De drie kandidaten voor het voorzitterschap van de eurogroep. Van links naar rechts de Luxemburger Pierre Gramegna, de Spaanse Nadia Calviño en de Ier Paschal Donohoe.

AnalyseEurogroep

Zouden we de eurogroep missen als die niet meer bestond?

De drie kandidaten voor het voorzitterschap van de eurogroep. Van links naar rechts de Luxemburger Pierre Gramegna, de Spaanse Nadia Calviño en de Ier Paschal Donohoe.Beeld AFP

De ministers van financiën van de eurozone, kortweg de ‘eurogroep’, kiezen donderdag een nieuwe voorzitter. De Spaanse Nadia Calviño is favoriet. Maar heeft dit besloten gezelschap eigenlijk nog wel bestaansrecht?

Christoph Schmidt

Menigeen in Brussel en enkele andere hoofdsteden (vooral Madrid) is al wekenlang in de ban van de strijd om het voorzitterschap van de eurogroep, het financiële ministersforum dat doorgaans als ‘gezaghebbend’ door het leven gaat. Altijd leuk, zo’n politiek moddergevecht om een Brussels topbaantje, waarbij aan de eindstreep meer ego’s zijn geknakt dan gestreeld. Maar hier en daar wordt ook de inhoudelijke vraag opgeworpen welk nut de eurogroep eigenlijk nog heeft. En gezaghebbend? Is dat nog wel zo?

De eurogroep is zo’n beetje het allerraarste fenomeen in de Brusselse besluitvormingsmolen. In tegenstelling tot alle andere ministersfora (zoals landbouw en buitenlandse zaken) is de eurogroep informeel. “De eurogroep valt niet onder de EU-verdragen, haar leden claimen soms dat ze geen beslissingen nemen, er is geen personeel, geen hoofdkwartier, en als waarschijnlijk enige EU-instantie heeft ze geen Twitter-account”, zo vatte Transparency International deze institutionele rariteit vorig jaar samen.

Gemoedelijk praatclubje

In feite bestaat de geschiedenis van de eurogroep uit drie zeer verschillende periodes. Het begon in 1998, kort voordat het startschot viel voor de muntunie. De ministers van de aanvankelijk elf eurolanden hadden behoefte aan een apart samenzijn. Vanaf dat moment tot het begin van de krediet- en eurocrisis rond 2008 was het een gemoedelijk praatclubje zonder zorgen. De euro was nieuw, de euro was fris. De bewindslieden kwamen informeel bijeen aan de vooravond van de echte vergadering van alle EU-ministers van financiën, de zogeheten Ecofin. Onder Jean-Claude Juncker, voorzitter tot 2013, schijnen die prille eurogroepen vaak erg gezellig te zijn geweest.

Toen werd het ernst. Van 2010 tot en met 2015 groeide de eurogroep uit tot machtigste forum in Brussel. Bijna alle belangrijke beslissingen die de euro moesten redden, zoals de noodpakketten voor onder meer Ierland, Portugal en Griekenland, werden hier genomen, niet op het allerhoogste niveau van de regeringsleiders. ‘Hoe een eetclubje de EU overnam’, was op 20 juni dan ook de titel van een column in het Britse weekblad The Economist.

Ongeveer na 2017 breekt de derde, huidige periode aan. Die overgang viel min of meer toevallig samen met de wisseling van het voorzitterschap, van Jeroen Dijsselbloem naar de Portugees Mario Centeno. De crisis was voorbij. Daarmee viel ook de urgentie weg om moeilijke beslissingen te nemen. ‘Nu de zon schijnt, moeten we het dak repareren’, werd het motto van gehoopte ingrijpende hervormingen van de eurozone. Duitsland en Frankrijk wilden een eigen eurobegroting en er werd gesproken over een Europese minister van financiën. Daarvan is allemaal weinig terechtgekomen. Toen het onweer van de coronacrisis boven de EU losbarstte, bleek het dak nog steeds te lekken.

Technisch gehakketak

Vergaderingen van de eurogroep zijn zelden meer de politieke thrillers die ze tijdens de euro- en vooral de Griekse crisis vaak waren. In plaats daarvan verliezen de ministers zich in technisch gehakketak over de voltooiing van bijvoorbeeld de bankenunie. “De eurogroep heeft de afgelopen twee jaar geen goede rol gespeeld”, aldus Lucas Guttenberg, analist van de denktank Jacques Delors Centre in Berlijn, in een reeks tweets op 9 juni. Ook in de coronacrisis blonken de ministers niet uit in daadkracht, stelt hij. “Op 9 april vroegen de ministers hun bazen in de Europese Raad om de leiding te nemen bij het ontwerp van een coronaherstelfonds. Maar dat deed de Europese Raad niet: die gaf een vaag mandaat aan de Europese Commissie. Zo eindigde de lange periode van de eurogroep als poortwachter voor de regeringsleiders in zaken van economisch bestuur.”

Daar komt bij dat de eurogroep de laatste jaren vaker dan voorheen bijeenkwam in zogeheten ‘inclusieve’ samenstelling: ook de ministers van de acht (tot 1 februari negen) niet-eurolanden mochten aanschuiven, iets wat vooral Frankrijk allerminst beviel. Maar de gedachte was dat de beoogde hervormingen van de eurozone ook invloed zouden hebben op de economie van die landen. Dus mochten ze meepraten.

Het kwam de slagkracht van de eurogroep niet ten goede. Het verschil met de Ecofin-vergaderingen vervaagde. Kortom: als de eurogroep morgen zou worden opgeheven, zou iemand die dan gaan missen?

Stoorzender Verenigd Koninkrijk

Tegenover die scepsis staan nog wel degelijk voorstanders van de huidige werkwijze. Met de brexit is het belang van de eurogroep zelfs toegenomen, klinkt het vanuit dat kamp. Het Verenigd Koninkrijk was immers het machtigste niet-euroland, dat er als de kippen bij was om zijn beklag te doen als de eurozone beslissingen nam die Londen niet bevielen. Die stoorzender is nu weg. Bovendien beslaat de eurozone na de brexit liefst 86 procent van de EU-economie als geheel. Dat geeft ook de eurogroep extra gewicht.

“Ik ervaar het als een nuttig gremium”, aldus CDA-minister Wopke Hoekstra. “Waarbij ik tegelijk de wens van de Tweede Kamer herken over meer transparantie. Je kunt altijd terecht vragen stellen over welke instrumenten, welke vergaderritmes en welke contacten je nodig hebt om tot besluitvorming over te gaan. Om dat eens in de zoveel tijd tegen het licht te houden, lijkt me goed. Tegelijk heb ik op voorhand geen bezwaar tegen het voortzetten van grofweg het huidige systeem.”

Analist Guttenberg kijkt er anders tegenaan. “Door al het gedoe rond het coronaherstelfonds moeten we niet vergeten dat we een problematische eurozone-structuur hebben. Die heeft een politiek forum nodig onder het leidersniveau. De eurogroep kan dat forum zijn, het is nog niet onherstelbaar beschadigd. Maar het heeft een goede voorzitter nodig om het te repareren.”

Gezocht: voorzitter (m/v)

Het had een zomer moeten worden zonder gedoe over EU-poppetjes. Een jaar geleden was er nog die slijtageslag om de topfuncties waaraan Frans Timmermans zulke inktzwarte herinneringen bewaart. Bovendien heeft niemand in deze coronacrisis zin in getouwtrek om een topfunctie. Maar Mario Centeno gooide roet in het eten.

De 53-jarige Portugees maakte vorige maand zijn aftreden als minister van financiën bekend. Daarmee levert hij ook de voorzittershamer van de eurogroep in, het gezelschap van ministers van financiën van de negentien eurolanden. Zijn termijn van 2,5 jaar zat er sowieso op deze maand en al langer waren er twijfels over een mogelijke tweede termijn. Toch kwam zijn aankondiging onverwacht.

Na het voorzitterschap van Jeroen Dijsselbloem, wiens voorzittersjaren (2013-2018) bijna onafgebroken in het teken stonden van crisismanagement, was de periode onder Centeno bijna saai te noemen. Dat kwam grotendeels door de afwezigheid van grote crises. De Europese economieën groeiden weer. Daarnaast hielp de persoonlijkheid van de Portugees ook niet echt mee om de eurogroep-vergaderingen spannend te maken.

Degelijk, met een grote dossierkennis, sympathiek, maar ook een tikje kleurloos, zo staat Centeno in Brussel bekend. “In technische zin was hij een slechte voorzitter”, klapt een nauw betrokkene uit de school. “Hij liet vergaderingen altijd uitlopen. Als die tot vijf uur ’s nachts duurden, dachten journalisten dat het spannend was, maar het kwam vooral doordat Centeno iedereen veel te lang aan het woord liet.”

Het algemene oordeel in Brussel over Centeno is niettemin een krappe voldoende. Daarom had hij volgens velen best mogen blijven zitten, voor een tweede termijn. Continuïteit is immers ook wat waard, zeker in deze diepe economische crisis. Maar de Portugees heeft andere plannen: hij wordt genoemd als nieuwe president van de centrale bank in Lissabon.

Kat in het bakkie?

Vandaag kiezen de ministers tijdens hun reguliere eurogroepvergadering een opvolger. Er zijn drie kandidaten: de Spaanse Nadia Calviño (51), de Ier Paschal Donohoe (45) en de Luxemburger Pierre Gramegna (62).

Calviño geldt als favoriet, maar zij is geenszins zeker van haar zaak. Haar sterkste wapens zijn haar economische kennis en ervaring in Brussel. Van 2006 tot 2018 werkte zij voor de Europese Commissie, de laatste vier jaar als directeur-generaal begroting, een invloedrijke post die nu wordt bekleed door de Nederlander Gert Jan Koopman. Wat ook meespeelt, is dat zij na Jean-Claude Juncker, Dijsselbloem en Centeno de eerste vrouw kan worden die het eurogroep-mannenbolwerk voorzit. Samen met Ursula von der Leyen (Europese Commissie) en Christine Lagarde (Europese Centrale Bank) zou Calviño een vrouwelijk ‘EU-supertrio’ vormen. Bovendien zou met Calviño’s eventuele voorzitterschap zowel het geografische als partijpolitieke evenwicht in het gehele topfunctie-kaartenhuis gehandhaafd blijven. Immers: de ene Iberische sociaal-democraat vervangt de andere. Het is bovendien een stilzwijgende afspraak dat noord en zuid de belangrijkste twee eurogroep-functies verdelen. Die andere is het voorzitterschap van de eurogroep-werkgroep, die het ambtelijke voorwerk doet voor de ministersvergaderingen. Sinds het vertrek van Hans Vijlbrief naar Den Haag dit voorjaar wordt die geleid door de Fin Tuomas Saarenheimo.

Geen bruggenbouwer

Kat in het bakkie voor Calviño, zou je zeggen, maar een stevige groep noordelijke landen (waaronder Nederland) ziet haar niet zitten. In hun ogen is zij geen bruggenbouwer. Daarvoor zou ze een te sterk ‘zuidelijk’ profiel hebben, meer dan Centeno. Twee jaar geleden liet ze zich geringschattend uit over de zogeheten Hanzeliga, een los samenwerkingsverband van acht landen: Nederland, Ierland en de Scandinavische en Baltische EU-landen. Die probeert de laatste jaren tegenwicht te bieden aan al te diepe integratie-initiatieven van de grootmachten in de EU.

‘Heel kleine landen met heel weinig gewicht’, zo zette Calviño de Hanzeliga destijds neer. Die woorden werden de afgelopen weken vaak opgerakeld. Hoe kan iemand die zoiets zegt op evenwichtige wijze de eurogroep voorzitten?, zo vragen de meeste Hanze-landen zich af.

Voor hen is de Ier Donohoe een aantrekkelijk alternatief. Hij is wel van een andere politieke kleur: het centrumrechtse Fine Gael, lid van de machtige Europese Volkspartij (EVP). Maar hij komt wel uit een land dat, net als Portugal, tien jaar geleden een Europees steunpakket nodig had om de eurocrisis te overleven. Ierland is daar glorieus uitgekomen, economisch gezien. De EVP heeft de kandidatuur van Donohoe ondersteund, maar dat wil niet zeggen dat alle christen-democratische ministers op hem zullen stemmen. CDA’er Wopke Hoekstra zal in de eerste ronde Gramegna steunen, vanuit een Benelux-solidariteit. De Luxemburger is met bijna zeven dienstjaren een van de senioren in de eurogroep. Als outsider moet de liberaal Gramegna hopen dat zijn ambtgenoten verstrikt raken in een partijpolitieke strijd tussen de centrum-linkse Calviño en de centrum-rechtse Donohoe, waarna de Luxemburger er als spreekwoordelijke derde hond met de buit vandoor kan gaan.

De Duitse regering steunt Calviño. Dat klinkt als doorslaggevend, maar is het niet: bij de stemming telt elke stem van elk van de negentien ministers even zwaar. Een simpele meerderheid volstaat, zodat de winnaar tien stemmen nodig heeft. Als geen van drieën dat in de eerste ronde haalt, zal degene met de minste stemmen zich vermoedelijk terugtrekken, waarna een finale stemronde de beslissing moet brengen. De stemmingen zijn vandaag nog geheimzinniger dan ze al waren, omdat de ministers niet fysiek bijeen zijn. Slechts enkele EU-ambtenaren zien de stemverhoudingen. De ministers krijgen alleen de naam van de winnaar te horen. Het is traditie dat de gehele eurogroep zich ten slotte unaniem achter de nieuwgekozen voorzitter schaart.

Lees ook:

‘Eurogroep te informeel en ongrijpbaar’

Anticorruptiewaakhond Transparency International vindt democratisch toezicht en aansprakelijkheid ver te zoeken bij de eurogroep.

De almacht van de eurogroep

Van informele babbelclub tot het machtigste gremium in Brussel: de eurogroep had jaren geleden het lot van vele naties in handen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden