Palmolieplantages
Vooral vrouwen zijn de dupe van de palmolieplantages
Bedrijven zullen meer oog moeten hebben voor vrouwenrechten. In Guatemala voelen zij de gevolgen van de palmolie-industrie.
Sinds de oliepalm naar het dorp Carolina in Guatemala kwam, en palmoliebedrijven er hun plantages aanlegden, stinkt de rivier San Román. Vissen sterven en dorpelingen worden ziek van het geelkleurige drinkwater: huiduitslag, overgeven. De 285 families in Carolina vinden geen gehoor bij de palmoliebedrijven, vertelt Lucía García Caal (47) aan onderzoekers van ActionAid. Deze mensenrechtenorganisatie heeft in het Midden-Amerikaanse land zeven palmoliebedrijven in kaart gebracht die betrokken zijn bij misstanden. Waaronder ook landroof en intimidatie van de bevolking.
Mensenrechtenschendingen door bedrijven zijn niet ‘gender-neutraal’, vaak hebben vrouwen meer te lijden dan mannen, zegt ActionAid. Dat blijkt ook uit hun vandaag te verschijnen rapport ‘Vrouwenrechtenschendingen in de Nederlandse palmolie-productieketens’, waarin ActionAid en onderzoeksbureau Profundo de problemen in Guatemala verbinden met de Rotterdamse haven en de Nederlandse supermarkt. Ook de ombudsman voor de mensenrechten in Guatemala heeft zich in het dossier verdiept.
Het door chemicaliën vervuilde water is voor de hele inheemse gemeenschap van Carolina gevaarlijk: iedereen kan ziek worden. Maar het zijn de vrouwen die de zieken moeten verzorgen. De vrouwen moet op zoek naar schoon water. De vrouwen moeten als gevolg van ontbossing verder lopen om voedsel te vinden. En het zijn de vrouwen die (seksueel) worden geïntimideerd als ze protesteren bij de bedrijven. Ook worden ze niet geconsulteerd als een onderneming opeens het land opeist.
Pindakaas en palmolie
Van de palmolie uit Guatemala gaat 43 procent naar de Rotterdamse haven. Raffinaderijen van internationale concerns verkopen de bewerkte olie aan de levensmiddelenproducenten Unilever en Nesté. Dat je pindakaas niet hoeft te roeren in de pot, en dat shampoo zo soepel uit de fles stroomt, is te danken aan palmolie.
Unilever en Nestlé hebben hun eigen ontwikkelingsprojecten en mensenrechtenbeleid ontwikkeld, bijvoorbeeld tegen kinderarbeid, ontbossing en uitbuiting. Unilever zegt volgens de onderzoekers de situatie in Guatemala te gaan verifiëren. “Schending van mensenrechten is onacceptabel en we werken er hard aan om dit aan te pakken, waar het zich ook voordoet in onze toeleveringsketens”, zegt een woordvoerder van Nestlé. “Van de zeven fabrieken die door ActionAid zijn onderzocht, kopen we bij twee in. Onze directe leverancier Cargill werkt samen met deze fabrieken (molens) en we blijven de voortgang met hen opvolgen.”
“Kijk je naar de regels, dan schiet hun beleid te kort”, zegt Rachel Walker, vrouwenrechtenexpert bij ActionAid. Bedrijven zijn verplicht om zich structureel bezig te houden met misstanden in hun keten. De werkgroep van de Verenigde Naties voor bedrijven en mensenrechten zegt dat ‘dit aanhoudende onderzoek zich ook moet richten op mogelijke en daadwerkelijke schendingen van vrouwenrechten’.
‘Ga op zoek naar de mistanden’
Ga er nadrukkelijk naar op zoek, luidt de oproep van ActionAid. Want anders komen de specifieke problemen waartegen vrouwen aanlopen niet in beeld. Ontbossing als gevolg van palmolieproductie is met de satelliet makkelijk te herkennen. Maar om te ontdekken dat een toeleverancier vrouwen in een gemeenschap in Guatemala intimideert, moet een bedrijf zich meer inspannen.
“Ons onderzoek laat zien hoe deze bedrijven tekortschieten om de mensenrechten en vrouwenrechten specifiek te waarborgen en met welke schendingen lokale gemeenschappen en vrouwen te maken krijgen”, zegt Walker. “Vrijwillige maatregelen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn onvoldoende, omdat er voor die gemeenschappen weinig tot niks verandert.”
Op de plantages in Guatemala is niet veel werk te vinden voor de lokale bevolking, oliepalmen hebben weinig verzorging nodig. Lucía García Caal zou het liefst zien dat de palmolieindustrie helemaal verdwijnt uit de omgeving van Carolina. “Het doet me verdriet dat er niets wordt gedaan om onze problemen op te lossen.”
Kabinet wil mensenrechtenwet voor bedrijven
Het kabinet wil dat er wetgeving komt die bedrijven verplicht om rekening te houden met mensenrechten in hun bedrijfsvoering. Het bestaande beleid is onvoldoende effectief, vindt minister Sigrid Kaag van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Tot dusver konden bedrijven er vrijwillig voor kiezen om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Maar hiermee zijn te weinig resultaten bereikt, schrijft de minister aan de Tweede Kamer. De mensenrechtenconvenanten - de samenwerkingsverbanden tussen bedrijven, vakbonden, ngo’s en de overheid - hebben in zes jaar tijd slechts 1,6 procent van alle bedrijven bereikt. Een nieuwe wet moet ervoor zorgen dat bedrijven hun keten doorlichten, misstanden aanpakken en slachtoffers compenseren. Het kabinet geeft de voorkeur aan een Europese wet, zodat voor buitenlandse concurrenten dezelfde regels gelden. In 2021 moet bekeken worden of zo’n wet in Brussel kansrijk is. Overigens hebben ook allerlei bedrijven, waaronder Nestlé, zich uitgesproken vóór wetgeving.
Lees ook:
Afspraken tussen bedrijven zijn mooi, maar ze helpen niets tegen uitbuiting, geweld en landroof.
Nederlands beleid om via convenanten misstanden in wereldwijde productieketens aan te pakken, heeft niet gewerkt.