ReportageDelft

Er is een tekort aan studentenkamers. Deze Delftse studenten doen er iets aan

Een voormalige zusterflat in Delft die door de Stichting Herontwikkeling tot Studentenhuisvesting Delft succesvol is omgetoverd tot woonruimte voor studenten.  Beeld Otto Snoek
Een voormalige zusterflat in Delft die door de Stichting Herontwikkeling tot Studentenhuisvesting Delft succesvol is omgetoverd tot woonruimte voor studenten.Beeld Otto Snoek

Er is een groot tekort aan studentenwoonruimte, blijkt uit landelijk onderzoek. 26.500 studenten hebben nog geen kamer gevonden. Wat er nieuw bijgebouwd wordt, is vaak niet precies waar vraag naar is. Een clubje studenten in Delft doet er iets aan.

Hanne Obbink

Ooit stond het in heel studerend Delft, met z’n oververtegenwoordiging van jonge mannen, bekend als de flat waar je moest zijn voor feesten met jonge vrouwen: het was de zusterflat van GGZ Delfland. Maar de flat voldeed niet meer aan de eisen van de tijd. Sinds de zusters – en ja, ook enkele broeders – vertrokken zijn, stond het gebouw leeg. Tien jaar lang.

Sinds een paar jaar wordt de flat weer bewoond. Maar alleen al de muur van bierkratjes naast de lift op de vijfde verdieping doet vermoeden dat de nieuwe bewoners geen verpleegkundigen zijn. Een deel van de gemeenschappelijke ruimte op de vijfde is letterlijk behangen met bierdopjes – hoe studentikoos kan een flat ingericht zijn?

Ruim 500 studentenwoningen erbij

Er wonen nu inderdaad studenten, 150 om precies te zijn. En dat is te danken aan een stichting, gerund door studenten, die zich bezighoudt met het ombouwen van leegstaande gebouwen tot studentenhuisvesting. De zusterflat is het eerste geslaagde project, daarna volgden nog drie andere. Al met al heeft dat in Delft tot nu toe voor meer dan vijfhonderd studenten woonruimte opgeleverd.

Dat is meer dan welkom, nu het tekort aan zulke woonruimte landelijk is opgelopen tot 26.500. Dat cijfer is afkomstig van de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting, die woensdagavond verscheen. Studenten die wel onderdak hebben, betalen gemiddeld 46 procent van hun inkomen aan huur. Er wordt wel gebouwd, maar vooral studio’s en geen gebouwen waar studenten een kamer hebben en daarnaast ruimtes delen met anderen.

Nieuwbouw kamers onrendabel

Dat is een ‘zeer onwenselijke trend’, zegt directeur Jolan de Bie van Kences, het kenniscentrum dat de landelijke monitor heeft opgesteld. “De meeste schoolverlaters willen op kamers wonen om meteen vrienden te maken.” Maar landelijke regels werken de bouw van studio’s in de hand en die van studentenkamers tegen: voor kamers mag een verhuurder maar weinig huur vragen, en dat maakt de bouw ervan onrendabel.

De gemeenschappelijke ruimte van de voormalige zusterflat in Delft. Met (v.l.n.r.) Philip Chin A Pauw, Anouk Wijnant, Joost van Iersel, Bauke Meijer en Jelmar Broekman. Beeld Otto Snoek
De gemeenschappelijke ruimte van de voormalige zusterflat in Delft. Met (v.l.n.r.) Philip Chin A Pauw, Anouk Wijnant, Joost van Iersel, Bauke Meijer en Jelmar Broekman.Beeld Otto Snoek

De Stichting Herontwikkeling tot Studentenhuisvesting Delft doet er iets aan. Het idee kwam uit Utrecht, vertelt voorzitter Jelmar Broekman. “In het begin stapten studenten van de stichting letterlijk op de fiets om in de stad op zoek te gaan naar leegstaande gebouwen, tot nu toe steeds zorgvastgoed. Dan stapten we naar de gemeente en naar de eigenaar. En zo kwam het op gang.”

Alles voor de eerste keer

Het werk van de stichting levert een ‘win-winsituatie’ op, voegt bestuurslid Bauke Meijer eraan toe. De eigenaar van zo’n gebouw heeft er vaak nog geen plannen mee, maar wil het ook niet slopen. Door het geschikt te maken voor studenten kan hij er nog geld mee verdienen. Voor die verbouwing is uiteraard wel eerst geld nodig; soms is de eigenaar zelf bereid dat erin te steken, soms wordt er een investeerder gezocht.

De stichting neemt alle betrokkenen werk uit handen. Niet alleen zoekt ze geschikte panden, ze trekt ook investeerders aan – geholpen door een raad van toezicht met ervaren vastgoedprofessionals. Ook helpen de medewerkers van de stichting bij het tekenen van verbouwingsplannen. Ze regelen zelfs huurders, vrijwilligers die verbouwingsklussen uitvoeren, en zorgen voor het beheer. De projecten zijn steeds tijdelijk, dat scheelt ingewikkelde en langdurige procedures met bestemmingsplannen.

Goed voor de praktijkervaring

De bestuursleden van de stichting – alle vijf bouwkundestudent, “maar dat is geen vereiste”, zegt Broekman – zijn er een vol jaar fulltime mee bezig, tegen een beloning ter grootte van een stagevergoeding. “Het levert veel praktijkervaring op”, zo verklaart Meijer zijn inzet. “We doen alles voor de eerste keer, want elk jaar is er een nieuw bestuur”, zegt Broekman. “Maar we moeten wel steeds direct handelen. Heel leerzaam.”

Vanaf de vijfde verdieping wijzen de bestuursleden naar de paviljoens naast de flat, ooit voor ggz-patiënten, nu bewoond door studenten, met steeds negen woningen rondom een gemeenschappelijke tuin. “Welke student wil hier nou niet wonen”, zegt bestuurslid Anouk Wijnant. Hoog in de boom in een van die tuinen hangt een fietsband, maar misschien stamt die uit de tijd dat de paviljoens leegstonden.

Lees ook:

‘Zoek een studie elders’: kamernood voor studenten zal de komende jaren verdubbelen

Het tekort aan studentenhuizen zal de komende jaren verdubbelen. Sommige universiteiten waarschuwen eerstejaars uit het buitenland nu al: zoek een studie elders.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden