Misstanden
Veel meer meldingen van arbeidsuitbuiting: ‘Dit is het topje van de ijsberg’
De Nationaal Rapporteur Mensenhandel kreeg vorig jaar 449 meldingen van arbeidsuitbuiting binnen, veel meer dan in vorige jaren. Maar veel blijft buiten de cijfers. “Wij melden vaak niet omdat er toch niets mee gebeurt”, vertelt FNV-bestuurder Edwin Atema.
Vakbondsman Edwin Atema maakte laatst met zijn team weer eens een ronde langs verschillende snelwegparkeerplaatsen in en om Nederland. Zoals gebruikelijk zag hij veel Litouwse nummerplaten, maar weinig Baltische chauffeurs. “Meestal komen ze uit Belarus, Oekraïne of Centraal-Aziatische landen”, vertelt hij. En bijna altijd is hun werksituatie zorgelijk. Ze leven weken vanuit hun cabine, zitten veel te veel op de weg – vaak met een onklaar gemaakte tachograaf – en kunnen onder druk van hun werkgever zelden uit die situatie ontsnappen.
Een typisch geval van ‘arbeidsuitbuiting’, weet Atema. Maar er daadwerkelijk iets aan doen? Ook FNV staat machteloos. “Wij melden het vaak niet eens meer bij de Inspectie SZW”, zo verwijst hij naar de instantie die op dit soort misstanden moet handhaven. “Uiteindelijk is de conclusie bijna altijd: ‘Het is niet erg genoeg, nog een goede reis verder’.” Een melding schaadt een chauffeur daardoor eerder dan dat hij er baat bij heeft. “Iemand moet al een drempel over om zich te melden, en rijdt dan verder met het idee dat dit normaal is in Nederland.”
De 449 gevallen zijn ‘een topje van de ijsberg’, maar op die ijsberg is amper zicht
Het aantal meldingen van arbeidsuitbuiting nam in 2020 enorm toe, meldde Nationaal Rapporteur Mensenhandel Herman Bolhaar eerder deze week in Nieuwsuur. 449 casussen kwamen er binnen, terwijl dat aantal in de voorgaande jaren meestal rond de 250 of nog daaronder lag. Dat cijfer laat in elk geval zien dat er iets aan de hand is. “Een topje van de ijsberg”, noemde Bolhaar het in de tv-uitzending.
Maar zelfs op het gedeelte dat boven het wateroppervlak uitsteekt, lijkt het zicht in dit geval beperkt. De chauffeurs die FNV tegenkwam, zitten in elk geval niet in de cijfers. “Terwijl bij al die buitenlandse chauffeurs in Litouwse vrachtauto’s sprake is van een reëel vermoeden van arbeidsuitbuiting”, benadrukt Atema. “We hadden dus ruim honderd meldingen kunnen doen, alleen al naar aanleiding van deze rondgang.”
Meer dan de helft van de melders komt uit Polen
Het grootste deel van de 449 meldingen die wél bij de Nationaal Rapporteur liggen, is afkomstig van Fairwork. Die stichting richt zich specifiek op het begeleiden van slachtoffers van moderne slavernij en het registreren van hun casussen. Die situaties meldt Fairwork wél altijd bij de Nationaal Rapporteur; alleen de zwaardere gevallen komen bij de Inspectie SZW terecht. “Omdat we verwachten dat veel casussen toch niet gelabeld zullen worden als uitbuitingszaken”, laat een woordvoerder weten. “Bij ‘keiharde’ uitbuitingszaken is er momenteel goede aandacht voor slachtoffers, maar de lat om een zaak in onderzoek te krijgen, ligt volgens ons te hoog.”
Wat voor zaken er in 2020 vooral uitsprongen, analyseert de Nationaal Rapporteur momenteel nog. Uit de data van Fairwork, dat ruim 400 zaken aandroeg, is al wel een beeld te distilleren. Zo blijkt dat er relatief veel casussen van schoonmakers (43 gevallen) en huishoudelijk werkers (23 gevallen) naar voren kwamen. Zij meldden zich vorig jaar in toenemende mate omdat ze geen kant meer op konden: door de coronacrisis vielen veel werkadressen weg. Daarbij kwamen onder meer situaties aan het licht van mensen die al jaren zwaar werden onderbetaald.
Ook uit sectoren als horeca (33), productiewerk (27), land- en tuinbouw (24) en logistiek (20) kwamen relatief veel meldingen binnen. Opvallend is verder dat meer dan de helft van de melders uit Polen komt.
‘Nederland dreigt een vrijhaven voor uitbuiting te worden’
Tot een rechtszaak komt het echter maar in een enkel geval, benadrukt FNV’er Atema. “De wet in Nederland is zo ingewikkeld dat het al snel op slecht werkgeverschap wordt gegooid”, constateert hij. “Als je bij wijze van spreken je vrachtauto langs de vluchtstrook kan parkeren en weg kan lopen, is het géén arbeidsuitbuiting. Terwijl chauffeurs vaak in situaties zitten waar ze zich niet aan kunnen onttrekken.” In een buurland als België is er juridisch veel meer mogelijk. “Daar wordt zaak na zaak tot een goed einde gebracht. Daardoor dreigt Nederland een vrijhaven voor uitbuiting te worden.”
De deur naar aanpassing van de wet staat overigens wel meer dan op een kier: het kabinet heeft dat al onderzocht, en acht aanpassing ‘wenselijk en mogelijk’. Maar een besluit is aan een volgend kabinet, schreef staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (VVD) in juli aan de Tweede Kamer.
Met aanpassing zouden niet alleen FNV en Fairwork blij zijn, maar ook de Inspectie SZW, laat een woordvoerder weten. “In de praktijk komt het voor dat er juridisch gezien te weinig aanknopingspunten zijn voor een strafrechtelijke aanpak, terwijl zaken tegelijkertijd zeer onwenselijk zijn. Wij pleiten er dan ook voor dat de regelgeving wordt gewijzigd, zodat het gemakkelijker wordt om arbeidsuitbuiting strafrechtelijk aan te pakken.”
Maar zij waren vervolgens wel gebonden aan een woning waarvoor ze de huur niet konden opbrengen.
In een eerdere versie van dit verhaal stond dat huishoudelijk werkers en schoonmakers vaak via de werkgever gebonden waren aan een woning waarvoor ze de huur niet konden opbrengen. Ook die situaties komen voor, maar niet zozeer bij deze groep.
Lees ook:
Zonder inschrijving kan de arbeidsmigrant naar zijn rechten fluiten
Inschrijving van arbeidsmigranten bij gemeenten gebeurt niet of nauwelijks, ook al is dat wettelijk verplicht. Waarom gebeurt dat niet en wat zijn daarvan de gevolgen?