Armoedeval
Hoe groot is het armoede-probleem in Nederland?
Door de inflatie wordt alles flink duurder. Toch klinken er tegenstrijdige geluiden over de financiële positie van de Nederlander. Zo werd er tijdens afgelopen koopjesfestijn Black Friday nog altijd flink geshopt.
Hebben de forse prijsstijgingen van de laatste maanden ertoe geleid dat er meer arme mensen bij zijn gekomen in Nederland? Voorzitter Leo Wijnbelt van Voedselbanken Nederland twijfelt geen moment als hem de vraag wordt gesteld: “Wij zien vooral de laatste maanden een toeloop die we in de twintig jaar dat we bestaan nooit eerder hebben gezien. In januari van dit jaar hielpen wij nog 90.000 mensen per week. Eind vorige week zijn we de grens van 120.000 mensen per week gepasseerd.”
De groei bij de 172 voedselbanken is volgens Wijnbelt zo sterk dat het stelsel van 13.000 vrijwilligers ‘begint te piepen en te kraken’. “En ik ga ervan uit dat de toeloop nog zal stijgen.” Ook het Rode Kruis waarschuwt voor een armoedeval.
Meer uitgeven is iets anders dan onbezorgde rijkdom
Maar geven mensen dan ook minder uit? In elk geval niet tijdens het koopjesfestijn Black Friday, blijkt uit pin-, creditcard- en iDeal-gegevens die Betaalvereniging Nederland analyseerde. Ook het uitgavepatroon in de horeca en supermarkten vertoont nog steeds een stijgende lijn. Maar pas op, dat is geen onbezorgde rijkdom: die omzetten stijgen niet omdat we meer kópen, maar omdat we in tijden van inflatie meer betálen.
Tussen alle dure boodschappen door meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat het aantal Nederlanders dat een bijstandsuitkering ontvangt inmiddels zes kwartalen achtereen terugloopt. Kortgeleden meldde de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) dat het aantal mensen met een betalingsprobleem in de afgelopen twaalf maanden opnieuw is afgenomen.
Eind augustus stonden ruim 538.000 mensen bij het BKR geregistreerd met een betalingsprobleem. Een jaar eerder waren dat er 632.000. In totaal hadden eind augustus 7,8 miljoen Nederlanders gezamenlijk ruim 11,8 miljoen consumptieve kredieten, tegen 8,5 miljoen Nederlanders een jaar eerder.
Schuld hebben is niet hetzelfde als arm zijn
Ergens langdurig in de min staan, wat het BKR registreert, hoeft niet per se een teken van armoede te zijn. Niet zelden gaat het om schuldenaren die niet arm zijn, maar moeite hebben om hun consumentenbrein af te remmen. Die het WK voetbal aangrijpen om een eigenlijk te dure televisie toch in huis te halen. De term ‘consumptieve kredieten’ komt niet uit de lucht vallen.
“40 procent van de mensen die een beroep doen op schuldhulpverlening heeft betaald werk”, zegt lector en hoogleraar schuldenproblematiek Nadja Jungmann. “Maar lage inkomens zijn wel oververtegenwoordigd in de schuldhulpverlening. Daarnaast zijn er mensen in de schulden terechtgekomen omdat ze verstrikt zijn geraakt in, bijvoorbeeld, een scheiding of ziekte. Velen hebben met schulden te maken. Niet voor niets waarschuwde het Centraal Planbureau laatst dat tot 1,2 miljoen huishoudens in de problemen kunnen komen bij blijvend hoge prijzen. Hoor het Rode Kruis, luister naar de Voedselbank.”
Jongeren én ouderen zijn financieel kwetsbaar
Gerechtsdeurwaarder Patrick van der Pas merkt dan weer niets van toegenomen armoede: “In mijn eigen debiteurengroep merk ik nog geen directe doorwerking van inflatie. In de beginfase van de coronacrisis deden een hoop debiteuren een beroep op coulance. Daar wordt nu nog weinig tot geen beroep op gedaan.”
Van der Pas maakt zich wel zorgen om de steeds grotere groep jongeren met schulden. “In mijn praktijk is het aantal dossiers op jongeren tot 24 jaar in een jaar tijd gestegen van 7 procent naar 19 procent en het einde lijkt niet in zicht.” Ook ouderen zijn volgens de gerechtsdeurwaarder financieel kwetsbaar: “Zij hebben vaak nog de ouderwetse moraal om zelf alles op te lossen en uit schaamte niet over schulden te praten. Ook hebben ouderen door de digitalisering grote moeite om – als ze die stap al zetten – hulp te krijgen.”
“Er is nauwelijks een beeld van te krijgen van hoe het precies is gesteld met de armoede”, zegt hoogleraar Jungmann. “Er zou een dashboard armoede of schuldenproblematiek moeten komen waarbij je alle beschikbare bronnen op dat terrein aan elkaar koppelt. Een overzicht dat toont hoeveel mensen worden afgesloten van stroom, hoeveel mensen het eigen risico op de zorgverzekering hebben verhoogd of waarop we kunnen zien dat de spaarrekeningen worden leeg getrokken. De overheid trekt miljarden uit om de crisis te bezweren, raar dat zoiets er dan nog niet is.”
Wanneer is er sprake van armoede?
“Gevoelsmatig spreken we van armoede als mensen te weinig geld hebben voor basale zaken als huur, een warm huis, warme kleding, toegang tot zorg, onderwijs en eten op tafel”, zegt Anna Custers, lector armoede interventies aan de Hogeschool van Amsterdam. “Maar we hanteren in Nederland verschillende definities die flink uiteenlopen.”
Zo gebruikt het CBS een lage-inkomensgrens die is gebaseerd op een vast koopkrachtniveau door de tijd heen, jaarlijks aangepast voor de prijsontwikkeling. Voor 2021 lag de grens voor een alleenstaande op 1130 euro netto per maand, voor een stel op 1590 euro. Met twee minderjarige kinderen gaat dat verder omhoog tot 2170 euro voor een stel.
Custers: “Daarnaast is er een beleidsmatige armoedegrens, ook wel het sociaal minimum genoemd. Dat staat gelijk aan de hoogte van de bijstandsuitkering of AOW vanaf pensioengerechtigde leeftijd. Deze armoedegrens wordt vaak gebruikt als basis voor armoederegelingen vanuit gemeenten, bijvoorbeeld de energietoeslag die in veel gemeenten gekoppeld is aan een inkomen tot 120 of 130 procent van het sociaal minimum.
Momenteel is er discussie of deze armoedegrenzen nog wel redelijk zijn, gezien de stijgende kosten voor levensonderhoud.” Het Sociaal en Cultureel Planbureau, tot slot, hanteert nog eens twee definities van armoede, het zogeheten basisbehoeftenbudget en het niet-veel-maar-toereikendbudget.
Antoinet Vissers (52)
‘Gelukkig ben ik slim’
“Er was laatst toch in het nieuws dat mensen niet meer naar de tandarts gaan omdat ze het niet meer kunnen betalen? Nou, ik ga dus ook niet. Ik wil wel, maar het is niet op te brengen. Zes jaar geleden heb ik een herseninfarct gehad waardoor ik niet meer kon werken. Ik krijg nu 1085 euro van het UWV, plus een arbeidsongeschiktheidspensioen van 100 euro netto per maand. In totaal heb ik dus 1200 euro per maand. ik krijg dan nog wel 250 euro huurtoeslag en 110 euro zorgtoeslag.
“Als ik alle vaste lasten en de boodschappen ervanaf haal en ik heb helemaal geen gekke vaste lasten, houd ik om precies te zijn 58,70 euro per week over. Daar moet ik de rest van doen. Nee, dat is niet veel. Gelukkig ben ik slim. Ik tank in België. En toen de prijzen in het voorjaar begonnen te stijgen, heb ik een petroleumkachel gekocht. Als het lukt probeer ik elke maand 100 euro te sparen voor als er iets is met de auto. Groenten verbouw ik zelf in mijn moestuin. Vervolgens vries ik ze in. Toen de inflatie echt begon, in het voorjaar, heb ik een inductiekookplaat gekocht. Dat scheelt enorm.
“Hier in Rijen, waar ik woon, zit de Weggeefhoek, daar heb ik ook heel veel aan gehad. Mensen brengen daar van alles heen, tot een bankstel aan toe. Eigenlijk zou ik naar de fysio moeten vanwege mijn handicap, maar dat kost 60 euro per week en dan zou ik mijn hele weekbedrag al kwijt zijn. Dat kan dus niet. Net als naar de bioscoop gaan, dat zou ik ook graag willen. Ja, ik klink ondanks alles positief. Als hobby maak ik dingen van hout dat ik uit het bos haal. Maar mijn andere hobby is taarten bakken en dat kan ik nu niet betalen met die dure ingrediënten.”
Lees ook:
Onzichtbare armoede onder Nederlandse moslims neemt toe.
Onder de mensen die moeite hebben om rond te komen is een groeiende groep moslims. ‘We moeten af van onze loketten-samenleving’