Uitkeringsfraude

Rotterdam voert een menselijker beleid: ‘Gesprekken zijn nu minder controlerend van aard’

null Beeld Suzan Hijink
Beeld Suzan Hijink

Het grote aantal Rotterdamse bijstandszaken dat het afgelopen jaar voor de rechter kwam, vormt de staart van een periode waarin de gemeente een streng handhavingsbeleid hanteerde, vooral voor gokkers. De koers is inmiddels gewijzigd, er is meer aandacht voor de menselijke maat.

Lukas van der Storm

Jacqueline Nieuwstraten is al zo’n twintig jaar sociaal advocaat in Rotterdam. Maar niet eerder maakte ze zo’n golf aan nieuwe bijstandszaken mee als in 2018. De een na de ander kwam langs op haar spreekuur. “Allemaal mensen die te maken kregen met een heronderzoek”, blikt ze terug. “De gemeente had hun bankafschriften van de afgelopen maanden opgevraagd. En daarin kwamen nogal eens onvolkomenheden naar voren.”

Een bijschrijving van 500 euro van een familielid bijvoorbeeld. Of een paar stortingen van contant geld op de eigen rekening. Het zijn op zichzelf weinig uitzonderlijke transacties. Maar wie een bijstandsuitkering heeft, is verplicht ze te melden. Een overboeking van vrienden of familie wordt namelijk in beginsel als inkomen gezien. Wie 500 euro ontvangt, heeft 500 euro minder aan bijstand nodig om rond te kunnen komen, zo is de gedachte.

“Toen er zo’n hausse aan zaken kwamen, heb ik een brief gestuurd naar de ombudsman van de gemeente”, vertelt Nieuwstraten. “Het viel me toen op dat mensen simpelweg niet wisten dat ze iets fout deden. De gemeente gaf weliswaar aan dat mensen verplicht zijn om zaken te melden die voor hun uitkering van belang zijn. Maar de aard en de omvang van die plicht was veel mensen niet duidelijk.”

Lastige zaken

Door alle bezwaar- en beroepstermijnen die Nederland rijk is, spoelde die golf aan Rotterdamse bijstandszaken juist dit jaar bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) binnen. Bij de hoogste rechter in zaken over sociale zekerheid krijgt de gemeente in dit soort zaken over transacties en bankafschriften vaak gelijk. “In het begin heb ik me in de verdediging erg gericht op het argument dat de gemeente onvoldoende informatie geeft.” Maar dat spoor liep dood: het is juist ook de ontvanger van bijstand die geacht wordt de wet te kennen.

Het bleek soms wel effectief om heel goed te onderbouwen hoe de vork in de steel zat. “Als je duidelijk kunt maken dat een gestort bedrag bijvoorbeeld om een terugbetaalde lening ging, wil de rechter daar nog wel eens in meegaan. Maar veel vaker hebben mensen simpelweg geen administratie om het tegendeel te bewijzen.”

Toch kunnen kleine succesjes bij de Centrale Raad van Beroep juist in dit soort zaken het verschil maken, weet Nieuwstraten. Want krijgt de gemeente op een klein onderdeel toch ongelijk, dan slaagt formeel het hoger beroep. “En in dat geval moet de gemeente een proceskostenvergoeding betalen.”

Die vergoeding bedraagt al gauw boven de duizend euro, terwijl de gemeente daarvoor bij mensen met een laag inkomen doorgaans bijspringt. Minima krijgen dan dus een bedrag terug dat ze in eerste instantie niet zelf hoeven te betalen. “Het kan dus zijn dat de terugvordering alsnog voor een belangrijk deel kan worden betaald van die proceskostenvergoeding.”

Bij gokken zijn bedragen hoger

Dat geldt dan wel vooral voor de zaken waarin het om relatief kleine terugvorderingen gaat. Opvallend is echter ook het aantal Rotterdamse zaken waarin geld wordt teruggevorderd omdat een bijstandsontvanger in het casino heeft gegokt. In feite is dat een variant op andere zaken die gebaseerd zijn op rekeningafschriften. “De gemeente heeft een lijst van betaalautomaten die in het casino staan”, weet Nieuwstraten. “Als je daar geld opneemt, gaan ze ervan uit dat je gegokt hebt.”

Wie regelmatig gokt, kan met hoge terugvorderingen te maken krijgen. Een avond in een casino betekent doorgaans dat de bijstand voor de hele maand moet worden terugbetaald. De gemeente kan namelijk niet vaststellen of er sprake is van winst of verlies. Het recht op bijstand is in dat geval ‘niet vast te stellen’. Gokt een bijstandsontvanger dus in twaalf verschillende maanden, dan moet hij een jaar aan ten onrechte ontvangen uitkering terugbetalen. Ook als hij in het casino vooral veel geld heeft verloren.

Gemeente aan het denken gezet

In de twintig Rotterdamse gokzaken die in 2021 in hoger beroep voorbij kwamen, ging het in alle gevallen om duizenden euro’s. Hoewel de gemeente in dit soort gevallen bijna altijd gelijk krijgt van de rechter, hebben de vele ingrijpende zaken het Rotterdamse gemeentebestuur wel aan het denken gezet. “Tot 2019 waren we vooral gericht op fraudebestrijding”, licht een woordvoerder toe. “Maar we willen ook oog hebben voor de oorzaken van gokgedrag en het gevolg van zo’n hoge terugvordering voor een werkzoekende.”

Het leidde ertoe dat Rotterdam de eigen beleidsregels vorig jaar al aanpaste. “We willen de naar onze mening soms buitenproportioneel hoge terugvorderingen tegengaan. Met name in situaties waarbij in het casino slechts geringe bedragen zijn gepind.” Daarom laat de gemeente geldopnames tot 100 euro nu ongemoeid. Ook bij hogere bedragen krijgt iemand in eerste instantie alleen een waarschuwing, maar wordt wel meteen een intensiever traject gestart. Enerzijds om te kijken of hulp nodig is, anderzijds om te kijken of hier dan toch niet écht sprake is van fraude.

Meer aandacht voor de menselijke maat

De nieuwe regels over gokken staan niet op zichzelf. In de afgelopen twee à drie jaar is de nadruk meer op de menselijke maat komen te liggen. “Heronderzoeken doen we nog steeds, maar de aard van het gesprek is minder controlerend en meer dienstverlenend geworden”, vervolgt de woordvoerder. “Zo worden er niet meer automatisch boetes gegeven wanneer iemand bijvoorbeeld per ongeluk of door onwetendheid is vergeten om een wijziging in zijn persoonlijke situatie door te geven.”

Dat merkt advocate Jacqueline Nieuwstraten dan weer op haar spreekuur. Daar was het in 2021 juist merkbaar rustiger dan drie jaar geleden. En dus hoef je geen waarzegger te zijn voor de volgende voorspelling: in 2024 heeft de CRvB het een stuk minder druk met zaken uit de gemeente Rotterdam.

Geen gemeente kwam in 2021 zo vaak bij de Centrale Raad van Beroep als Rotterdam. Een kleine bloemlezing uit de ruim 130 inhoudelijke zaken die er vorig jaar hebben gediend:

Kinderkleren doorverkopen mag, maar handelen in puppy’s niet

Een vrouw uit Rotterdam plaatst regelmatig advertenties voor puppy’s op Marktplaats. Wanneer de gemeente daar achter komt, volgt een onderzoek of ze wel terecht bijstand heeft ontvangen. Dat leidt ertoe dat de vrouw meer dan 9000 euro terug moet betalen.

Handelen via Marktplaats is op zichzelf niet verboden voor mensen met een bijstandsuitkering. Als zij incidenteel wat privéspullen verkopen of kopen, mag dat gewoon. Dat wordt anders als er sprake is van structurele handel. In dat geval mag de gemeente stellen dat iemand in feite gewoon aan het werk is en geld verdient. En dat heeft dan gevolgen voor de uitkering: die is dan immers deels of helemaal niet meer nodig.

De vrouw blijkt volgens het onderzoek van de gemeente in zes maanden tijd twaalf keer een advertentie op Marktplaats te hebben gezet. Daarin bood zij de puppy’s aan voor prijzen van 650 of 700 euro per hondje. Zelf sprak ze van drie nestjes met in totaal negen puppy’s.

De structurele verkoop van honden tegen behoorlijke prijzen laat zien dat dit geen incidentele privétransacties op Markplaats waren, zo oordeelt de rechter. Hier is sprake van zakelijke handel. De vrouw had de verkoop van de puppy’s dan ook aan de gemeente moeten melden. De terugvordering is dan ook terecht.

De vrouw probeert het bedrag daarvan nog omlaag te krijgen omdat zij minder inkomsten uit de handel zou hebben gehaald dan de gemeente aan uitkeringsgeld terugclaimt. Maar daar gaat de rechter niet in mee: gezien het grote aantal advertenties in korte tijd is het aannemelijk dat de vrouw meerdere moederhonden hield, en er meer dan drie nestjes zijn geweest, zo staat in de uitspraak.

Menselijke maat gaat voor de letter van de wet

Een Rotterdammer met psychische problemen krijgt een aantal bedragen van zijn broer op zijn rekening gestort, zodat hij zijn schulden af kan lossen. Als de gemeente bij een heronderzoek zijn bankafschriften controleert, wordt hij daarop aangesproken.

Giften van vrienden of familie moeten namelijk altijd aan de gemeente gemeld worden. In dat geval is er immers sprake van extra inkomsten. Er is dan minder bijstand nodig, dus gaat de uitkering omlaag. Het geld dat deze man van zijn broer kreeg, noopt de gemeente er daarom toe bijna 3000 euro aan te veel ontvangen bijstand terug te vorderen. Ook krijgt hij een boete van 590 euro opgelegd.

De gevolgen voor de man zijn groot: hij dacht met hulp van zijn broer juist het goede te doen, en zijn laatste schulden af te lossen. In plaats daarvan kampt hij nu met een nieuwe schuld aan de gemeente. De gevolgen voor zijn psychische gesteldheid zijn groot, blijkt uit verklaringen van zijn huisarts en psycholoog. Hij raakt gedemoraliseerd door het gebrek aan perspectief en verliest zijn vertrouwen in instanties. De stap naar betaald werk - en dus uit de bijstand - raakt daardoor verder uit zicht.

Het brengt de Centrale Raad van Beroep tot een van de opvallendste uitspraken van 2021. De gemeente Rotterdam heeft - puur kijkend naar de regels - gelijk. Maar wanneer er sprake is van ‘onaanvaardbare sociale gevolgen’ móet de gemeente juist een uitzondering maken. Een beroep op dat soort bijzondere omstandigheden wordt meestal afgewezen. Maar in dit geval laat de rechter de psychische gezondheid van de man boven de letter van de wet gaan. De terugvordering en boete gaan dus van tafel.

Bijzondere bijstand wordt door de rechter bijna nooit alsnog toegekend

De Centrale Raad van Beroep buigt zich ook met grote regelmaat over zaken rondom ‘bijzondere bijstand’. Daarop kunnen mensen met een minimuminkomen een beroep doen als ze met een onverwachte kostenpost worden geconfronteerd.

Dat doet ook een vrouw uit Rotterdam die een nieuw bed voor haar 15-jarige dochter wil kopen. Zij is arbeidsongeschikt en krijgt haar Wajong-uitkering doorgaans via het UWV. Bijzondere bijstand is echter altijd een zaak voor de gemeente, die de aanvraag in dit geval afwijst. Een bed, zo stelt de gemeente Rotterdam, valt onder de ‘incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan’.

Een bed is daarmee in beginsel een uitgave waarvoor ook iemand met een uitkering zelf moet kunnen sparen. Bij de hoogte van het uitkeringsbedrag is namelijk rekening gehouden met het feit dat mensen geld opzij moeten kunnen leggen voor bijvoorbeeld een bed of koelkast.

Maar in dit geval beroept de vrouw zich op medische noodzaak en bijzondere omstandigheden. Zij slaapt namelijk samen met haar dochter in één tweepersoonsbed. Dat leek destijds een goede keuze, maar vanwege haar medische toestand gebruikt zij nu een apneu-apparaat. Het geluid daarvan houdt haar dochter uit haar slaap.

Die opmerkelijke reden doet echter niets af aan de noodzaak om van tijd tot tijd een nieuw bed aan te schaffen, oordeelt de rechter. De gemeente Rotterdam mocht de aanvraag daarom weigeren.

Overigens krijgen gemeenten in zaken over bijzondere bijstand bijna altijd gelijk. Zij mógen best coulant zijn en een plotselinge grote uitgave vergoeden. Maar dat is dan ‘buitenwettelijk begunstigend beleid’. Zolang een gemeente haar eigen regels maar consequent toepast, is ze alleen in heel bijzondere omstandigheden verplicht tot een gift.

Lees ook:

Je bijstand vergokken in het casino? Rotterdam treedt er hard tegen op

Rotterdam is met een enorme voorsprong koploper als het gaat om het aantal rechtszaken tussen de gemeente en mensen met een bijstandsuitkering. Daarbij valt onder meer het grote aantal terugvorderingen vanwege gokken in een casino op.

Laag waterverbruik? Bijstandsfraude! Die conclusie trekt gemeente nogal eens te snel

Bijstandsgerechtigden die weinig water verbruiken, worden nogal eens te makkelijk beschuldigd van fraude. De gemeente veronderstelt dan dat zij vanwege het lage verbruik op een ander adres wonen. Maar die redenering houdt bij de rechter lang niet altijd stand.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden