Tuinieren metLoethe Olthuis
Sneeuwklokjes krijgen hulp uit onverwachte hoek: van mieren
Je weet pas zeker dat het lente wordt als de eerste sneeuwklokjes er zijn. Maar dat betekent niet dat het voorjaar is afgelopen als ze zijn uitgebloeid. Blauwe druifjes, krokussen en narcissen hebben intussen het stokje overgenomen, maar voor de sneeuwklokjes begint het werk eigenlijk nu pas.
Wil je volgend jaar meer sneeuwklokjes? Laat je verbijsteren. Want sneeuwklokjes zijn ongelooflijk bijdehand als het om vermeerdering gaat. Ze zijn van alle markten thuis. Is het nog erg koud als de sneeuwklokjes bloeien? Dan halen ze energie uit hun afstervende bladeren om ondergrondse bolletjes te vormen: daarom is het belangrijk dat je ze laat staan tot het groen helemaal verdord is, ook in het grasveld.
De dames hebben dringend stuifmeel nodig
Maar zelfs als het ’s nachts nog vriest, als overdag de zon goed schijnt en de temperatuur iets begint te stijgen, vliegen de eerste hommelkoninginnen uit. Ook sommige bijensoorten wagen zich al naar buiten. Die dames hebben dringend stuifmeel en nectar nodig. Sneeuwklokjes en krokussen zijn dan bijna de enige bloemen waar ze dat kunnen halen. Terwijl ze lekker eten, bestuiven de hommels en bijen de bloemen. De bevruchte sneeuwklokjes gaan kleine, ovale groene zaaddoosjes vormen, die langzaam rijpen en verkleuren naar geel. Tegelijkertijd buigen de stengels met de zaaddoosjes zich naar de grond.
En dan krijgen de sneeuwklokjes hulp uit onverwachte hoek. Aan elk zaadje zit namelijk een wit, zoet, vet uitsteekseltje waar mieren gek op zijn: een ‘mierenbroodje’. De mieren bijten de zaaddoosjes af en slepen de zaadjes-met-mierenbroodje naar hun nest. Soms valt het mierenbroodje er onderweg al af, dan laten de mieren de zaadjes gewoon liggen. En anders knagen ze het mierenbroodje bij het nest los. De zaadjes die blijven liggen gaan ontkiemen, soms op de meest onverwachte plaatsen.
Lief zijn voor de mieren
Sneeuwklokjes zijn zeker niet de enige met een mierenbroodje: ook als je bijvoorbeeld meer borage, bosanemonen, krokussen of maartse viooltjes in je tuin wilt, moet je lief zijn voor mieren.
Heb je sneeuwklokjes in je tuin? Ga voor ze op je knieën. Dit jaar zullen niet alle sneeuwklokjes zijn bevrucht, omdat het nog erg guur was voor bijen. Maar er zullen straks vast wel een paar zaaddoosjes te vinden zijn. Maak ze voorzichtig open: kijk, zaadjes-met-mierenbrood!
Speel voor mier
Je kunt ook zelf zorgen voor meer sneeuwklokjes. Spit de bolletjes van de uitgebloeide plantjes uit en trek de pol voorzichtig uit elkaar. Maak toefjes van drie tot vijf bolletjes en plant ze ergens anders, op 8 tot 10 centimeter diepte. Of speel voor mier. Pluk de gele zaaddozen en strooi de zaadjes waar je wilt.
Krokussen doen het anders. De bloemsteel met het zaadje-met-mierenbrood buigt zich niet naar beneden, maar groeit als een telescoop naar boven. Toch lukt het de mieren prima om erbij te komen.
Loethe Olthuis schrijft wekelijks een column over tuinieren. Lees hier eerdere afleveringen terug.