null Beeld

ColumnHans Goslinga

Modderen in het midden is niet zonder gevaar

Hans Goslinga

De Provinciale Statenverkiezingen van komende woensdag konden wel eens historisch worden. In het dieventaaltje van politicologen zijn het verkiezingen van ‘de tweede orde’, die de kiezers verleiden wild te stemmen, maar in de politieke geschiedenis hebben zij meer dan eens invloed gehad op de loop der dingen in Den Haag.

Nu zouden ze het einde kunnen inluiden van het bestel dat sinds 1918 onze staat heeft gedragen. In dat bestel is alleen de liberale stroming, de oudste burgerlijke macht, overeind gebleven. De andere dragers zijn langzaam ingestort. Zij bleken niet bij machte adequaat in te spelen op de ingrijpende sociale en culturele veranderingen in de jongste tijd. Ontzuiling, ontkerkelijking, individualisering en welvaartsgroei, al deze ontwikkelingen werkten in het voordeel van de VVD. Deze partij domineert nu al sinds 2010 het krachtenveld, maar op een manier die anders is dan in de tijd waarin de andere grootmachten, het CDA en de PvdA, de spilpositie bezetten. Toen was er steeds een alternatief, nu ontbreekt dat.

Stevige tegenmacht nodig

Dat is een ongezonde politieke toestand in een democratie, die alleen kan floreren als er tegenover de macht een stevige tegenmacht wordt ontwikkeld. Er hoort een alternatief te zijn dat reëel en werkbaar is, dus geen partijen omvat die naar de rechtsstaat een lange neus trekken. VVD-leider Rutte wees in de formatie van 2017 de electorale rivaal Wilders als partner af, omdat de PVV de kernwaarden van de rechtsstaat niet onderschrijft.

Nu andere partijen op de rechterflank opkomen die zich als gematigder dan de PVV presenteren, zoals BBB en JA21, is het van betekenis hoe de VVD daar tegenaan kijkt. Als de beweging van Caroline van der Plas in de provincies bereid is tot compromissen, zoals Fortuyn in 2002 in Rotterdam, daagt er voor de VVD nationaal de aantrekkelijke mogelijkheid ‘over rechts’ te gaan. De liberalen zijn dan niet langer afhankelijk van links, om beleid ook door de Eerste Kamer te krijgen, en zij kunnen ‘het gat op rechts’ beter dichthouden.

Geven de uitslagen van de verkiezingen en de collegevorming in de provincies uitzicht op dit alternatief, dan zou het met Rutte IV snel gedaan zijn. In 1958 maakte een slechte provinciale uitslag voor de PvdA een eind aan de twaalfjarige rooms-rode samenwerking. De christelijke partijen kozen sindsdien bij voorkeur voor de VVD en werkten alleen nog ‘in uiterste noodzaak’ met de PvdA samen. Een wissel met consequenties.

Tot twee keer toe maakten ongunstige provinciale uitslagen een voortijdig einde aan christelijk-rood, in 1966 aan het kabinet-Cals/Vondeling, in 1982 aan het kabinet-Van Agt/Den Uyl. De verkiezingen van woensdag zouden een plaats in deze historische rij kunnen krijgen, ware het niet dat het alternatief van een ouderwets centrum-rechts kabinet getalsmatig niet erg reëel is.

Doormodderen vanuit het midden

De fragmentatie op de rechterflank en het geflirt met een illiberale democratie naar Hongaars model staan herstel van de oude, in zekere zin natuurlijke orde in de politieke verhoudingen in de weg. Het meest reële perspectief is dat het modderen blijft vanuit het midden.

De pest daarvan is dat deze toestand een bederf van democratische zeden meebrengt. Niets in ons staatsrecht staat een langdurig premierschap in de weg, maar het is ongezond dat een premier met zoveel politieke schulden op zijn kerfstok maar blijft zitten, ook na twee schandalen die de natie hebben geschokt, de toeslagenaffaire en de Groningse gaskwestie. Dat is voor iedereen een slecht voorbeeld, maar vooral voor de uitvoerende macht die in de fout is gegaan.

Het aftreden van een minister moest volgens de oude Haagse zedenleer de natie genoegdoening geven en binnen de overheid het effect hebben van ‘een zweepslag’ voor de ambtenarij. Misschien een fictie, maar dan nog beter dan het omgekeerde. Door op het hoogste politieke niveau niet de uiterste consequentie te verbinden aan grove misstanden, kan het bederf in het bureaucratisch apparaat doorwerken. Dat voedt het cynisme in de samenleving en werkt bij gedupeerde burgers gevoelens van machteloosheid in de hand. Een vicieuze cirkel, waarvan vooral de toesnellende uitbaters van het onbehagen profiteren.

Krachtig stemmotief

De onmacht in de politieke toestand brengt dus ook nog eens machtspolitiek pur sang voort. Deze wrange paradox is een gevolg van de stremming in het bestel, die iets te gemakkelijk als rechtvaardiging wordt ingezet: wat schiet de natie ermee op als dit kabinet vanwege de Groningse gaskwestie aftreedt? Opnieuw een ellenlange formatie en de terugkeer van dezelfde coalitie onder dezelfde premier?

Voortmodderen is nog niet zo erg, het past bij onze meerstemmige democratie. Het wordt pas ernstig als het laatste restje benul van politiek als moreel ondernemerschap verdwijnt. Dat levert een krachtig stemmotief op komende woensdag.

Hans Goslinga schrijft elk weekend een beschouwing over de staat van onze politiek en onze democratie. Lees ze hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden