null Beeld

ColumnSylvain Ephimenco

Aboutaleb moet niet proberen ons in slaap te sussen over moordstad Rotterdam

Sylvain Ephimenco

Het is nu bijna zeven jaar geleden dat ik, met pijn in het hart, Rotterdam heb verlaten. De Maasstad, waar ik me bij aankomst in Nederland eerst vestigde, was nog de rustige, saaie stad van noeste arbeiders, met vette brillantine in hun achterovergekamde haar. En de stad van de gehelmde tante Sjaan achterop bij ome Wim op de brommer. Maar toen ik in 2016 vertrok was in mijn straat al wel eens geschoten en moest ik twee keer over geweldsincidenten bij het politiebureau komen getuigen. In dat jaar telde de stad acht slachtoffers van moord en doodslag.

Nu vraag ik me serieus af of dat ‘met pijn in het hart’ van mijn inleiding, niet door ‘met grote opluchting’ vervangen zou moeten worden. Met de kennis van nu, zeg maar. Vorig jaar kreeg Rotterdam de dubieuze titel van ‘moordhoofdstad van Nederland’ met zestien moorden (Amsterdam is tweede met elf).

Maar er is meer. Rotterdam is vooral de hoofdstad geworden van de explosies als intimidatie- of vergeldingsmiddel, en van de criminele jeugd. Terwijl Rotterdammers in 2021 twaalf keer door explosies bij woningen werden opgeschrikt, is dit verschijnsel vorig jaar verviervoudigd, met 49 (!) bomaanslagen op voornamelijk huurwoningen. En wellicht is dat nog maar een begin: tot gisteren waren dit jaar al 24 explosies in de stad geregistreerd. Als we dit op het gehele jaar projecteren dan zouden we tot boven de honderd bomaanslagen kunnen komen op 31 december as.

Je kunt altijd de boel relativeren door te zeggen dat het meestal om een zelf geknutseld explosief gaat, maar zoals het AD schreef: ‘Daarna zijn er de glasscherven, de weggeblazen deuren en kapotte raamkozijnen. Soms zijn alle ramen uit de portiek weggeblazen.’ Wat me hoogst verbaast is dat, op deze geciteerde krant na, er weinig aandacht bestaat in de media voor de krankzinnige Rotterdamse geweldsescalatie. Is dit de nieuwe ‘olifant in de kamer’? Hier lijkt een nationaal debat op zijn plaats en ruime aandacht op de voorpagina’s.

Aboutaleb kiest voor de ‘zachte benadering’, maar dat zal onvoldoende werken

Maar donderdag verscheen wel burgemeester Aboutaleb bij Nieuwsuur. De man had heel veel woorden nodig om zijn wanhoop en machteloosheid te uiten. Wat kon hij anders? Het geweld, gaf hij toe, is drugsgerelateerd, en de hoofdrolspelers zijn ‘hele jonge kinderen afkomstig uit kwetsbare gezinnen’ die in opdracht van drugsbazen handelen. Zijn voorlopige oplossing? ‘Het goede verhaal’ brengen zoals onlangs door een zaal met jongeren in Rotterdam-Zuid toe te spreken: “Ik denk: als van de tachtig jongeren die we hadden, we er vijf of zes hebben gewonnen voor het goede verhaal, dit is dan mooi meegenomen”.

Dit lijkt, zoals Aboutaleb het zelf schetste, inderdaad een ‘zachte benadering’, maar een die ruim onvoldoende zal werken. Het is de kop van de slang die je moet verpletteren met uitzonderlijke politiemiddelen en gelden daarvoor vrijgemaakt, uitzonderlijke repressie dus van deze drugsbazen en puissant werk van inlichtingendiensten. Dag, mevrouw de minister van justitie Yesilgöz!

Maar Aboutaleb moet niet proberen ons in slaap te sussen door relativerend te zeggen dat ‘criminaliteit is begonnen, volgens de Bijbel, met een van de twee zonen van Adam’. Kaïn heeft wellicht Abel vermoord maar geen 49 bomaanslagen gepleegd in Rotjeknor vorig jaar. En kan de burgemeester explicieter worden als hij vaag en zijdelings de ‘bepaalde culturele omgeving’ van deze criminele jongeren aanhaalt?

Drie keer per week werpt columnist Sylvain Ephimenco zijn blik op de actualiteit. Lees zijn columns hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden