkt men: ze liggen daar best.

Bert Keizer is filosoof en arts bij het Expertisecentrum Euthanasie. Voor Trouw schrijft hij wekelijks een column over zorg, filosofie, en de raakvlakken daartussen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden