Gemeenteraadsverkiezingen
Wonen woog zwaar mee bij de kiezers. Maar hoe? Dat is onduidelijk
Wonen werd vooraf door de meeste mensen genoemd als een belangrijk verkiezingsthema. Maar in de uitslagen is daarvan niet veel terug te zien.
Kijk bijvoorbeeld naar de stembusuitslag in Rotterdam, een stad waar de afgelopen vier jaar ongekend heftig is gediscussieerd over het woonbeleid, met als concrete inzet de zeer omstreden sloop in de Tweebosbuurt, waar socialehuurwoningen en hun bewoners plaats moeten maken voor duurdere huizen.
“Enorm teleurstellend", zegt Mustapha Eaisaouiyen, actievoerder uit die buurt, over de verkiezingsuitslag: Leefbaar Rotterdam werd opnieuw de grootste partij. “Die maakte de afgelopen periode weliswaar geen deel uit van de coalitie, maar het gemeentebeleid volgde wel precies de woonvisie die Leefbaar Rotterdam al in 2015 had opgesteld.”
Iets van de onvrede over het woonbeleid ziet Eaisaouiyen toch wel terug in de Rotterdamse uitslag: oppositiepartijen 50Plus en de Partij voor de Dieren wonnen een zetel en nieuwkomer BIJ1 haalde er twee. BIJ1-lijsttrekker Mieke Megawati stond aan de wieg van het woonprotest dat afgelopen najaar overal in Nederland op gang kwam.
“Maar het duidelijkste signaal is de opkomst: nog geen 39 procent”, zegt Eaisaouiyen. “Veel mensen hebben de moed opgegeven, ze voelen zich achtergesteld, ze zijn het vertrouwen in het gemeentebestuur kwijt.” En ja, ook dat heeft te maken met de wooncrisis.
Lokale onderwerpen wegen zwaarder
Wonen werd vooraf door de meeste kiezers genoemd als een belangrijk thema bij de raadsverkiezingen, bleek uit een enquête door bureau Ipsos in opdracht van de NOS. Ruim een derde kruiste dat onderwerp aan, veel meer dan vier jaar geleden en ook veel meer dan welk ander onderwerp dan ook.
Maar dat is nauwelijks terug te zien in de uitslagen, want wie wonen hoog op z'n prioriteitenlijst heeft staan, kon bij zo ongeveer elke partij wel terecht. Wie vooral gelooft in bouwen, bouwen, bouwen kan terecht bij de VVD, wie vooral aandacht wil voor betaalbare huur eerder bij linkse partijen. Tot ingrijpende verschuivingen lijkt die nadruk op wonen per saldo niet te hebben geleid.
“In het algemeen zie je wil dat lokale onderwerpen in de afgelopen decennia veel zwaarder zijn gaan wegen", zegt Julien van Ostaaijen, politicoloog aan de Tilburgse universiteit. De groep kiezers die zich vooral laat leiden door landelijke afwegingen is geslonken van 56 procent in de jaren tachtig tot 14 procent nu, weet hij uit onderzoek.
“Je mag aannemen dat woonbeleid een van de lokale onderwerpen is die meer is gaan meewegen", zegt Van Ostaaijen. “Maar hoe precies? Om daar achter te komen heb je exit polls nodig waarin daarnaar gevraagd wordt.”
Niet beloond
Politici hoeven er niet op te rekenen dat ze beloond worden voor wat ze hebben bereikt, weet de Rijswijkse wethouder Johanna Besteman. Zij trok landelijk aandacht met een plan om als gemeente zelf huizen te gaan bouwen met een huur tussen de 750 en 1000 euro – omdat geen enkele marktpartij ervoor te porren was.
Maar Bestemans partij, het CDA, duikelde van drie naar twee zetels. “Niet onverwacht", zegt Besteman, die al besloten had niet terug te keren als wethouder. "We hielden er al rekening mee dat lokale partijen zouden winnen.”
Kiezers vinden wonen belangrijk, daarvan is Besteman overtuigd. Is het dan niet zuur om dat niet in de verkiezingsuitslag terug te zien? “Zuur? Nee, zeker niet. Ik heb de kans gegrepen om iets te bereiken. Mensen kunnen straks wonen in huizen die ik nu laat bouwen. Dáár deed ik het voor.”
Wijdemeren beloont partij die zich tegen bouwplannen keert
Meer woningen zijn hard nodig, maar in Wijdemeren, tussen Hilversum en Amsterdam, won een partij die juist op de rem staat.
De Lokale Partij zat de afgelopen vier jaar in de oppositie, al was zij met vier zetels al de grootste. Een positie die de partij deelde met het CDA en Dorpsbelangen. Die laatste twee partijen verloren, terwijl De Lokale Partij bijna 16 procent meer stemmen binnenhaalde. Dat is dankzij hun standpunt over de woningbouw, denkt Herman Stuijver die al jaren voor Weekblad Wijdemeren over de plaatselijke politiek schrijft.
De Lokale Partij wil bouwen slechts beperkt toestaan en vooral kijken naar wat er in bestaande gebouwen mogelijk is. “De partij heeft de afgelopen jaren tegen bijna alle woningbouwplannen gestemd”, zegt Stuijver. “De partij vindt landschapsbehoud belangrijker dan bouwen. In de ogen van de coalitie heeft dat veel vertraging opgeleverd bij de uitvoering van bouwplannen. Daar is De Lokale Partij nu door de kiezer voor beloond. Partijen die voor bouwen waren, zoals VVD, Dorpsbelangen en D66, hebben flink verloren. Zij hebben het sentiment onder de bewoners niet goed aangevoeld.”
Wijdemeren ligt ingeklemd tussen natuurgebieden en vogelbeschermingsgebieden. Dat maakt bouwen lastig. Ook al omdat de provincie Noord-Holland strenge regels stelt aan woningbouw in de buitengebieden. Bouwen binnen de dorpen stuit ook op weerstand. In Loosdrecht bijvoorbeeld, waar appartementen staan gepland. “Die plannen gaan door, maar bewoners stappen nu naar de rechter. Dan ben je zo weer een paar jaar verder.”
Al die weerstand tegen bouwen komt deels doordat de nieuwe woningen die op de markt verschijnen niet naar eigen bewoners gaan, denkt Struijver. “Je kunt niet zeggen: we bouwen alleen voor eigen inwoners. Dus de vrees bestaat dat je bouwt voor mensen uit Amsterdam en de Randstad die hier gaan wonen. Levert het wel zoveel woningen op voor de dorpsbewoners, vragen mensen zich af?”
Lees ook:
In gezinsdorp Putten zoeken veel jongeren vergeefs naar een huis
Ook Putten kampt met een wooncrisis: jongeren die er geboren en getogen zijn, vinden er vaak geen huis, en dat gaat meespelen in de gemeenteraadsverkiezingen. De lokale politiek is gaan beseffen: Putten mag dan ‘vanouds een gezinsdorp’ zijn, met alleen eengezinswoningen zijn jonge inwoners niet geholpen.