Malaise
Staatsgreep drukt Myanmar in zware economische crisis
De economie van Myanmar krimpt dit jaar waarschijnlijk met 18 procent. Banken hebben geldproblemen, havens functioneren nauwelijks, kledingfabrieken krijgen veel minder bestellingen, investeringen drogen op.
De economie van Myanmar hangt in de touwen. Acht maanden na de militaire coup, waarbij de gekozen regering van Aung San Suu Kyi aan de kant werd gezet, verwachten economen dat de Myanmarese economie dit jaar fors zal krimpen. Ondertussen loopt de inflatie snel op, groeit de werkloosheid en waarschuwt het Wereldvoedselprogramma van de VN voor meer honger onder de inwoners.
De uiterst sombere voorspelling werd deze week bevestigd door een nieuw rapport van de Wereldbank. Terwijl elders in Zuidoost-Azië de economieën na een zwaar jaar wat opklimmen, voorspelt de bank dat de Myanmarese economie in 2021 met 18 procent zal krimpen. Eerder in september voorspelde de Asian Development Bank een krimp van 18,4 procent. En die voorspellingen zijn waarschijnlijk nog aan de voorzichtige kant. Economisch onderzoeksbureau Fitch Solutions waarschuwde enkele maanden geleden zelfs voor een krimp van 20 procent.
Slechte vooruitzicht vooral gevolg van de coup
Hoewel een zware corona-uitbraak ook diepe sporen achterlaat, zijn de slechte vooruitzichten vooral het gevolg van de militaire coup op 1 februari. Myanmar wordt sindsdien getekend door onrust. Hard optreden van militairen tegen anticoup-demonstranten kostte inmiddels aan ruim 1100 mensen het leven. Duizenden mensen zijn gearresteerd, en honderdduizenden weigeren aan het werk te gaan, als protest tegen het militair bestuur. Onder die laatste groep zijn veel ambtenaren.
Maar stakingen en sociale onrust zijn niet de enige oorzaken. Zo functioneren financiële instanties nauwelijks onder de junta. Het vertrouwen in de banken kreeg een zware klap toen de militairen vier van de belangrijkste financiële experts arresteerden en meer dan tweehonderd personeelsleden van de Centrale Bank van Myanmar op non-actief zette. Veel Myanmarezen hebben inmiddels hun geld van de bank gehaald, waardoor banken tegen een tekort aan liquide middelen aanlopen.
Het vertrouwen in de Myanmarese munt, de kyat, is eveneens laag. Had 1 Amerikaanse dollar voor de staatsgreep nog een waarde van 1331 kyat. Afgelopen dinsdag steeg de wisselkoers in Yangon naar 1 dollar voor 2700 kyat. “Het is een duidelijk gebrek aan vertrouwen in de eigen munt”, zegt Richard Horsey, een analist bij de International Crisis Group die jarenlang in Myanmar woonde. “Mensen willen de kyat niet meer, en verkopen ze voor dollars en goud. De dollarkoers kan dan alleen maar omhoog.”
De instabiliteit heeft investeerders uiterst voorzichtig gemaakt. Nieuwe buitenlandse investeringen bereiken Myanmar momenteel nauwelijks, terwijl juist die investeringen de afgelopen jaren een katalysator van groei waren voor het onderontwikkelde land.
Bedrijven verlaten het land
Veel buitenlandse bedrijven zien zich bovendien geconfronteerd met de vraag of ze nog in Myanmar willen blijven. Een aantal van hen heeft het land inmiddels vaarwel gezegd, zoals het Duitse Metro, dat door de crisis zijn markt volledig zag instorten. De druk wordt opgevoerd door activisten die oproepen tot een boycot en die willen dat kledingmerken niet langer orders uitzetten bij Myanmarese fabrieken. Zij hopen dat de militairen dan economisch ten gronde gaan.
Maar een boycot is niet de oplossing, zegt Vicky Bowman, directeur van het Myanmar Centre for Responsible Business. Volgens haar is dat twintig jaar geleden ook in Myanmar geprobeerd. Er sneuvelden honderdduizenden banen, maar de militairen gaven geen krimp. “Doe je dat nu, dan wordt die boycot gedragen door ruim 600.000 arbeiders. Veel van hen zijn vrouwen die elders geen werk kunnen vinden.”
Nu al is het vooral de gewone man die onder de crisis lijdt. De Internationale Arbeidsorganisatie schatte in juli dat er in het tweede kwartaal van dit jaar 1,2 miljoen banen verdwenen. En het Wereldvoedselprogramma (WFP) vreest een forse stijging van het aantal mensen dat honger lijdt. Volgens het WFP is de prijs van rijst tussen februari en juni met 13 procent gestegen. De prijs van brandstof ging zelfs met 48 procent omhoog. Zo’n hoge inflatie verslechtert de situatie van veel arme huishoudens aanzienlijk, aldus de WFP in een recent rapport.
Analist Horsey ziet geen snelle oplossing voor de crisis, tenzij de coup wordt teruggedraaid. “Het gaat nog erger worden”, voorspelt hij. “De verzetsbeweging doet er alles aan om te voorkomen dat de militairen Myanmar als een normaal land kunnen besturen.”
Lees ook:
VN bekritiseren verlenging noodtoestand Myanmar tot 2023
De Verenigde Naties hebben de verlenging van de noodtoestand in Myanmar bekritiseerd. De maatregel leidt ‘niet in de goede richting’, zei een VN-woordvoerder.