InterviewPensioenen
Gepensioneerden: Het nieuwe pensioenhuis moet steviger staan dan het vorige
De Koepel Gepensioneerden kijkt kritisch mee tijdens de opbouw van een heel nieuw pensioenstelsel. ‘Er is veel geld van ouderen naar jongeren gegaan, daar moet je rekening mee houden.’
Ein-de-lijk. Naar verwachting zal minister Wouter Koolmees (sociale zaken, D66) komende week, na tien jaar onderhandelen en vervolgens nog een jaar om die onderhandelingen concreet uit te werken, een klap geven op het nieuwe pensioenstelsel. Gepensioneerden kijken kritisch mee. “Als je een heel nieuw huis bouwt, moet dat wel béter staan dan het gebouw waar je nu in woont”, zeggen Jaap van der Spek (73) en Joep Schouten (72) gebroederlijk. De bestuursleden van de pakweg 300.000 leden tellende Koepel Gepensioneerden schuiven regelmatig bij de minister aan om hun wensen en zorgen uit te spreken.
Met rijkgevulde boekenkasten op de achtergrond praten beide heren vanuit huis over het pensioencompromis, nu daar de laatste hand aan wordt gelegd. Het idee is dat fondsen werknemers straks geen zekerheid meer geven over hoe hoog de uitkering later wordt. Daardoor hoeven ze zich minder ‘arm te rekenen’, zoals de kritiek op het huidige stelsel vaak luidt. Kort gezegd: het draait om minder achter de hand houden en meer uitkeren. Met als keerzijde dat financiële tegenvallers ook eerder inwerken op de uitkering en opbouw van werkenden en gepensioneerden.
Tevreden met deze wending in de uitkomsten, waar de sociale partners en het kabinet afgelopen januari mee kwamen?
Schouten: “In principe wel. In het pensioenakkoord van vorige zomer werden nog steeds een soort toezeggingen gedaan. Vervolgens is de rente waarmee fondsen moeten berekenen hoeveel vermogen ze nodig hebben voor die toezeggingen nog verder gaan dalen, waardoor het pensioenakkoord op dat punt onhoudbaar werd. Dus de onderhandelaars hebben er goed aan gedaan dan een andere weg in te slaan.”
Van der Spek: “Maar wij wachten wel eerst de precieze berekeningen af waar het Centraal Planbureau en de fondsen straks mee komen. Die laten zien hoe het nieuwe stelsel gaat uitpakken voor Nederlanders in verschillende huishoudens en van verschillende leeftijdscategorieën. Pas als dan blijkt dat ook de ouderen erop vooruitgaan, kunnen wij de plannen steunen.”
Het kan toch een economische realiteit zijn dat ouderen er op achteruit gaan, zonder dat de onderhandelaars daar iets aan kunnen doen?
Schouten: “Natuurlijk kan de economie zo tegenzitten dat de uitkeringen minder worden. Als er voor gepensioneerden relatief maar wat verbetert.”
Waar wringt voor u de schoen nog, naast de precieze berekeningen van onder meer het CPB?
Schouten: “Wij maken ons wel zorgen over de verdelingsvraagstukken. Hoe gaan we het huidige vermogen van fondsen straks opnieuw verdelen binnen het nieuwe systeem? Denk dan bijvoorbeeld ook aan het solidariteitsfonds dat er waarschijnlijk gaat komen, een gezamenlijk potje met geld waar gepensioneerden en de jongere generaties uit kunnen putten als zij gekort moeten worden op hun uitkering. Met welk geld gaat die pot gevuld worden? Uit het vermogen dat de huidige gepensioneerden bij elkaar hebben gespaard? Dan verschuif je dat vermogen dus ‘van oud naar jong’.”
Maar de huidige gepensioneerden hebben op hun beurt toch weer te weinig premie betaald voor wat ze aan pensioen opbouwden? De zogeheten lage premiedekkingsgraad?
Van der Spek: “Dat is meer iets van de laatste jaren. En doordat werknemers te naar verhouding te weinig mochten inleggen voor hun pensioenen, terwijl de uitkeringen wel uitbetaald bleven, ging dat ten koste van de totale pensioenpot. Zo bezien is er veel geld van ouderen naar jongeren gegaan. Bij de overgang naar een nieuw stelsel moet je daar rekening mee houden.
“Ons punt is vooral dat het verdelen van pensioenvermogen evenwichtig moet gebeuren, en dat daar ook op toegezien wordt. Bijvoorbeeld doordat de Raad van Toezicht en het Verantwoordingsorgaan van een fonds daarop strenger mogen controleren.”
Voelt u zich gehoord in de hele pensioendiscussie?
Van der Spek: “Het is natuurlijk jammer dat wij niet in de stuurgroep zitten van onderhandelaars, terwijl deze hele overgang naar een nieuw stelsel ons erg aangaat. Vorig jaar hebben we tijdelijk het vertrouwen in de vakbeweging opgezegd omdat zij onze belangen niet goed vertegenwoordigden, vonden wij. Inmiddels is dat meningsverschil helemaal uit de wereld. Daarnaast moet ik zeggen: de minister luistert ook goed naar ons. We komen met regelmaat op de koffie en doen actief mee in de pensioendiscussie via een klankbordgroep.”
Schouten: “Wij snappen ook wel dat hij niet iedereen blij kan maken.”
Lees ook:
Nederland wacht ruim tien jaar op een nieuw pensioenstelsel - en nog altijd is er veel uit te werken
Minister Koolmees wil voor de zomer vertellen hoe het nieuwe pensioenstelsel er concreet uit gaat zien. De tijd dringt dus.
AFM-bestuurder: ‘Lage dekkingsgraden, dat is smullen voor de pers’
De maandelijks terugkerende heibel over lage dekkingsgraden wakkert onvrede over de pensioenen alleen maar aan, stelt toezichthouder Jos Heuvelman van AFM.