In memoriamHans de Boer

Hans de Boer (1955-2021), werkgeversvoorman die in een oranje hesje op het Malieveld stond

Hans de Boer in 2014 Beeld Hollandse Hoogte /  ANP
Hans de Boer in 2014Beeld Hollandse Hoogte / ANP

Met humor wist hij harde boodschappen te leveren, de onverwachts overleden werkgeversvoorman Hans de Boer. Als iemand de kloof tussen politiek en bedrijfsleven kleiner kon maken, was hij het.

Dirk Waterval

Eigenlijk was het officieuze startschot van zijn tijd als voorzitter van werkgeversvereniging VNO-NCW juist wel, en tegelijkertijd helemaal níét ‘typisch Hans de Boer’. Direct na een fameus geworden Volkskrant-interview, kort na zijn aantreden in 2014, wist iedereen die hem nog niet kende wie De Boer was. ‘Labbekakken’, had hij bijstandsgerechtigden genoemd die niet willen werken.

De charismatische man die zo bekend stond om zijn gevoel voor taal, om het met humor kunnen overbrengen van een harde boodschap, noemt die woordkeuze bij zijn aftreden zijn grootste fout.

“Met dat begrip heb ik tegenwind voor mezelf georganiseerd, dat had ik nooit moeten doen”, zegt hij dit najaar in een afscheidsinterview op Radio 1. Zulke woordkeuzes zetten je onbedoeld totaal buiten de discussie, merkte hij destijds. Terwijl het goed bedoeld was: hij wilde misbruik van sociale zekerheid aan de orde stellen. “Er mankeert van alles aan me, maar je kan niet zeggen dat ik me niet druk heb gemaakt om sociaal zwakkeren in de samenleving”, voegt hij daar enkele maanden geleden nog aan toe in De Telegraaf. “Maar ik kreeg zo’n ontzettend pak op mijn sodemieter.”

Onhandig zijn met taal, dat is dus niet typisch des De Boers. Het recht voor zijn rape natuurlijk wél. Zo herinnert iedereen die nauw met hem samenwerkte hem dan ook. Samenwerkte, want totaal onverwacht overleed de ‘polderaar tegen wil en dank’ in de nacht van zondag op maandag. Een hersenbloeding van enkele dagen eerder werd hem fataal. Op 66-jarige leeftijd, een dag na zijn verjaardag en net met pensioen. Het stokje binnen VNO-NCW had hij slechts enkele maanden geleden overgedragen aan opvolger Ingrid Thijssen.

Elk korreltje ervaring met onderhandelen was ineens broodnodig

Eigenlijk zou hij vorig voorjaar al stoppen, maar toen was er ineens dat coronavirus. En was elk korreltje ervaring met het onderhandelen van noodsteun voor bedrijven ineens broodnodig. Wekelijks overlegde hij in Den Haag met de andere sociale partners; MKB-Nederland en de vakbonden. Praatten ze met de verantwoordelijk ministers over steunmaatregelen of het afbouwen daarvan. Of over het instandhouden van de boete voor bedrijven die personeel dreigden te ontslaan, terwijl ze noodsteun ontvingen.

Piet Fortuin, voorzitter van vakbond CNV: “Met een grap hij kon de zaken terugbrengen naar de realiteit. Aimabel en flamboyant. Type grote mond, klein hartje.” Volgens Fortuin was De Boer ook een stuk socialer dan je misschien zou denken. “Hij wilde altijd weten hoe maatregelen zouden uitpakken voor werknemers, of wat voor invloed het zou hebben op de jeugdwerkloosheid, bijvoorbeeld.” Vakbonden en de werkgeversorganisaties riepen op om de crisis met ‘eendracht en daadkracht’ te lijf te gaan. Werknemers, werkgevers en kabinet – samen. “Die woorden kwamen van Hans”, zegt Fortuin.

Vooral aan het einde van zijn zes jaar als voorzitter kwamen de grote akkoorden los, tussen precies die drie partijen. Het klimaatakkoord, één over meer vrouwen in de top en het pensioenakkoord – na zo’n tien jaar gebakkelei. De Boer was een stevige onderhandelaar die soms ook ongenuanceerde uitspraken kon doen, zegt FNV-voorzitter Han Busker. Dat zette de onderhandelingen dan op scherp, “maar dat paste bij zijn karakter”.

“Hij was ook oplossingsgericht, open, eerlijk en betrouwbaar. Als je een afspraak had gemaakt, dan kwam hij die na.” Busker en De Boer dineerden regelmatig samen, zeiden ze in meerdere interviews. “Als er oorlog zou uitbreken, durf ik hem te bellen”, zei De Boer een keer over zijn ‘tegenpool’.

De werkgeversvoorman had iets guitigs, bijna kwajongensachtig

De werkgeversvoorman had iets guitigs, bijna kwajongensachtig. Ondernemend was hij ook. Hij kwam uit het Friese Witmarsum, wat nog was te horen aan zijn accent. Vader en moeder hadden niet veel meer dan een lagereschooldiploma. Zelf mocht hij naar het gymnasium, om daarna econometrie en openbare financiën te studeren in Amsterdam.

Niet lang daarna was hij beleidsadviseur van de regering op de Nederlandse Antillen. Veelzeggend is het bedrijfje dat hij bij terugkomst in Nederland oprichtte met studievriend Hans Kamps: Bureau Economische ­Argumentatie. Er was vraag, zo merkte De Boer, naar een adviesbureau dat geen vuistdikke economische studies leverde, maar gewoon met argumenten kwam om iets wel of niet te doen. Dat was nieuw, en een doorslaand succes.

De openbaring kwam even daarvoor in Curaçao, waar hij in 1984 minister Jan de Koning van Nederlands Antilliaanse zaken bijstond. Destijds dreigde de Shell-raffinaderij daar als grote werkgever zijn deuren te sluiten, zo zei hij later tegen Trouw. Dankzij de economische argumenten die De Boer wist aan te leveren, lukte het minister De Koning Shell open te houden. “Toen dacht ik: verdorie, hier is behoefte aan”, zei De Boer daarover. Acht jaar na de oprichting kon hij zijn bedrijf voor veel geld van de hand doen aan KMPG.

Eind jaren negentig kwam hij aan het roer te staan van werkgeversclub MKB-­Nederland, om halverwege de jaren nul een Taskforce Jeugdwerkloosheid te leiden. En zo, uiteindelijk, in 2014 voorzitter te worden van één van de machtigste lobbyclubs in Nederland. Daarbij stond hij bekend om de nauwe banden die hij met Den Haag onderhield. Rutte sprak maandag dan ook van ‘een dierbare vriend’ die hij ‘enorm [zal] missen’. De twee belden regelmatig op ­zaterdagochtend. De Boer had van bijna ­iedereen die ertoe doet in de politiek wel een 06-nummer, van links tot rechts, en liet tijdens interviews vaak vallen dat hij daar ook gebruik van maakte.

Hans de Boer in 2017 Beeld Hollandse Hoogte /  ANP
Hans de Boer in 2017Beeld Hollandse Hoogte / ANP

We gaan nu actievoeren, nu!

Als iemand de kloof tussen politiek en het bedrijfsleven kon dichten, was hij het wel, zou je dus denken. Zelf signaleerde hij die kloof in ieder geval wel, bij zijn aantreden zes jaar geleden. Maar of die kleiner is geworden onder zijn voorzitterschap?

De Boer gaat de geschiedenis in als de werkgeversvoorzitter die in een oranje hesje op een podium in het Malieveld stond. Algemeen bekend als arena van protest, maar niet zo vaak vanuit VNO-NCW. Het was tijdens de stikstofcrisis, nu bijna anderhalf jaar geleden. Op het podium sprak hij boze ondernemers en boeren toe, die ontevreden waren met hoe het kabinet omging met het afgeven van vergunningen. “We praten nu al zó lang met de politiek. We gaan nu actievoeren, nu!” Wij verdienen de centen, hield De Boer de politiek voor, en die politiek moest dus luisteren naar de ondernemers.

Daarvoor waren er al landelijke discussies over hoge bonussen voor de bedrijfstop, over het klimaat natuurlijk, over het vestigingsklimaat voor grote bedrijven en de bijbehorende belastingdruk. Tijdens De Boers VNO-tijd vond VVD-premier Rutte het nodig om het bedrijfsleven op te roepen de ­lonen te verhogen. Deden bedrijven dat niet, dreigde Rutte, dan zou hij een belastingverlaging opschorten.

En dan was er nog de mislukte lobby voor het afschaffen van de dividendbelasting in 2018. Een maatregel waar eigenlijk weinig draagvlak voor was, en die van tafel ging nadat Unilever had besloten om Rotterdam te verlaten en naar Engeland te verhuizen.

Hard op de inhoud, zacht op de man

Soms won De Boers liefde voor het uitspreken van zijn hart het dan tóch van de wens om de kloof met de politiek te dichten. Zo hield hij GroenLinks-leider Jesse Klaver in het afscheidsinterview met De ­Telegraaf medeverantwoordelijk voor het vertrek van Unilever. Klaver had ‘een politiek spel gespeeld rondom die dividendbelasting’, waardoor het Kamerlid bijdroeg aan ‘de atmosfeer rondom onze grote multinationale ondernemingen’.

Tekenend is dat De Boer Klaver later ‘een voortreffelijke jongeman’ noemde, daaraan toevoegend dat je zo iemand wel even over ‘de drempel van de wijsheid’ moet brengen. En zo lijkt aardig te kloppen, wat vakbondsleiders Fortuin en Busker over hem zeggen: hard op de inhoud, zacht op de man.

Bij televisieprogramma Buitenhof gaf De Boer daar laatst andermaal een voorbeeld van. Want wat vond hij er eigenlijk van dat de baas van De Nederlandsche Bank, Klaas Knot, stelt dat de economie harder groeit dan het besteedbare inkomen van de man op straat? Dan krijgt de interviewer uitleg. Over dat de premiedruk sinds 2008 hard is gestegen, de bijdragen dus die werkgevers betalen voor pensioen en verzekeringen. Burgers krijgen bruto een hoger inkomen, zegt De Boer, alleen er wordt meer vanaf ­gesnoept aan belasting en premies. “Knot is een voortreffelijke man, dat moet gezegd. Maar zijn analyse was hier niet helemaal compleet.”

Lees ook:

Hans de Boer vertrekt bij VNO-NCW: de ruwe bolster maakt plaats voor een klimaatvropuw.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden