Vermogensrendementsheffing
Geen rendement, maar wél belasting betalen: rechter vindt 'spaartaks' discriminerend
Sparen kost tegenwoordig geld, of levert in ieder geval niets op. Toch moeten spaarders belasting betalen alsof het wél rendement oplevert. Dat strookt niet met het Europese wetgeving, oordeelt de rechter.
De stand komt uit op 2-2, nu ook de rechtbank Noord-Nederland haar oordeel heeft gegeven over de in Nederland zo gehate ‘spaartaks’. Die zogeheten vermogensrendementsheffing is discriminerend en daardoor in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, stelt de rechter in een nieuwe uitspraak.
Eerder dit jaar stelde de advocaat-generaal van de Hoge Raad zich op datzelfde standpunt. De rechtbanken Gelderland en Noord-Holland oordeelden juist dat de spaartaks nét binnen lijntjes van de Europese wet past.
Mensen met veel spaargeld voelen zich al lange tijd zwaar benadeeld door de huidige manier van heffen. Vanaf een bepaalde vermogensgrens, sinds dit jaar staat die op 50.000 euro, gaat de fiscus er vanuit dat zij dat geld beleggen. En daar dus rendement aan overhouden. Over dat veronderstelde inkomen uit hun vermogen moeten zij vervolgens belasting betalen.
Punt is dat iederéén met meer dan 50.000 euro die belasting op rendement moet betalen, ook als iemand zijn vermogen niet belegt maar liever vasthoudt op zijn spaarrekening. Dat is geen kleine groep – volgens eerder onderzoek zo’n 40 procent van alle spaarders. En uit dat sparen valt tegenwoordig amper inkomen te halen, eerder het tegenovergestelde.
Zo’n beetje alle banken rekenen inmiddels een negatieve spaarrente vanaf bijvoorbeeld 1 ton. De schoen wringt dus in het feit dat de fiscus veronderstelt, en niet per persoon checkt, wat die met zijn vermogen doet.
Beleggen levert 15 keer zoveel op
De meervoudige belastingkamer rekent dit de wetgever zwaar aan. Het ‘over één kam scheren’ van beleggers en spaarders is ‘evident van redelijke grond ontbloot’, staat in de uitspraak. De rechters wijzen erop dat de wetgever in 2017 en 2018, toen de huidige heffing het licht zag, al kon zien dat sparen en beleggen heel verschillende rendementen opleveren. In 2018 leverde beleggen bijna vijftien keer zoveel op als sparen (5,38 procent tegenover 0,36 procent). Tegelijkertijd was ook toen al bekend dat veel mensen willen vasthouden aan sparen, en hun geld ook bij lage spaarrentes niet ineens in aandelen of obligaties steken.
De uitspraak is onderdeel van een reeks proefprocedures die de Belastingdienst uitvecht met de Bond voor Belastingbetalers. Daarvoor zijn zes casussen uitgekozen van mensen die bezwaar maakten tegen de vermogensrendementsheffing die ze moesten betalen.
De uitspraken moeten uitwijzen of de spaartaks wettelijk door de beugel kan. Afgelopen maart oordeelde de rechter in Noord-Holland dat dat nét het geval is, maar dat de wetgever wel de grens heeft bereikt van wat er Europees gezien mag.
Voorlopig verandert er niets
Aan de uitvoering van de belastingheffing veranderen de uitspraken voorlopig helemaal niets. Het is geen jurisprudentie die de fiscus dwingt om het over een andere boeg te gooien, stelt de Groningse rechtbank met zoveel woorden. Wil er iets veranderen, dan moet de wet aangepast.
Daarnaast beschikt de Belastingdienst nu nog niet over genoeg informatie om te bepalen hoeveel rendement iedereen in werkelijkheid op zijn vermogen heeft behaald. In die zin kan ze nog niet zonder het veronderstellen daarvan, zo bleek eerder deze zomer uit een onderzoek van het ministerie van financiën. De oplossing van dat informatiegebrek is aan een volgend kabinet, schreef staatssecretaris Hans Vijlbrief in juni aan de Kamer.
Wel heeft Vijlbrief de ondergrens van vrijgesteld vermogen met ingang van 2021 opgehoogd: wie minder dan 50.000 euro op zijn rekening heeft, hoeft niet af te dragen. Die grens lag tot vorig jaar op 30.000 euro.
Lees ook:
De gehate spaartaks drijft ouderen tot waanzin. ‘Ik was zó boos’
Al jaren lopen Kamerleden, fiscalisten én ouderen ertegen te hoop: de belastingheffing op spaargeld. Aankomende week buigt de Eerste Kamer zich er nog eens over.