Belastingdienst
Gehate spaartaks voldoet nét aan Europese regels, oordeelt de rechter
Door de spaartaks betalen sommige spaarders te veel belasting, maar volgens de rechter is dat niet in strijd met Europese wetgeving.
De gehate spaartaks, waardoor sommige mensen belasting moeten betalen over vermogen waar ze helemaal geen inkomsten uit halen, is niet in strijd met Europese wetgeving. Veel scheelt dat niet, oordeelt de rechtbank Noord-Holland in twee zaken hierover: de wetgever heeft ‘de grens bereikt’ van wat Europees gezien mag.
Tienduizenden bezwaren heeft de Belastingdienst binnengekregen over de spaartaks, officieel de box 3-heffing. Daarin worden mensen belast alsof ze rendement halen uit hun vermogen, zelfs als ze dat geld op een spaarrekening hebben staan. En daar valt tegenwoordig helemaal geen rendement uit te halen, nu spaarrente iets uit het verleden is.
De twee zaken waar de rechter nu uitspraak in doet, en waarin de spaarders dus ongelijk hebben gekregen, zijn onderdeel van een ‘massabezwaarprocedure’. Vanwege de massale onvrede over de spaartaks heeft het ministerie van financiën samen met de Bond voor Belastingbetalers zes mensen geselecteerd die het niet eens zijn met hoe ze worden belast. Die zes zaken zullen helemaal doorgeprocedeerd worden tot de hoogste rechter, de Hoge Raad, opdat voor eens en altijd duidelijk zal zijn of deze manier van belastingheffing door de beugel kan.
Niet de hoop opgeven
Boze spaarders hoeven na dit eerste oordeel de hoop niet direct op te geven, al kregen ze nu ongelijk. Ook de Bond voor Belastingbetalers zegt niet per se teleurgesteld te zijn. De rechter meent namelijk dat de overheid bij het ontwerpen van de huidige regels meer keek naar uitvoerbaarheid dan naar het daadwerkelijke rendement dat mensen uit hun vermogen halen.
Voor mensen met bijna alleen maar spaargeld wordt die ‘werkelijkheid nu niet goed benaderd’, meldt de rechtbank, en dat had de wetgever moeten weten bij het opstellen van de wet.
Daar staat volgens de rechter tegenover dat de situatie sinds 2017 wel beter is dan die van daarvoor. Vanaf dat jaar bestaan er namelijk drie categorieën waar spaarders in vallen, geordend van relatief weinig vermogen naar veel. Hoe meer vermogen iemand heeft, hoe meer zij daarvan zullen beleggen, redeneert de fiscus. Zij betalen dan ook een hoger tarief. Kleine spaarders zullen een groter deel van hun geld gewoon op de spaarrekening stallen en dragen daarom ook minder af.
Dat blijven veronderstellingen van de Belastingdienst, want ook iemand met veel vermogen kan alles op een spaarrekening hebben staan. Voor 2017 was het echter nog veel meer eenheidsworst. De fiscus veronderstelde toen dat iedereen, grote én kleine spaarders, 4 procent rendement zou kunnen behalen op vermogen. In die zin is de regeling volgens de rechter wel ‘verfijnder’ geworden en pakt zij ‘voor de meeste belastingplichtigen gunstig uit’.
Tijdelijke oplossing
Leg dat maar eens uit aan een van de eisers in de twee zaken. Die legde zijn administratie voor om te laten zien hoe onrechtvaardig het systeem volgens hem nog altijd is. Zijn vermogen bestond in boekjaar 2017 uit 773.849 euro, waarvan het leeuwendeel op een bankrekening stond geparkeerd. Een veel kleiner deel zat in andere zaken, zoals aandelen.
De eiser rekent voor dat hij in totaal voor 1916 euro aan inkomsten verkreeg uit dat hele vermogen. De fiscus, die er vanwege zijn papieren verdeelregels vanuit gaat dat de eiser bijna vijf ton belegde, komt uit op 28.552 euro aan inkomsten uit het vermogen. De belastingaanslag: 8565 euro, ruim vier keer zoveel als de eiser überhaupt aan inkomsten genoot vanuit zijn geld.
Toch oordeelde de rechter niet in zijn voordeel. Die laat daarbij ook nog meewegen dat dit hele systeem als tijdelijke oplossing is bedoeld, zo zou blijken uit parlementaire stukken. Beide partijen kunnen zich nu opmaken voor het hoger beroep. Het is nog niet bekend wanneer dat dient.
Lees ook:
De gehate spaartaks drijft ouderen tot waanzin. ‘Ik was zó boos’
Al jaren lopen Kamerleden, fiscalisten én ouderen ertegen te hoop: de belastingheffing op spaargeld.