Energiebedrijven ontdekken de voordelen van drijvende zonnepanelen. Een belangrijke pre: dobberpanelen produceren optimaal in het steeds hetere klimaat.
Dat energiebedrijven enorme windmolens midden in zee neerzetten, daar kijkt niemand nog van op. Voor zonnepanelen is dat nog een heel ander verhaal. Bedrijven bevinden zich in een verkennend stadium. Maar dat er toekomst zit in het plaatsen van zonnepanelen in zee, drijvend op vlotten en verankerd met kettingen, daar raken steeds meer producenten van groene stroom van overtuigd. Zowel experimentele pioniers als de gevestigde orde.
RWE, vooral bekend als uitbater van grote kolencentrales, investeert in het jonge bedrijf SolarDuck (zonne-eend). Dat bedrijf ontwikkelt dobberende panelen. De eerste proefinstallatie ligt al in het water, in de Waal bij het Gelderse IJzendoorn. Een driehoekig vlot vol met zonnecollectoren. Het moet de opmaat zijn naar zonne-energieproductie op zee.
RWE ziet er wel wat in en gaat de samenwerking aan, door een belang te kopen. Bij de bouw van een nieuw offshore windmolenpark hoopt het Duitse bedrijf direct ook een zonne-eiland te plaatsen. Het mooie: de turbines en panelen kunnen hun stroom dan via dezelfde kabel naar land sturen. ‘Merganser’, is het initiatief gedoopt, in verwijzing naar de Latijnse naam van de Grote Zaagbek (een eend).
Water zorgt voor verkoeling
Een pre van zonnepanelen op water, in plaats van op daken of velden, is dat ze goed presteren in een warm klimaat. Naarmate er vaker hitterecords sneuvelen, als gevolg van klimaatverandering, is dat welkom. Want voor bedrijven, die investeren in grote aantallen zonnepanelen, zijn rendement en terugverdientijden belangrijk. Op snikhete dagen zorgt koel water, op zee en op diepe plassen (zoals oude zandwindlocaties) voor koeling, waardoor de panelen optimaal blijven presteren.
Dat is geen overbodige luxe, reageert hoogleraar zonne-energie Wilfried van Sark (Universiteit Utrecht). “Panelen worden heet op een dak. Dat kan gemakkelijk tot een kwart rendementsverlies leiden.” De technische onderdelen, kastjes en omvormers worden warm, waardoor hun prestatie afkalft. Op kale akkers treedt ook verlies aan energieproductie op bij heet weer. Voor energiebedrijven betekent dat: minder stroomproductie, minder winst.
Naarmate het klimaat opwarmt, staan energiebedrijven voor de afweging om zonnepanelen op het water te leggen. “Het zonovergoten, hete weer onlangs leverde geen goede productie op voor zon op land”, zegt Willem Biesheuvel, manager bij het zonne-energiebedrijf Groenleven, dat panelen op velden, daken en water legt. “Een heldere voorjaarsdag levert een stuk meer elektriciteit op dan de tropische dagen vorige week.”
Niet op ondiepe plas
Biesheuvel verwacht daarom dat de energiesector steeds vaker zal lonken naar het water, bij de ontwikkeling van zonne-energie. Weerstand tegen ‘landschapsverstoring’ door zonnevelden op land stimuleert die trend ook. “Hoe dieper het water, hoe meer baat van de koeling”, zegt Biesheuvel. Zonnepanelen op een ondiepe plas neerleggen verlaagt het rendementsverlies minder, bevestigt Van Sark, omdat zo’n plas ook opwarmt bij hoge temperaturen.
De baten van koel water moeten wel opwegen tegen de hogere kosten van projecten in het water. Bedrijven zoeken daarom naar locaties waar al een stroomkabel ligt, zoals bij windmolens op zee. Dat scheelt hogere aansluitkosten. Ook kunnen meerkosten om de hoek komen kijken, om panelen op zee weerbaar te maken tegen zout en golfslag. Controles en reparaties kunnen, tijdens de pioniersfase, voor meer uitgaven zorgen dan panelen aan wal.
Een ander aandachtspunt: ecologie. Natuur- en dierbeschermers, zoals de Vogelbescherming, hameren erop dat drijvende zonnevelden niet ten koste mogen gaan van de waterkwaliteit. Ook mogen flora en fauna niet te veel verstoord worden. Voldoende zoninstraling moet dat waarborgen. Zij zien voor sommige vis- en vogelsoorten zelfs voordelen, omdat dakvormige zonnedrijvers beschutting kunnen bieden.
“In Nederland is er nog weinig bekend over de mogelijke en werkelijke ecologische effecten van zonnepanelen op water en daarom is uiterste voorzichtigheid geboden”, stelt Natuurmonumenten. Die organisatie ziet ook dat dobberpanelen ‘erg in opkomst’ zijn en dringt daarom aan op snel onderzoek naar natuureffecten.
Bij SolarDuck zegt ook directeur Koen Burgers dat grondig milieuonderzoek altijd nodig is. Natuureffecten verschillen sterk per locatie, voorziet hij. “Zonnepalen boven koraal plaatsen moet je niet doen. Dat neemt licht weg en verstoort. Maar bij kale zeebodems kan een zonneproject juist dienen als kunstmatig rif. Dat kan nut hebben voor mosselgroei en paai.”
Lees ook:
Zwolle heeft Europa’s grootste eiland van zonnepanelen, genoeg voor 25 jaar groene stroom
Bij Zwolle drijft een van de grootste zonne-eilanden van Europa. Volgens de ontwikkelaar is het natuurvriendelijk: de aanleg verliep fossielvrij en onder de panelen hangen vishutten.
Een Nederlandse primeur: zonnepanelen die drijven én draaien
Drijvende zonnecellen zijn al een stunt. Maar Evides doet er in Rotterdam nog een schepje bovenop. Het drinkwaterbedrijf laat dobberende panelen meedraaien met de zon. Dat is een primeur.