Winststprong
In het eerste half jaar heeft Rabobank goed geboerd
De economie veert op en Rabobank ook. De coöperatieve bank had een lucratief half jaar. Al zijn er nog bedrijven die een vorm van coronasteun van de bank krijgen.
Anderhalf jaar na het begin van de coronacrisis verleent de Rabobank nog financiële steun aan zo’n vijfduizend klanten, voornamelijk bedrijven. Dat zijn vooral bedrijven die nu nog hinder ondervinden van coronaregels, zoals hotels, restaurants, cafés en andere uitgaansgelegenheden, die in 2021 uitstel van rentebetalingen – of andere vormen van steun – hebben gekregen van de Rabobank. Of van verlenging van dat uitstel.
Tegelijkertijd zijn er 79.000 klanten die eerder steun kregen, maar die die steun nu niet meer nodig hebben. Al wil dat niet zeggen dat zij hun in 2020 opgelopen betalingsachterstand ook allemaal al hebben ingelopen. De belangrijkste schuldeiser van veel bedrijven is overigens de Belastingdienst, zei bestuursvoorzitter Wiebe Draijer in een toelichting op de resultaten van Rabobank in de eerste helft van dit jaar.
Dat de verzoeken om steun drastisch zijn afgenomen, geeft al aan dat het economisch veel beter gaat dan vorig jaar. Krimp is omgeslagen in groei. Dat was te zien aan de nettowinst die Rabobank in de eerste zes maanden van dit jaar haalde: bijna 2,2 miljard euro tegen 227 miljoen euro in de eerste helft van 2020.
Vertekend beeld
Maar die cijfers geven een vertekend beeld, zeiden Draijer en financieel directeur Bas Brouwers. Banken moeten inschatten hoe groot de kans is dat zij hun leningen niet terugkrijgen. Dat doen ze op basis van de economische vooruitzichten. In maart vorig jaar waren die vooruitzichten hondsberoerd: er werd rekening gehouden met een economische krimp van 6 tot 8 procent. Op basis van die verwachtingen stopte Rabobank 1,4 miljard euro in zijn zogeheten stroppenpot: leningen die mogelijk oninbaar zijn – of die dat zouden kunnen worden. Vooral daardoor kwam de halfjaarwinst vorig jaar zo laag uit.
De werkelijkheid bleek later minder honds. Afgelopen half jaar kon Rabobank daardoor netto 274 miljoen uit zijn stroppenpot halen – de leningen waren wel inbaar – en dat bedrag aan zijn winst toevoegen. In andere woorden: als Rabobank in 2020 had kunnen uitgaan van de daadwerkelijke krimp, had de bank vorig jaar minder in zijn stroppenpot hoeven stoppen en een hogere winst behaald. De winst van 2,2 miljard over het afgelopen half jaar was dan lager uitgevallen. Het aantal klanten dat echt in de problemen zit en niet aan zijn verplichtingen kan voldoen, is overigens maar klein, meldde Draijer.
Het aantal mensen dat zich bij Rabobank bezighoudt met het navlooien van klanten en hun transacties – om zo witwassen te voorkomen – steeg met 500 naar 4500, ruim 10 procent van het totale personeelsbestand dat daardoor het afgelopen jaar redelijk op peil bleef. Wel gingen er in het kader van een vorig jaar aangekondigde reorganisatie zo’n 500 banen verloren. In totaal vervallen er door die reorganisatie vijfduizend arbeidsplaatsen. Rabobank hoopt een deel van die mensen elders in de bank te kunnen onderbrengen.
Huizenbezitters komen verplichtingen vrijwel altijd na
Particulieren die door de coronacrisis financieel in het gedrang zijn gekomen, zijn er maar weinig. Huizenkopers komen hun financiële verplichtingen vrijwel altijd na. Toch moet Rabobank, de grootste hypotheekverstrekker van Nederland, enigszins tot ergernis van Draijer en Brouwers, wel 1,5 miljard euro extra vrijmaken als extra buffer voor het geval huizenbezitters toch in gebreke blijven.
Die verplichting vloeit voort uit regels van De Nederlandsche Bank (DNB) en toekomstige EU-regels. Zowel DNB als de Europese Centrale Bank vindt al jaren dat Nederlanders veel te veel geld kunnen lenen voor de aankoop van een huis. Die hoge schulden kunnen, ooit, een gevaar vormen. Draijer en Brouwers wezen gisteren nog eens op de praktijk: dat Nederlanders hun hypotheekverplichtingen vrijwel altijd nakomen.
Rabobank gaat zelf ook investeren in huizen. De bank begint mogelijk dit najaar al met de plaatsing van de eerste van de in totaal 12.000 flexibele, duurzame huurwoningen. Rabo gaat die in principe voor vijftien jaar verhuren. Daarna kunnen gemeenten de vergunningen voor die woningen verlengen of die woningen verplaatsen. Ze zijn demontabel.
Lees ook:
ABN Amro opnieuw verdachte in onderzoek Openbaar Ministerie
ABN Amro heeft opnieuw het Openbaar Ministerie achter zich aan. Voor twee kwesties: een over belastingfraude, de ander over verkeerde verrekeningen van dividendbelasting.