Schaatsen
Jutta Leerdam (24) wil het schaatsniveau van mannen bereiken. Hoe reëel is dat?
Bij het slot van het schaatsseizoen kwam Jutta Leerdam alweer met een nieuwe ambitie. Ze wil ‘richting het niveau van de mannen’. Is dat een haalbare droom?
Dat schaatsster Jutta Leerdam naar een nieuwe, ogenschijnlijk verre horizon verlangt, is na het afgelopen seizoen begrijpelijk. Ze heerste van begin tot einde op de kilometer. Bovendien reed ze eind december in Heerenveen ook nog twee wereldrecords op een laaglandbaan. Na haar individuele wereldtitel op deze afstand, afgelopen weekend, sprak ze de ambitie uit het gat met de mannen te willen verkleinen.
De WK afstanden had de 24-jarige Westlandse aangegrepen om de concurrentie, onder wie olympisch kampioene Miho Takagi, te verpulveren. Met haar winnende tijd van 1.13,03 was Leerdam maar liefst 1,23 seconde sneller dan Antoinette Rijpma-de Jong, de beste van de rest.
Die suprematie verleidde de alleenheerseres haar blik te verruimen. Voor de NOS-camera zei ze zonder een spoortje twijfel: “Ik wil richting het mannenniveau, ik heb al een goede stap gezet. Ik ben het gat een beetje aan het verkleinen, dat vind ik een mooie uitdaging.”
In de catacomben vulde ze die opvallende uitspraak nog aan. “Binnen mijn ploeg train ik alleen maar met mannen, onder wie Thomas Krol (olympisch kampioen op de 1000 meter, red.). Als vrouw voel je je dan al snel slecht. Dat houdt me scherp, dan wil ik hun gewoon bijhouden.”
Wereldrecordontwikkeling laat stabiel beeld zien
De uitdaging die Leerdam wil aangaan, roept de vraag op: hoe dicht zou een extreem getalenteerde vrouwelijke schaatser de mannelijke toppers kunnen benaderen? De ontwikkeling van de wereldrecords op vier afstanden sinds 1931 zal Leerdam niet veel hoop geven. Die laat zien dat het verschil tussen vrouwen en mannen aanvankelijk groot was en sinds de jaren zeventig min of meer stabiel is, met hier en daar een schommeling.
Dat de marges de laatste decennia grotendeels hetzelfde zijn gebleven, komt doordat mannen en vrouwen onder vergelijkbare omstandigheden zijn gaan trainen en presteren. Klapschaatsen, rondingen van ijzers, het schaatspak, de luchtdruk in de hal, de ijscondities: zowel mannen als vrouwen hebben ervan geprofiteerd. Bovendien is de trainingsleer zo gedifferentieerd dat die specifiek is afgestemd op beide seksen.
Man heeft een hoger testosterongehalte
Dan het puur fysiologische aspect. Op dat vlak is het een utopie om een heuse inhaalslag te maken, zegt Mathijs Hofmijster. Hij is bewegingswetenschapper bij de Vrije Universiteit en doet voor het Amsterdam Institute of Sport Science onderzoek naar sporten en prestatieverbetering.
“Een man heeft ten opzichte van de vrouw een groot voordeel: een hoger testosterongehalte”, zegt Hofmijster. “Niet alleen zorgt testosteron voor sterkere spieren, het zorgt er ook voor dat spieren beter in staat zijn zuurstof te verwerken en energie te verbranden. Dat betaalt zich uit in het prestatievermogen. Vrouwen staan dus bij voorbaat op achterstand van mannen.”
Hofmijster erkent niettemin dat in de geneeskunde het mannenlichaam doorgaans centraal staat, ook als het om sport gaat. Dat heeft te maken met de stabiele hormoonspiegel. Hij ziet daarom wel een onontgonnen terrein. “Voor vrouwen valt vermoedelijk nog winst te behalen als we beter weten in te spelen op de menstruatiecyclus. Maar 30 procent meer vermogen kunnen leveren, het verschil in prestatieniveau tussen de top van de mannen en vrouwen, is hoogst onwaarschijnlijk. En op topniveau is het nog lastiger. 10 procent rek zou al knap zijn. Dan zou Jutta Leerdam qua tijden achterin het internationale mannenveld kunnen aanhaken.”
Dat laatste is precies wat Leerdam voor ogen heeft, schat oud-schaatscoach Gerard Kemkers in. “Jutta gebruikt het niveau van de mannen als referentiekader, en dat is stoer. Het past ook bij iemand die op het vlak van fysieke, motorische en mentale vaardigheden drie uit drie scoort. Ze lijkt als geen ander in staat om spanning of druk om te zetten in een prestatie, en zichzelf zo telkens te verbeteren.”
Kemkers herinnert zich dat het voor zijn protegé Ireen Wüst destijds een ‘geweldig feestje’ was toen ze voor het eerst onder zijn ‘persoonlijke records uit de oudheid’ dook. “Er ging een prikkel vanuit, een dimensie die Jutta nu ook lijkt te zoeken.”
‘Het gat is fysiologisch niet te dichten’
Louis Delahaij, de bewegingswetenschapper die als trainer onder anderen wielrenster Annemiek van Vleuten begeleidt, snapt ook dat Leerdam zich op de beste mannen oriënteert. “De training met mannen lijkt bedoeld om haar eigen niveau te verhogen. Het proces van er eerst genadeloos afgereden worden naar eraan hangen, voedt haar groeimindset. Het draait om de intrinsieke wil om beter te worden. Wel moet ze in die procesgerichte aanpak voor ogen houden dat het gat met de mannen fysiologisch niet is te dichten.”
Volgens Mark Tuitert, de olympisch kampioen op de 1500 meter van 2010, heeft Leerdam het voordeel dat ze omhoog kan kijken. “Ze spiegelt zich aan de mannen en legt zo de lat voor zichzelf hoger. Door grenzeloos te denken motiveert ze zichzelf. En inspireert ze anderen, óók mannen.”
Wel waarschuwt Tuitert voor overmoed. “Realisme moet overheersen, want het kan ook een averechts effect hebben als ze constant op een te hoog niveau traint. Zo nu en dan moet de handrem worden aangetrokken, een balans die haar coach Jac Orie overigens scherp zal bewaken.”
Hofmijster beaamt het risico: “Een overtrainingssyndroom ligt op de loer, en dat kan resulteren in verschijnselen die lijken op een burn-out. Het is, maar dat is inherent aan topsport, een balanceeract.”
‘Het is de kunst om op jezelf te vertrouwen’
Oud-schaatser Beorn Nijenhuis, die nu neurowetenschapper en prestatiepsycholoog is, plaatst kanttekeningen. “Uit een studie rond jonge ijshockeyers van verschillende leeftijden in dezelfde categorie bleek dat concurreren met iemand die ouder en sterker is je niet altijd beter maakt. Het tegendeel is waar. Er zit een grens aan. Als je die overschrijdt, heeft het geen positief of neutraal effect, maar kan het je juist terugwerpen. Dat geldt dus ook voor vrouwen versus mannen. Het is niet gezegd dat het op de langere termijn rendeert.”
Dat Leerdam zich al snel slecht voelt als ze op topniveau met mannen traint, ziet oud-judoka en performance coach Edith Bosch in emotionele zin juist als een uitgelezen mogelijkheid. “Met je slecht voelen, trek je jezelf op dat moment in twijfel. Juist dan is het de kunst om op jezelf te vertrouwen. Zo word je je bewust van je groeipotentie en kun je nóg meer uit jezelf halen. Daar ligt voor Jutta de kans.”
Vrouwen blijken beter dan mannen op ultra afstanden
Als het om ultra afstanden gaat, blijken vrouwen sneller dan mannen te zijn. Het omslagpunt ligt op 195 mijl (314 kilometer). Dat blijkt uit een analyse van vijf miljoen resultaten van 15.000 hardloopevenementen in de afgelopen 23 jaar, na een gezamenlijke studie van de internationale associatie van ultralopers en de website RunRepeat.
Lees ook:
Jutta Leerdam ontpopt zich als rolmodel, in daad én woord
Jutta Leerdam is de succesvolste schaatser van het moment. Maar de Westlandse is méér dan een topsporter, onderstreepte zij tijdens het NK sprint dat een triomftocht werd. Met haar uitspraken ontpopt ze zich óók als rolmodel.