Levensverwachting
Hoe oud worden we - en wat gaat dat kosten?
Het is een cruciale vraag voor pensioenfondsen en voor de AOW-leeftijd: hoe oud gaat de Nederlander worden? Hoe ouder, hoe duurder het plaatje.
Hoe oud gaan we worden in Nederland? Stijgt de levensverwachting nog verder, of is er een omslagpunt in zicht? Het antwoord op die vraag heeft direct invloed op de begroting van pensioenfondsen en op de uitgaven aan AOW-uitkeringen.
De vakbeweging heeft hard geknokt om de AOW-leeftijd minder hard te laten stijgen dan het kabinet eigenlijk wilde. In het onlangs afgesloten pensioenakkoord is die leeftijd vastgesteld op 66 jaar en vier maanden, twee jaar lang, waarna de ingangsleeftijd langzaam oploopt naar 67 jaar in 2024. Daarna stijgt die mee met de levensverwachting in Nederland. Niet één op één, zoals tot nu toe in de wet stond, maar met ‘slechts’ met acht maanden per gewonnen levensjaar.
AOW-uitkeringen worden vooral gefinancierd door de huidige werknemers, die daar premie voor afdragen. Maar die premies zijn bij elkaar niet genoeg om alle gepensioneerden van een uitkering te voorzien. De overheid legt jaarlijks ongeveer 4 miljard euro bij. Dat bedrag stijgt als Nederlanders ouder blijven worden. Maar blijven ze dat ook?
Zo vanzelfsprekend is dat niet. In de Verenigde Staten daalde de levensverwachting in een paar jaar tijd met een paar maanden. De teller stond in 2017 op 78,8 jaar. In het Verenigd Koninkrijk stagneert de levensverwachting. Projecties voor de toekomst wijzen zelfs op een afname van vijf maanden.
Als het om de hoogte van pensioenen gaat, varen beleidsmakers niet op de levensverwachting van pasgeboren kinderen. Ze kijken naar het verwachte aantal levensjaren dat een gemiddelde 65-jarige nog voor de boeg heeft. En warempel, dat aantal was in 2018, voor het eerst in jaren, iets lager dan in 2017. Twee jaar geleden mocht een gemiddelde 65-jarige nog op 20,3 jaar rekenen. Vorig jaar op 20,29 blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Fluctuaties
Die gemiddelde daling is niet meer dan een paar dagen. Het stelt niets voor vergeleken met de stijging sinds 1950 (een 65-jarige mag sinds dat jaar op meer dan vijf jaar extra levensjaren rekenen). Vandaar ook dat hoogleraar Fanny Janssen (Rijksuniversiteit Groningen) vrolijk lacht bij het horen van die leeftijdsdaling van 0,01 jaar. “Zulke fluctuaties vinden weleens plaats. Ze zijn zelden de voorbode van een trend.”
In Nederland stijgt de levensverwachting nog wel even verder, zegt ze. “Wij verschillen toch wel erg van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.” Ze licht toe: “Er niet heel veel duidelijkheid over, maar we weten wel dat in Amerika de opiatencrisis meespeelt.” De massale verslaving aan zware pijnstillers leidt heeft er tot veel sterfgevallen geleid. In het Verenigd Koninkrijk lijken de bezuinigingen op gezondheidszorg en sociale welzijnsprogramma’s een rol te spelen.
“Nederlanders lijken nog gewoon af te stevenen op een gemiddelde 86 jaar voor mannen en 90 jaar voor vrouwen in 2060. Wel zijn er nog twee kanttekeningen bij die prognose van het CBS”, zegt Janssen, die de meetmethode van het CBS ontwikkelde. “De obesitas-epidemie zit nog niet in de ramingen. Het aantal mensen met obesitas lijkt nog te groeien tot 2028 en dat zal de gemiddelde levensverwachting iets drukken. Anderzijds wordt het aantal honderdplussers mogelijk onderschat. Daardoor zal de eigenlijke levensverwachting wat hóger uitvallen.”
Maar dat gedaalde vooruitzicht van de huidige 65-jarigen dan, doe 0,01 jaar? Dat is immers gebaseerd op hoe oud mensen nú worden. Dat weegt toch zwaarder dan een voorspelling over hoe oud mensen over twintig jaar worden? Janssen: “Het is een zeer kleine fluctuatie. Een fluctuatie die altijd wel eens kan voorkomen, bijvoorbeeld door een grote griepgolf. Het grote plaatje blijft ongewijzigd.”
Pensioenfondsen
De levensverwachting is niet alleen van belang voor de AOW in de toekomst, ook pensioenfondsen willen weten hoe oud hun deelnemers zullen worden. Hoe ouder, hoe meer geld er nodig is om ze tot de laatste snik hun aanvullende pensioen uit te keren. Veel fondsen en pensioenverzekeraars richten zich bij die vraag niet tot het CBS, maar tot het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG).
Het genootschap komt op een ietwat hogere levensverwachting uit dan het CBS. “Het is moeilijk te zeggen hoe dat kan”, zegt beleidsadviseur Corné van Iersel. “Waarschijnlijk maakt het CBS gebruik van een ander rekenmodel.”
Zou het kabinet voor de AOW-leeftijd net als fondsen en verzekeraars gebruikmaken van de AG-gegevens, dan zou de pensioenleeftijd dus éérder omhooggaan dan nu het geval is. Gelukkig voor de vakbeweging doet het kabinet dat niet.
Lees ook:
De kloof groeit: de levensverwachting van hoogopgeleiden stijgt het snelst
Hoe oud iemand wordt en in welke gezondheid, wordt steeds sterker afhankelijk van het opleidingsniveau.
Waarom is die gezondheidskloof toch zo hardnekkig?
In lagere klassen leven mensen gemiddeld een stuk ongezonder en bovendien minder lang dan mensen in hogere. Dat gat lijkt maar niet te dichten. Toch blijven huisartsen het proberen.