Zorgbonus
FNV: Zorgbonus soms pas in 2023 uitgekeerd
Sommige zorgmedewerkers krijgen hun ‘coronabonus’ van 1000 euro voorlopig niet uitbetaald. Vooral bij kleine organisaties die twijfelen of hun werknemers wel in aanmerking komen, stelt vakbond FNV.
Stel, je bent medewerker in de kraamzorg. Omdat er met regelmaat een verkouden collega niet kon werken, heb je tijdens de eerste maanden van de coronacrisis flink wat extra uren gedraaid. Bij de gezinnen waar je in de kraamtijd over de vloer kwam, was anderhalve meter afstand niet altijd mogelijk. Professionele, medische mondkapjes waren niet voorhanden. Covid-19 was dus ontegenzeggelijk van grote invloed op je werk. Maar stond je ook voldoende in de frontlinie om in aanmerking te komen voor de zorgbonus van 1000 euro die de overheid ter beschikking heeft gesteld?
Het antwoord op die vraag is lastig te geven. Volgens de uitleg van het ministerie is de bonus bedoeld voor zorgprofessionals die een ‘uitzonderlijke prestatie’ hebben geleverd in coronatijd. Kraamverzorgenden staan op de lijst van beroepen die in beginsel niet in aanmerking komen voor de bonus. Maar uitzonderingen zijn wel mogelijk. En de voorwaarden voor het extraatje zijn zo geformuleerd dat de meeste kraamverzorgenden er wél weer makkelijk onder kunnen vallen. Wie tussen 1 maart en 1 september 2020 in de zorg werkte én een bijdrage leverde aan de strijd tegen corona, kan zich op de bonus beroepen.
Houdt de bonus stand?
Door die verwarring zijn er werkgevers die twijfelen of de bonusaanvraag voor hun medewerkers uiteindelijk stand houdt. Dat leidt ertoe dat met name kleine thuis- en kraamzorgorganisaties de bonus soms niet uitbetalen. Bij vakbond FNV kwamen enkele tientallen reacties van mensen die bij het ontvangen van hun zorgbonus tegen problemen aanlopen.
“Sommige werkgevers zeggen zelfs tot 2023 te wachten”, schetst FNV-bestuurder Bert de Haas de situatie. Dat mag overigens niet: het bedrag moet binnen vijf maanden op de rekening van de werknemer zijn gestort. “Andere organisaties vragen werknemers om een formulier te ondertekenen: als het ministerie de aanvraag met terugwerkende kracht afwijst, moeten ze het geld terugbetalen. Dat vinden we als vakbond niet kunnen. Mensen moeten het bedrag dan jaren op hun spaarrekening houden en kunnen er niets mee. Dit is een risico voor de werkgever. Het ministerie heeft ook laten weten de regeling ruimhartig toe te passen.”
Bonus in kraamzorg ‘niet aannemelijk’
Voor thuiszorgorganisaties lijkt de kans op gedoe achteraf klein: thuiszorgmedewerkers komen in beginsel wel voor de bonus in aanmerking. In de kraamzorg ligt dat dus anders. Toch herkent een woordvoerder van brancheorganisatie Bo Geboortezorg het verhaal van FNV niet. “Wij krijgen op dit moment geen vragen van leden die de regels onduidelijk vinden. Maar dat is niet zo gek: kraamzorgorganisaties hebben de bonus in oktober al aangevraagd en toen beoordeeld of ze wel of niet in aanmerking zouden komen.”
In antwoorden op Kamervragen van de SP gaf minister Tamara van Ark (volksgezondheid, welzijn en sport) al eens aan het ‘niet aannemelijk’ te vinden dat kraamverzorgenden onder de criteria van de zorgbonus vallen. ‘De beoordeling van de vraag of er sprake is van een uitzonderlijke prestatie is echter aan de zorgaanbieder’, schreef ze in oktober. En die soep lijkt het ministerie van VWS niet zo heet te eten. “Wij kunnen niet in de beoordeling treden van de vraag wie een uitzonderlijke inspanning heeft geleverd. VWS heeft dat inzicht niet”, laat een woordvoerder weten.
Lees ook:
Zorgbonus kost kabinet 800 miljoen euro extra
De bonus voor medewerkers in de zorg valt duurder uit dat geraamd, maar het begrotingstekort valt iets lager uit.