Alfa's in de ICT
In een paar maanden van letterkundige naar programmeur
Het is populair: hoogopgeleiden uit de geesteswetenschappen die zich via een sneltreincursus laten omscholen om in de IT te werken, als programmeur of ontwikkelaar.
Wie aan een opleiding filosofie of letterkunde begint, verwacht niet een paar jaar later als programmeur te werken. Veel afgestudeerden in de geesteswetenschappen gaan echter via de ICT-sector de bètakant in op de arbeidsmarkt. “15 procent van de letterkundigen werkt vijftien maanden na hun afstuderen in de ICT-sector”, vertelt Michel van Smoorenburg, arbeidsmarktadviseur van het UWV. “Bij mediastudies is dat 31 procent.”
Veel alfa’s zijn bang om geen baan te vinden en gaan daarom in de ICT werken. Daar staan veel vacatures open. Het tekort aan personeel in de ICT wordt alleen maar groter. Zeven op de tien vacatures worden niet vervuld, zegt het UWV. Nergens is de behoefte aan arbeidskrachten zo groot als in de ICT. Werkgevers laten weten dat 70 procent van de ICT-vacatures moeilijk vervulbaar zijn.
Het tekort aan ICT-professionals is vooral zichtbaar in beroepen op hoger en wetenschappelijk beroepsniveau, meldt het UWV. Het gaat dan onder meer om softwareontwikkelaars in specifieke talen of toepassingen, databasebeheer en analyse en veiligheidsspecialisten. Uit hun onderzoek blijkt dat 78 procent van de moeilijk vervulbare vacatures gericht is op hbo’ers.
Sneltreinvaart
Allerlei instanties bieden daarom opleidingen aan om hoogopgeleiden in sneltreinvaart om te scholen tot ICT’er. Zoals de Hogeschool van Amsterdam met hun project ‘Make IT Work’. De hogeschool ging in 2015 aan de slag om de duizenden openstaande ICT-functies in de regio Amsterdam te vullen. Sindsdien zijn ruim vierhonderd mensen binnen een jaar opgeleid om in de ICT aan de slag te gaan, zegt Ronald Kleijn, projectleider van Make IT Work. Een halfjaar lang worden de cursisten voltijds getraind in het programmeren en analyseren van data. Daarna gaan ze meteen aan de slag bij een werkgever.
“Bijna al onze kandidaten komen uit alfarichtingen”, zegt hij. “Veel cursisten hebben geschiedenis, journalistiek of communicatie gestudeerd.” 97 procent van de cursisten is nog steeds actief in de ICT. “Werkgevers zijn blij met onze cursisten, omdat ze vaak net even andere inzichten hebben dan de standaard ICT’er. Zo zijn ze vaak communicatief sterker.” Die communicatieve vaardigheden zijn steeds meer nodig, merkt Van Smoorenburg op. “ICT’ers komen steeds meer in contact met de klant.”
Jeroen Merry, directeur van ICT-opleider Educom, ziet ook een nadeel aan de omgeschoolden. “Het is soms lastig voor bedrijven om hen te behouden. Door hun bredere achtergrond kijken deze mensen vaak meer om zich heen waar ze verder kunnen groeien in hun carrière en vertrekken dus eerder bij hun werkgever dan een standaard ICT’er.”
Educom is een commerciële aanbieder van zogenoemde ICT-traineeships. Het bedrijf uit Sittard biedt programma’s aan waarin hoogopgeleiden uit alle richtingen zich binnen een jaar ontwikkelen tot programmeur. Merry: “96 procent van onze trainees gaat uiteindelijk in die functie aan de slag”. De vooruitzichten op de arbeidsmarkt voor ICT’ers zijn dan ook heel goed, weet het UWV. Het aandeel werkgevers in de ICT-dienstverlening dat problemen ervaart door een gebrek aan personeel ligt met 40 procent veel hoger dan bij andere bedrijven, waar gemiddeld 24 procent last heeft van te weinig arbeidskrachten.
‘Mijn droombaan is om als ICT’er met geschiedenis te werken’
Bart Peeters (28) is opgeleid als historicus, maar werkt nu als ICT’er bij de bank Van Lanschot Kempen.
“Na de master geschiedenis wist ik niet zo goed wat ik wilde doen. Ik dacht aan het onderwijs, maar dat bleek toch niets voor mij. Pas na een tijdje kwam ik bij de ICT. Tijdens mijn studie vond ik het al leuk om met datasets te werken.
“In een paar maanden ben ik opgeleid in de ICT. Bij de bank komt een hoop data binnen en ik zorg dat die goed wordt verwerkt. Dat bevalt hartstikke goed. Ik merk dat ik voordeel heb van mijn opleiding als historicus. Bij geschiedenis heb ik al geleerd veel informatie te verwerken. Ook ben ik, denk ik, communicatief wel wat sterker dan de meeste collega’s. ICT’ers hebben de reputatie niet erg spraakzaam te zijn. Een nadeel is dat ik tijdens mijn studie heb geleerd om veel te nuanceren. Dat komt niet van pas als je snel beslissingen moet nemen.
“Geschiedenis is nog steeds een van mijn grootste passies, maar je kunt er weinig mee in het werkveld. Mijn droombaan is nu om als ICT’er met geschiedenis te werken. Zo lijkt het me geweldig om data te beheren voor een historische instantie als het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.”
‘Ik heb geen spijt van mijn alfa-studie’
Remco van der Veen (28) studeerde Engels en taalwetenschap en werkt nu als ontwikkelaar bij Educom.
“In het vakgebied van mijn studie zijn weinig banen, die zijn vooral in de wetenschap. Daar had ik in het begin wel zin in, maar die animo is later afgenomen omdat ik daar veel moeite voor zou moeten doen.
“Ik hoorde veel over werk in de ICT. Ik had al een beetje affiniteit daarmee. Op de middelbare school programmeerde ik voor de lol op mijn grafische rekenmachine en ik paste zelf games aan die ik speelde. De omscholing verliep soepel en na drie maanden werd ik al geplaatst bij een werkgever. Daar heb ik weinig aan mijn studie Engels, maar wel aan taalwetenschap. Daar moet je namelijk net als in de ICT op zoek naar patronen om daar conclusies uit te trekken.
“Ik heb geen spijt van mijn keuze voor een alfastudie, die is toch erg waardevol. In een academische opleiding doe je een bepaalde abstracte manier van denken op. In de praktijk maakt het niet zoveel uit of dat nou alfa of bèta is. De dingen uit mijn studie die niet van pas komen in mijn werk kan ik altijd nog in mijn hobby’s kwijt.”
Lees ook:
Alfa’s komen in opstand: ‘Een democratie kan niet zonder geesteswetenschappen’
WOinActie organiseerde onlangs alternatieve opening van het academisch jaar. De groep keert zich tegen het voorgenomen kabinetsbesluit om geld over te hevelen van geesteswetenschappen naar bèta en techniek.