Eindelijk klinkt het verlossende ‘ja’: leden FNV stemmen in met uitwerking pensioenakkoord

Na het kabinet, het FNV-bestuur, de werkgevers en vakbond CNV gaven zaterdag ook de leden van het FNV-parlement hun fiat aan het nieuwe pensioenstelsel: 64 leden stemden voor, 40 tegen.

Het FNV-parlement, het hoogste orgaan binnen de vakbond, stelde twee weken geleden een stemming over het akkoord nog uit. Een deel van de leden vond dat er te weinig tijd was geweest om het akkoord goed te bestuderen. Daarbij ontbraken er een aantal stukken. Vandaar dat werd besloten de stemming over het akkoord, dat na elf jaar onderhandelen was bereikt en mede daardoor door alle betrokkenen als ‘historisch’ was bestempeld, te verplaatsen. De leden wilden bovendien een ‘echte’ stemming, en geen digitale. Die stemming werd zaterdag in een hotel in Bunnik gehouden, al stemde een deel van de stemgerechtigden toch digitaal.

Het ledenparlement hield de spanning er lang in: een uitslag van de stemming werd in het begin van de middag verwacht, maar kwam pas drie uur later. Een deel van de leden vreesde voor onduidelijkheid over de hoogte van de pensioenuitkeringen en voor hogere premies. Van een verpletterende steun voor het akkoord was dan ook geen sprake, van een ruime meerderheid aan voorstemmers wel: 64 voor, 40 tegen.

Opgetogen & opgelucht

Na de uitkomst van de stemming regende het opgetogen (en opgeluchte) reacties: van FNV-voorzitter Han Busker die zei dat bij een ‘nee’ tegen het akkoord zou zijn opgestapt; van werkgeversvoorman Hans de Boer; van Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland en belangenbehartiger van het midden- en kleinbedrijf; van Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank en van minister Koolmees (D66, sociale zaken). “Hier staat een blije minister”, zei Koolmees zaterdagmiddag na het lange wachten. De bewindsman erkende dat hij niet helemaal gerust was geweest op de uitslag. Met het akkoord haalt het kabinet een grote en belangrijke slag binnen.

Op dinsdag 14 juli bespreekt Koolmees het akkoord in de Tweede Kamer, die daarvoor terugkeert van haar reces. Daarna kan de bewindsman een aantal van de gemaakte afspraken gaan vastleggen in wetgeving. Dat geldt voor de (vertraagde) verhoging van de AOW-leeftijd en de mogelijkheid voor mensen met een zwaar beroep om eerder te stoppen met werken. Dat zijn twee belangrijke onderdelen van het akkoord. Haast is wel geboden: als de behandeling van die wetten ook maar enige vertraging oploopt, kunnen ze niet op 1 januari 2021 van kracht zijn.

In het huidige stelsel krijgen pensioengerechtigden een toezegging over de hoogte van hun pensioen. In het nieuwe stelsel niet: beloftes zijn er niet meer. De hoogte van het pensioen gaat, meer dan nu, afhangen van de opbrengsten van de beleggingen van de pensioenfondsen. Dat maakt de pensioenen flexibeler. Om grote schommelingen in de hoogte van de pensioenen te voorkomen, komt er wel een buffer. Die wordt gevuld met een deel van de afgedragen premies én met winsten uit beleggingen. Uit die buffer kunnen pensioenfondsen geld halen in jaren dat de beleggingsopbrengsten tegenvallen of negatief zijn.

Het pensioenakkoord werd een jaar geleden gesloten door kabinet, werkgevers en vakbonden. Bij een stemming onder alle leden van de FNV stemde toen 75 procent voor. Ook een meerderheid in de Tweede en de Eerste Kamer stelde zich toen achter het akkoord op. De oppositiepartijen PvdA en GroenLinks deden dat ook. Daardoor heeft Koolmees in de Tweede en Eerste Kamer een ruime meerderheid achter zich. Over de uitwerking van dat vorig jaar gesloten akkoord werd vervolgens nog een jaar onderhandeld.

Lees ook:

Zo ziet het nieuwe pensioenakkoord eruit

Welke problemen kent het huidige pensioenstelsel en welke oplossingen staan in het nieuwe pensioenakkoord? En: wat zijn de bijwerkingen?