Ahold Delhaize

Een mensenrechtenwet voor bedrijven? Ahold is vóór

De koffie-oogst wordt binnengehaald op een plantage in de Braziliaanse deelstaat Sao Paulo. Westerse supermarkten zijn medeverantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden in landen die grondstoffen produceren. Beeld Reuters
De koffie-oogst wordt binnengehaald op een plantage in de Braziliaanse deelstaat Sao Paulo. Westerse supermarkten zijn medeverantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden in landen die grondstoffen produceren.Beeld Reuters

Ahold Delhaize wil dat er een Europese wet komt die bedrijven verplicht onderzoek te doen naar mensenrechtenkwesties. Hugo Byrnes, vicepresident product-integriteit, legt uit waarom.

Hans Nauta

Wereldwijd verkoopt Ahold Delhaize in supermarktketens zo’n 200.000 verschillende producten en het aantal ingrediënten is haast ontelbaar. De super is het eindpunt van talloze productieketens. Om de risico’s te verkleinen dat producten verbonden zijn met misstanden elders in de wereld, zoals kinderarbeid of moderne slavernij, steunt het concern het initiatief voor een mensenrechtenwet voor bedrijven, zegt Hugo Byrnes van Ahold Delhaize.

Als vicepresident product-integriteit bepaalt Byrnes voor de ketens onder de Ahold-paraplu, in Europa en de Verenigde Staten, aan welke regels producten moeten voldoen. Kloppen de labels, zijn ze veilig en duurzaam? Onder dat begrip integriteit valt bij Ahold ook maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een van de interne richtlijnen voor huismerken is bijvoorbeeld dat de palmolie, die in pindakaas of shampoo zit, vrij is van ontbossing.

Tot dusver is er geen wet die bedrijven verplicht om in hun bedrijfsvoering rekening te houden met mensenrechten. Er is wel een morele plicht, en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) heeft concrete richtlijnen opgesteld voor bedrijven.

Verantwoordelijk voor de koffieboer en cacaoplukker

Ahold onderschrijft de regels van de Oeso die bedrijven medeverantwoordelijk maken voor problemen aan het begin van de keten. Een supermarkt heeft niet alleen te maken met zijn directe leveranciers, maar ook met de koffieboer in Brazilië en de cacaoplukker in Ghana. Zelfs al weten die misschien niet eens dat ze aan Albert Heijn leveren.

Vorig jaar heeft Ahold voor het eerst een mensenrechtenverslag gepubliceerd en daarin twaalf belangrijke thema’s aangewezen. Waaronder veiligheid op de werkplek, voldoende compensatie, vakbondsrechten, vrouwenrechten, geen uitbuiting en geen discriminatie. Het zijn onderwerpen die Ahold aansnijdt in gesprekken met toeleveranciers.

Ook probeert het concern zijn invloed en marktmacht aan te wenden richting de politiek. In mei ondertekende Ahold een oproep aan het Braziliaanse Congres om af te zien van een wetswijziging die de landbouw meer ruimte biedt en het Amazonegebied verder onder druk zet. Als die wet er komt, zullen Ahold en 37 andere bedrijven hun gebruik van Braziliaanse landbouwproducten heroverwegen, schreven zij ernstig.

Zonder Brazilië

Kúnnen de supermarkten van Ahold wel zonder Brazilië, dat veel vlees, koffie en fruit produceert? “Dat is heel lastig”, zegt Byrnes. “Brazilië is een belangrijke leverancier van grondstoffen. Maar als we die niet langer zouden afnemen, geeft dat wel een duidelijk signaal af.” Het besluit is nog niet genomen, de wet is nog in behandeling.

Vorig jaar bleek uit een Nederlandse evaluatie dat vrijwillige initiatieven van bedrijven om misstanden aan te pakken een beperkt effect hebben. Het kabinet wil daarom wetgeving invoeren die bedrijven verplicht om mensenrechtenschendingen aan te pakken. Den Haag kijkt daarvoor naar Brussel, waar zulke regelgeving in de maak is.

Ahold is vóór wetgeving. Byrnes: “Sterker nog, dat propageren wij. Wij zouden het prima vinden als de richtlijnen van de Oeso in een wet worden vastgelegd. Zodat alle bedrijven moeten meedoen. Nu zoeken wij naar oplossingen voor problemen, terwijl sommige andere bedrijven niets doen en goedkoper uit zijn. Het creëert ongelijkheid in de markt.”

Kritische rapporten

Het concern wordt regelmatig genoemd in kritische rapporten van maatschappelijke organisaties, bijvoorbeeld vanwege de problemen met cacao, soja of palmolie. “Het is logisch dat wij als bekende retailer in de schijnwerpers staan”, zegt Byrnes. “Maar de bedrijven die aan ons leveren blijven vaak volledig buiten beeld. Als wij naar hun beleid tegen ontbossing vragen, doen ze soms alsof ze van niets weten.”

Een wet zou het Ahold gemakkelijker maken om zulke bedrijven aan te spreken, zegt Byrnes. “We denken dat we dan veel meer kunnen bereiken dan nu.”

Net als werkgeversorganisatie VNO-NCW is Ahold voor een Europese wet in plaats van nationale wetgeving. Verder vindt Ahold Delhaize dat ook kleine bedrijven onder de wet moeten vallen. Byrnes: “Dat kan namelijk best. Het goede van de Oeso-regels is dat ze verlangen dat een bedrijf doet wat in z’n vermogen ligt. Iedereen moet bekijken wat hij redelijkerwijs kan doen om de risico’s op misstanden te verkleinen.”

Hugo Byrnes, vicepresident product-integriteit van Ahold Delhaize. Beeld Ahold Delhaize
Hugo Byrnes, vicepresident product-integriteit van Ahold Delhaize.Beeld Ahold Delhaize

Geen persoonlijke aansprakelijkheid

Het is nog de vraag hoe ver de aansprakelijkheid moet gaan van bedrijven die zich te weinig inspannen, zegt Byrnes. Persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders vindt hij niet nodig, omdat er al regelgeving is voor bestuurders die fouten maken of wanbeleid voeren. “Wel is het zo dat dit soort wetgeving alleen zin heeft als je op een gegeven moment tegen een bedrijf kunt zeggen: je hebt niet aan je verplichtingen voldaan. We zien nog net zoveel kinderarbeid in je bedrijfsvoering als voorheen.” Er moet dus wel een sanctie komen, vindt hij.

De Oeso-regels schrijven voor dat bedrijven mensenrechten ‘respecteren’, en dat overheden mensenrechten ‘beschermen’. Ook dat laatste gaat niet altijd goed. Niet alle overheden handhaven hun eigen wet tegen kinderarbeid zo scherp.

Byrnes: “Daarom moet Brussel niet alleen met wetgeving komen voor bedrijven, maar zelf ook vaker andere overheden aanspreken op hun ontbossing en hun kinderarbeid. Nu wordt van ondernemingen verwacht dat ze de problemen aanpakken die de lokale overheden niet kunnen oplossen.”

Lees ook:

Wetgeving moet bedrijven dwingen mensenrechten te beschermen: ‘Overal liggen producten waar een luchtje aan zit’

Al tien jaar worden bedrijven aangespoord om structureel naar mensenrechtenschendingen in hun productieketens te zoeken. Nu wil Joël Voordewind die gedragsregels vastleggen in een wet.

Afspraken tussen bedrijven zijn mooi, maar ze helpen niet tegen uitbuiting, geweld en landroof

Nederlands beleid om via convenanten misstanden in wereldwijde productieketens aan te pakken, heeft niet gewerkt. Dat blijkt uit de officiële evaluatie van dit beleid door het Tropeninstituut.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden