Stroomvoorziening
Nederlandse stroom wordt groener: veel windmolens en zonnepanelen erbij
De Nederlandse stroomproductie vergroent. Het aandeel van zon en wind daarin nam vorig jaar fors toe.
Zon en wind worden steeds belangrijker voor de Nederlandse stroomvoorziening. In 2020 nam de hoeveelheid door zon en wind geproduceerde stroom met 40 procent toe. Zon en wind dekten toen samen ongeveer een zesde van het totale Nederlandse elektriciteitsverbruik, zeg maar: het verbruik van de provincies Utrecht en Noord-Holland samen.
Het grootst was de stijging, zo meldde de beheerder van het Nederlandse hoogspanningsnet Tennet woensdag, bij offshore wind: windparken op zee leverden 66 procent meer stroom dan in 2019. Dat kwam vooral door de ingebruikname van de windparken aan de Zeeuwse kust (Borssele).
Meer windenergie van land dan zee
Opvallend was ook de groei van zonnestroom: 49 procent meer. Daarbij ging het zowel om nieuwe grote projecten (zonneparken) als kleine (panelen op huizen en kantoren). De stroomproductie van windmolens op land steeg ook, maar niet zo veel. Alle windmolens op land produceerden samen nog wel anderhalf keer zo veel stroom als alle (Nederlandse) windparken op zee.
“De transitie naar duurzaam begint gestalte te krijgen”, concludeerde Tennet-directielid Maarten Abbenhuis tijdens een toelichting op de door Tennet gepresenteerde gegevens. Van de 102 terawattuur aan stroom die Nederland vorig jaar produceerde, kwam ongeveer 9 procent voor rekening van windmolens op land, bijna 8 procent van zonneparken en -panelen en bijna 6 procent van offshore wind. Het verstoken van biomassa was goed voor een kleine 5 procent. Aardgas was goed voor ongeveer 57 procent.
Corona maakte gas goedkoper
Ook in andere opzichten was 2020 een opvallend stroomjaar. Voor het eerst sinds 1981 was Nederland een netto exporteur van stroom en België en het Verenigd Koninkrijk waren belangrijke afnemers. De dagprijzen voor stroom lagen gemiddeld een stuk lager (19 procent) dan in 2019. Dat kwam vooral doordat gas veel goedkoper werd (gemiddeld 35 procent) en dat kwam weer deels door de coronacrisis.
De vraag naar stroom daalde tijdens de eerste lockdown vorig jaar, zij het niet heel veel. Daarbij daalde de industriële productie – veel industrieën gebruiken aardgas als grondstof – en ook dat drukte tijdelijk de vraag naar en de prijs van gas. Inmiddels is gas weer iets duurder dan het net voor de coronacrisis was.
Verlies voor kolencentrales
Ook kolen werden werden vorig jaar een flink stuk (gemiddeld 22 procent) goedkoper. Mede door de lage gasprijzen én door de hogere CO2-heffing op kolenstroom was ‘gasstroom’ goedkoper dan ‘kolenstroom’. Dat kwam de vraag naar gas, een schonere energiebron dan kolen, ten goede. De productie van stroom uit gas was bijna het hele jaar groter dan de productie van kolenstroom. Kolen waren vorig jaar goed voor ongeveer 7,5 procent van de Nederlandse stroom. Twee jaar geleden was dat nog drie keer zo veel. Kolencentrales draaiden, meldde Tennet, een groot deel van 2020 met verlies.
Lees ook:
Tennet draait recordomzet en gaat fors investeren in groene energie
Tennet kwam covidjaar 2020 goed door. Maar de investeringen in het hoogspanningsnet moeten drastisch omhoog.