Hans Mommaas maakte de overstap van het Planbureau voor de Leefomgeving naar de Ecologische Autoriteit, die een adviserende rol heeft in het oplossen van de stikstofcrisis.

InterviewNatuurkwaliteit

We gaan het wantrouwen rond de natuur doorbreken, zegt Hans Mommaas van de Ecologische Autoriteit

Hans Mommaas maakte de overstap van het Planbureau voor de Leefomgeving naar de Ecologische Autoriteit, die een adviserende rol heeft in het oplossen van de stikstofcrisis.Beeld Werry Crone

De Ecologische Autoriteit gaat helpen de natuur in Nederland te versterken. Hoe dan? En wat is dit voor nieuwe organisatie? Voorzitter Hans Mommaas legt uit.

Onno Havermans

Als het gat in de ozonlaag kan herstellen, is er hoop. Deskundigen van de Verenigde Naties meldden begin deze week dat de beschermende laag rond de aarde in 2040 terug is op de waarden van 1980. Het gat dat in dat jaar boven Antarctica werd ontdekt, kan in 2066 dicht zijn dankzij een drastische vermindering van de uitstoot van afbrekende gassen, de cfk’s.

En als het bekendste milieuprobleem ter wereld met gerichte maatregelen valt aan te pakken, moet het ook mogelijk zijn om andere rampen in slow motion te stoppen, zoals het uitsterven van soorten en de voortdurende achteruitgang van de natuur in Nederland.

Dat kan en dat moet, stelt Hans Mommaas onomwonden. “Beter, aangescherpt natuurbeleid, en daarmee verbetering van de natuur is het doel”, zegt de voorzitter van de Ecologische Autoriteit, die afgelopen najaar door het kabinet werd ingesteld om toe te zien op maatregelen die bijdragen aan een gezonde natuur, schoon water en een levendige bodem.

“Nederland moet van het slot, en uiteindelijk begint het bij natuurkwaliteit. Dat staat niet ter discussie. En we moeten de sfeer van wantrouwen omdraaien. In het stikstofdossier staan het landbouwbelang en het natuurbelang tegenover elkaar. Maar ook boeren weten dat ze afhankelijk zijn van voldoende schoon water en een gezonde bodem.”

Wat is de Ecologische Autoriteit, en wat doet die?

“Wij zijn opgericht voor de ecologische beoordeling van natuurdoelanalyses en gebiedsprogramma’s die de provincies maken. Daarin staat wat er moet gebeuren voor natuurherstel.

“De autoriteit volgt de werkwijze van de Commissie voor de Milieueffectrapportage (MER), waarbij ze is ondergebracht. Daarvoor is gekozen omwille van de snelheid en de betrouwbaarheid; de commissie MER functioneert al 35 jaar naar tevredenheid. De autoriteit is voorlopig voor acht jaar ingesteld, met een evaluatie na vier jaar.

“Voor elk advies vormt de autoriteit een werkgroep met ecologisch deskundigen uit het MER-netwerk dat we uitbreiden met mensen uit de wetenschap en de praktijk van kennisinstellingen, adviesbureaus en terreinbeheer. Hun deskundigheid is belangrijk, want er zit spanning op beoordeling en advisering.

“De MER en de Ecologische Autoriteit zullen elkaar wel tegenkomen bij hun adviezen, want het terrein is vaak hetzelfde, maar in de aanpak is er een belangrijk verschil. De autoriteit kijkt specifiek naar de effecten op bodem, water, lucht en levende natuur. Bij de MER is het milieubelang veel breder, dat gaat bijvoorbeeld ook over archeologie, trillingen, luchtkwaliteit. We werken soms met dezelfde deskundigen, maar altijd met verschillende voorzitters.”

In haar eerste advies stelt de Ecologische Autoriteit dat het herstel van beschermde natuur gebaat is bij heldere conclusies in de natuurdoelanalyses van de provincies. Wat bedoelt u?

“Bij de provincies is een accentverschuiving nodig in het beleid, van stikstof naar natuur. Stikstof is maar een van de drukfactoren die van invloed zijn op de kwaliteit van de natuur, naast water maar bijvoorbeeld ook versnippering en recreatiedruk. Van belang is ook de wisselwerking daartussen.

“De Vogel- en Habitatrichtlijn legt de basis voor natuurkwaliteit. Om die te verbeteren is alleen stikstof aanpakken niet voldoende. Aan de hand van de kritische depositiewaarde is vast te stellen wat een natuurtype aankan. Door daaraan doelen te stellen, kunnen we de stikstofbelasting naar beneden brengen zodat de rechter die weer kan accepteren in de vergunningverlening. Maar dat is slechts één middel voor natuurkwaliteit. Voor verlichting van de natuurproblematiek is verbreding nodig, én bij die verbreding passende wetenschappelijke onderbouwing.

“En er komt nog veel meer op de provincies af. Een betere waterkwaliteit volgens de Kaderrichtlijn Water, waaraan we in 2027 moeten voldoen. En klimaatbeleid, waarvoor maatregelen nodig zijn op het gebied van adaptatie, dus gericht op veiligheid, en mitigatie, dus minder CO2-uitstoot. Dat moet allemaal landen in de gebiedsprogramma’s.”

En de Ecologische Autoriteit gaat die toetsen?

“De autoriteit kijkt naar de samenhang in het Nationaal Programma Landelijk Gebied en in de provinciale programma’s tussen water, natuur en klimaat, vanuit een breed ecologisch perspectief. En samenhang betekent dat er geen maatregelen in kunnen staan die haaks op elkaar staan. Daarbij kijken we ook naar de impact op de omgeving.

“Er komt dus veel op de provincies af en wij denken dat we behulpzaam kunnen zijn. Eind deze maand komt ons advies waaraan de gebiedsprogramma’s moeten voldoen. We willen helpen de agenda integraler te maken. Intussen kijken we hoe we gaan adviseren in natuurdoelanalyses vanuit verschillende provincies en voor diverse typen natuurgebieden.

“De autoriteit moet haar gezag ontlenen aan de kwaliteit van de adviezen en beoordelingen die we geven. Die moeten doorwerken in de maatregelen van de provincies en later in het oordeel van de rechter in het vergunningentraject. Het is geen automatisch gegeven dat onze adviezen worden opgevolgd. Maar provincies zijn voor de maatregelen aangewezen op financiering uit het Transitiefonds en ik kan me niet voorstellen dat het zonder consequenties blijft als er een kritische beoordeling ligt.”

Er is wel haast bij. De provincies moeten vóór juli met hun gebiedsplannen komen.

“De tijdsdruk is groot, maar we laten ons niet opjagen. Kwaliteit en zorgvuldigheid staan voorop. Mogelijk kunnen we niet alle voorstellen en plannen nog dit jaar bekijken, daarover zijn we in permanent overleg met het ministerie. Dat heeft vooral te maken met onze afhankelijkheid van ecologische deskundigheid, daar moeten we zorgvuldig mee omgaan. Er is maar een beperkt aantal ecologen.

“Ons doel is een betere natuur. Want de natuur in Nederland ligt aan het infuus; 90 procent van de beschermde natuur verkeert in een ongunstige staat en een kwart gaat stabiel achteruit, en dat geldt eens te meer voor de kenmerkende soorten in het landelijk gebied.

“De natuurdoelanalyses zijn gericht op Natura 2000-gebieden, maar de gebiedsprogramma’s gaan verder dan dat, die raken ook het Natuurnetwerk Nederland, veenweidegebieden, beekdalen en andere natuur. Ze moeten dadelijk ook aansluiten op de nieuwe Europese natuurrichtlijn en de bijbehorende afspraken voor 2030 uit de Europese biodiversiteitsstrategie.

“En dan gaat het ook om de diensten die worden geleverd: schoon water, schonere lucht, bestuiving, een fijnere leefomgeving. En om rechtszekerheid en ontwikkelingsruimte. Die gaat niet worden geleverd door stikstofreductie alleen.”

De natuurkwaliteit moet buiten de discussie staan, zegt u. Maar niet iedereen is ervan overtuigd dat het slecht gaat met de natuur.

“We moeten zorgen voor een juridisch solide systeem, voor ecologische onderbouwing van maatregelen. Maar we moeten ook het wantrouwen wegnemen. De agrarische sector heeft belang bij maatschappelijke erkenning van het agrarische ondernemerschap. We moeten weg van het chagrijn, naar zin in de toekomst.

“De provincies zijn doordrongen van de noodzaak om die draai te maken, anders komen ze met andere dossiers niet verder. En daar hoort ook agrarisch perspectief bij. Het begint bij de provincies, wij geven een oordeel over hun plannen en dan is het aan de provincies om daar iets mee te doen en de samenleving mee te krijgen. Wij zeggen: geen losse eindjes. Maak duidelijk wat er aan informatie ontbreekt – wat weten we wel en wat niet? Als je het aan de voorkant goed doet, krijg je aan de achterkant minder discussie.

“Met de rol van de Ecologische Autoriteit hebben we een kans om die draai te maken en Nederland van het slot te halen waar het al sinds 2019 op zit. Met alleen de piekbelasters aanpakken kom je niet aan kwaliteit voor de natuur, daar heb je verdergaande maatregelen voor nodig, in een weloverwogen langjarig beleid. Dan gaat er echt iets voor de natuur gebeuren, in plaats van te struikelen van onzekerheid naar onzekerheid. Wij gaan daarbij als Ecologische Autoriteit zorgvuldig te werk, anders creëren we nieuw wantrouwen en dat willen we niet.”

Hans Mommaas

Hans Mommaas (1955) was tot 1 november 2022 precies zeven jaar directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Daarnaast is hij hoogleraar regional sustainability governance aan de Tilburg Universiteit. Afgelopen zomer werd bekend dat hij op 1 november zou beginnen als voorzitter van de Commissie voor de Milieueffectrapportage (MER). In oktober volgde zijn benoeming tot voorzitter van de Ecologische Autoriteit die vooralsnog bij de commissie MER is ondergebracht. Het PBL adviseerde het kabinet eind 2019 ‘een wettelijk geborgde wetenschappelijke autoriteit in te stellen die een onafhankelijk en omvattend ecologisch oordeel kan geven’. Begin september 2022 maakte minister Van der Wal van natuur en stikstof de instelling van de autoriteit bekend. Mommaas studeerde westerse sociologie in Wageningen en promoveerde in Tilburg.

Lees ook:

Getreuzel maakt het Natuurnetwerk peperduur

‘Investeren in nieuwe natuur en natuurkwaliteit blijft nodig’, luidde het bericht van de gezamenlijke provincies over hun nieuwe voortgangsrapportage Natuur in Nederland, samen met het ministerie van LNV. Trouw prikte er doorheen en kopte: ‘Provincies leggen te weinig nieuwe natuur aan’.

Er is wel zicht op een betere leefomgeving, maar de tijd dringt

De Balans van de Leefomgeving slaat nog niet om naar de goede kant, zo blijkt uit het tweejaarlijks rapport dat maandag verschijnt. De omslag lukt alleen als de overheid de burgers daarin betrekt.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden