ReportageSierra Leone
Seksueel geweld in Sierra Leone: de oorlog zit nog in de hoofden van de mannen
Deze maand twintig jaar werd in Sierra Leone de vrede getekend. Maar de oorlog ging verder in de hoofden van de mannen en er is nog altijd veel geweld tegen vrouwen. Activisten strijden voor mentaliteitsverandering.
Een maand en zeventien dagen werd Alicia Kamara vastgehouden in een kamp van het Revolutionary United Front (RUF). Dat weet ze nog precies, want ze telde iedere dag die ze er door moest brengen. Kamara was indertijd rond de dertig en moeder van vier kinderen. “Er was een grote ruimte waar ik met andere vrouwen naakt zat opgesloten”, herinnert ze zich. “De rebellen misbruikten ons hoe het hen uitkwam. Ik werd iedere dag meerdere keren verkracht. Door meerdere mannen.”
Extreme terreurdaden tegen de burgerbevolking
De rebellen van het RUF, aangevoerd door Foday Sankoh, zijn de aanstichters van de burgeroorlog die Sierra Leone van 1991 tot 2002 in de greep hield. Het doel van de strijd, die vanuit buurland Liberia gesteund werd door opstandelingenleider Charles Taylor, was de omverwerping van de zittende regering in Freetown. In hun streven naar macht gingen de rebellen zich te buiten aan extreme terreurdaden tegen de burgerbevolking. Seksueel geweld was daar - naast het amputeren van ledematen van volwassenen en kinderen - een structureel en strategisch onderdeel van.
Vrouwen en meisjes werden op grote schaal gekidnapt en misbruikt tijdens aanvallen op dorpen of gevangen genomen tijdens plundertochten door de bush, zoals Alicia Kamara (niet haar echte naam) overkwam. Meervoudige verkrachtingen, penetratie met stokken of steekwapens, seksuele slavernij en gedwongen ‘huwelijken’ met RUF-strijders maakten deel uit van de dagelijkse gang van zaken. Volgens een schatting in een onderzoeksrapport van Physicians for Human Rights (PHR) dat kort na het tekenen van de vrede verscheen, zijn 215.000 tot 257.000 vrouwen en meisjes het doelwit geweest van seksueel oorlogsgeweld.
Evenwicht in samenleving is ondermijnd
In januari 2002 kon na een moeizaam proces van demobilisatie officieel een punt achter de burgeroorlog worden gezet, maar seksueel geweld tegen vrouwen is nog altijd epidemisch in Sierra Leone. Als stelselmatige verkrachting bedoeld is om het evenwicht in een samenleving te ondermijnen, dan heeft het RUF de oorlog op dit punt gewonnen.
“De culturele waarden die vrouwen bescherming bieden, zijn door de burgeroorlog kapot gemaakt”, zegt Manaff Kemokai. Als directeur van Defence for Children in Sierra Leone doet hij veel op het gebied van girl power en het bestrijden van seksueel geweld is wat hem betreft een hoofdpunt van aandacht. “Voor de oorlog liet iemand het wel uit zijn hoofd om aan een meisje te zitten”, aldus Kemokai. “Dat zou ongeluk over de gemeenschap brengen, want maagdelijkheid had een bijzondere betekenis. Net als het huwelijk. Die traditionele opvattingen hebben ook nadelen, maar het probleem is dat de oorlog ze op een brute manier doorbroken heeft. Door met een geweer te zwaaien, kon je ineens met iedere vrouw naar bed.”
Giftig klimaat
Tel daarbij op dat mannen in Sierra Leone van oudsher de dienst uitmaken en dat vrouwvijandige porno door de opkomst van internet ook de nodige invloed heeft gekregen, en er ontstaat een behoorlijk giftig klimaat met betrekking tot vrouwen en seksualiteit. Dat gif spuit een keer in de zoveel tijd met volle kracht naar buiten.
Nadat een vijfjarig meisje in 2018 vanaf haar middel verlamd raakte ten gevolge van een anale verkrachting door een oom, stak er in het hele land een storm van verontwaardiging op die niet zonder gevolgen bleef. In februari 2019 riep president Julius Maada Bio de noodtoestand uit met betrekking tot seksueel geweld. De maximale gevangenisstraf voor verkrachting van een minderjarige werd per direct verhoogd van vijftien jaar naar levenslang. Een paar maanden daarvoor had first lady Fatima Maada Bio haar publiekscampagne Hands Off Our Girls al gelanceerd, bedoeld om voor eens en voor altijd duidelijk te maken dat iedere vorm van geweld tegen meisjes ontoelaatbaar is.
Drie jaar later staan de Hands Off-billboards te verbleken langs de kant van de weg en is de populariteit van het presidentiële paar tanende. Fatima Maada Bio zou overheidsgelden naar haar campagne hebben gesluisd om die vervolgens aan te wenden voor doeleinden die weinig tot niets te maken hebben met de strijd tegen seksueel misbruik. De Presidentiële Taskforce Seksueel Geweld, door Julius Maada Bio opgericht ten tijde van de noodtoestand, is na een voortvarende start volledig ingezakt. Volgens Manaff Kemokai, zelf lid, is de taskforce al in geen maanden bij elkaar geweest.
Kleerhanger met luierbroekje
De initiatieven van de overheid mogen dan stilvallen, in de samenleving neemt het bewustzijn dat seksueel geweld een ontoelaatbare zaak is wel degelijk toe. Dat bewustzijn wordt soms met onverwacht elan tot uitdrukking gebracht. In de Beauty Bar, een trendy schoonheidssalon in het meer welvarende deel van Freetown, hebben leerlingen van de Vine Memorial meisjesschool onder de noemer ‘What Was She Wearing?’ een kleine maar veelzeggende expositie ingericht. Getuigenissen van slachtoffers zijn zichtbaar gemaakt met behulp van kledingstukken die de kern van hun ervaringen weergeven. Een kleerhanger met een luierbroekje verwijst naar het verhaal van een vrouw die als baby van een jaar verkracht werd; een lang zwart gewaad verbeeldt de ervaring van een meisje dat zich tevergeefs in islamitische dracht hulde om een opdringerige neef op afstand te houden.
Aansluitend op de openingsreceptie is er een panelgesprek georganiseerd. Na de eerste inleidende vragen verandert de schoonheidssalon in een safe space waar vrijmoedig gepraat wordt over alles wat met onvrijwillige seks te maken heeft. Het verzamelde gezelschap, veel jonge vrouwen en een enkele man, maakt onmiskenbaar deel uit van een voorhoede. Want ondanks de geest van verandering is negeren-en-niet-over-praten in mainstream Sierra Leone nog altijd bepalend voor de omgang met seksueel geweld.
Die zwijgzaamheid vertaalt zich in een minimale bereidheid om aangifte te doen. Sinds het uitroepen van de noodtoestand worden er jaarlijks ruim duizend aangiftes van verkrachting gedaan. Het topje van de spreekwoordelijke ijsberg, maar volgens Manaff Kemokai is dat veel in vergelijking met de periode vóór 2019. Dat vervolgens hooguit 30 tot 35 procent van de gerapporteerde gevallen voor de rechter komt, past ook in een stijgende lijn. Kemokai: “Verbetering durf ik het niet te noemen, maar laten we zeggen dat het een goed teken is.”
Met de vinger naar slachtoffer wijzen
Als het gaat om het doorbreken van de zwijgcultuur is Naasu Fofanah een prominente wegbereider. “Verkrachting wordt genormaliseerd en in stand gehouden door met de vinger naar de slachtoffers te wijzen”, zegt Fofanah: “Seksueel geweld wordt gezien als het gevolg van eigen tekortkomingen. Daardoor kijken vrouwen wel uit om over hun ervaringen te praten. Ik ben in Sierra Leone een van de eersten die dat wél doet.”
Naasu Fofanah werd op haar vijftiende verkracht door de dominee van de methodistenkerk waar ze actief lid van was: “Geestelijken worden als verheven figuren gezien, dus ik keek heel erg op tegen die man. Hij heeft niet alleen mijn lichaam maar ook mijn vertrouwen misbruikt. Ik begreep niet wat er gebeurde. Er was alleen maar pijn. Het was een heel grote man. Ik ben seks altijd problematisch blijven vinden. En grote mannen ook.”
Fofanah is een activiste van het onvermoeibare soort. Op een willekeurige zaterdagochtend in december slalomt ze in haar tuktuk - met chauffeur – door het gekmakende verkeer van Freetown om zich aan te sluiten bij een demonstratieve mars tegen seksueel geweld. De actie is opgezet door Rainbo Initiative, een Sierra Leoonse organisatie die al sinds het einde van de burgeroorlog hulp biedt aan ‘overlevers’ van seksueel geweld.
Druk bellend met een van haar drie telefoons probeert Fofanah te achterhalen waar de stoet zich bevindt. Eenmaal gevonden loopt ze een stukje met de demonstranten op, wisselt informatie uit met andere activisten en springt dan de tuktuk weer in: er staat nog een ontmoeting met kwetsbare meisjes van een blindenschool op het programma en daarna moet ze meteen door naar een sjiek werkdiner met jonge hoogopgeleide vrouwen.
Het misbruik door de dominee bleef zich herhalen totdat Naasu Fofanah zwanger raakte en haar moeder erachter kwam. Er volgde een ongenadig pak slaag en – minder gangbaar - een illegale abortus. Vervolgens hield ze 31 jaar haar mond.
Eigen verhaal in de openbaarheid
“In 2016 werd er iets in mij getriggerd”, zegt Fofanah terugblikkend. “Ik zette me toen al jaren in voor vrouwenrechten en verandering van de abortuswetgeving, maar liet mijn eigen ervaringen buiten beschouwing. Op een gegeven moment was mijn ontwerp voor een veilige abortuswet aangenomen door het parlement. Vervolgens weigerde Ernest Bai Koroma, de toenmalige president, zijn handtekening eronder te zetten omdat hij onder druk werd gezet door de Interreligieuze Raad. De geestelijken hadden morele bezwaren! Gezien mijn eigen ervaringen met een geestelijke kon ik dat niet verkroppen. Ik heb mijn verhaal toen in de openbaarheid gebracht en ben dat sindsdien blijven doen.” Gedreven: “Het gaat erom dat de schuld en de schaamte rondom seksueel geweld bij de daders wordt gelegd.”
Pidia Joseph Allieu, bedenker en oprichter van de Husband School, heeft er zijn levenswerk van gemaakt om de mentaliteit van mannen blijvend te veranderen. “Je kunt de positie van meisjes en vrouwen wel versterken, maar als mannen de daders zijn, moet de verandering in de eerste plaats bij hen vandaan komen”, stelt hij.
De Husband School, de naam zegt het al, is bedoeld om mannen te leren betere echtgenoten te zijn. Met behulp van dialogen, discussies en rollenspelen die hen in figuurlijke zin moeten ‘ontwapenen’, worden ze beetje bij beetje klaargestoomd voor een geweldloos huwelijk.
Pidia Joseph Allieu is al tien jaar actief op het platteland rondom zijn woonplaats Kenema, in het oosten van Sierra Leone. In het dorp Panguma zitten zo’n vijfentwintig mannen op houten bankjes onder een constructie van palen en golfplaat. Pidia heeft zich in het midden van de kring opgesteld en steekt energiek van wal: “God heeft de mens naar zijn evenbeeld geschapen en dus is het de bedoeling dat hij zich daarnaar gedraagt.”
De dorpsmannen – een gemengd gezelschap van moslims en christenen - reageren instemmend, waarop Pidia de hamvraag in de groep gooit: “Hoe komt het dan dat mannen hun vrouwen slaan en misbruiken? Volgens de wet is dat niet eens toegestaan!”
Wat Pidia betreft is er een nadrukkelijk verband tussen huiselijk geweld en de achterliggende jaren van terreur. “De oorlog moet uit de hoofden van de mannen worden gehaald”, legt hij uit. “Het geweld dat hier geregeerd heeft, is in hun manier van denken blijven zitten. Daar zijn vrouwen de dupe van.”
'Beroerde mentaliteit’
John Philip, een voormalige leerling van de Husband School, geeft ruiterlijk toe dat hij een ‘beroerde mentaliteit’ had. Zijn vrouw Abibatu vertelt dat ze regelmatig werd gemolesteerd en misbruikt. Tegenwoordig weet John dat hij zijn stress en frustraties beter op een andere manier kan afreageren.
Voor Alicia Kamara, inmiddels begin vijftig, komen de veranderingen te laat. Nadat ze uit het kamp van de RUF-rebellen had weten te ontsnappen, bleek ze zwanger te zijn, vertelt ze op de veranda van haar bescheiden huis. Haar man wilde haar niet meer terug hebben. Alicia kampt nog altijd met bloedingen en andere gynaecologische problemen. Mede daardoor is ze niet hertrouwd: “Mijn grootste geluk is dat de zoon die uit de verkrachtingen is geboren, door mijn andere kinderen als broer wordt geaccepteerd.”
De naam van Alicia Kamara is bekend bij de hoofdredactie. Op het interviewverzoek aan presidentsvrouw Fatima Maada Bio is geen reactie gekomen.
Lees ook:
Generaal Butt Naked stuurde kinderen eerst naar de frontlinie, maar nu naar zijn opvangcentrum
Bijna twee decennia na het einde van twee bloedige burgeroorlogen worstelt Liberia nog steeds met de erfenis van het geweld. Invloedrijke oud-krijgsheren staan de oprichting van een oorlogstribunaal in de weg.