Stroomslurpers
DNB-rapport over energieverbruik bitcoin volgens critici gelijk al achterhaald
De Nederlandsche Bank heeft een schatting gemaakt van hoeveel energie het kostte om in 2020 met bitcoin te betalen, maar critici vinden het rapport achterhaald.
Eén enkele bitcoin-transactie kostte in 2020 zo’n 402 kilo aan CO2-uitstoot. Dat stellen onderzoekers van De Nederlandsche Bank (DNB) in een nieuwe schatting van het energieverbruik van de cryptovaluta, dat zij ‘enorm’ noemen. Het gaat hier immers, per transactie, om tweederde van wat een gemiddeld Nederlands huishouden per maand aan energie verbruikt, schrijft DNB.
Op de studie kwam donderdag direct veel kritiek vanuit aanhangers van bitcoin. Zij stellen dat er sinds het jaar 2020 al veel veranderd is, en dat betalingen sindsdien veel efficiënter verlopen.
Het energieverbruik van bitcoinbetalingen zit hem vooral in de computerkracht die nodig is om alle onderlinge transacties tussen bitcoin-gebruikers te controleren. Dat controleren wordt gedaan door zogeheten ‘miners’.
Veel computerkracht
Zij krijgen een beloning voor het nagaan of alle betalingen goed verwerkt zijn in de blockchain, een soort decentraal grootboek waarin alle transacties vastgelegd staan. Het uitvoeren van de controles bestaat uit het oplossen van cryptische puzzels, iets wat veel computerkracht kost.
Met de stijgende bitcoinkoers, stijgt ook de beloning die de miners krijgen voor het beveiligen van het wereldwijde netwerk. Een stijgende koers is dus een prikkel om meer en grotere computers te laten draaien. Tegelijkertijd worden de puzzels die de computers moeten oplossen steeds ingewikkelder, naarmate er meer bitcoins in omloop komen.
Samen leidt dat tot meer energieverbruik. Volgens een schatting van DNB steeg de wereldwijde CO2-uitstoot in 2020 met 25 procent, van 36 naar 45 megaton. Vergelijk je één bitcoin-transactie uit 2020 met één ‘normale’ geldtransactie via gewone centrale banken, dan kostte een bitcoin-transactie pakweg 100 miljoen keer meer energie, zo blijkt uit een diagram uit het rapport.
Ontbreken van nieuwe ontwikkelingen
Maar, zo stelt ook DNB zelf, deze cijfers houden geen rekening met nieuwe ontwikkelingen. Met name het zogeheten Lightning Network was in 2020 nog niet zo in gebruik als nu. Lightning Network is een soort uitbouw van de blockchain. Ze maakt betalen veel sneller en efficiënter doordat talloze transacties samen in één keer in het grootboek kunnen worden geregistreerd.
Dat dit soort nieuwe ontwikkelingen in het rapport ontbreken is dan ook de voornaamste kritiek van mensen die in bitcoin een potentieel wereldwijd betaalmiddel zien.
De auteurs van het recent verschenen boek Ons geld is stuk, en waarom bitcoin de oplossing is verwachten bijvoorbeeld dat er uiteindelijk honderdduizenden transacties per seconde zullen plaatsvinden via uitbouwen als het Lightning Network. Voor al die betalingen zouden dan maar een stuk of tien transacties op de basislaag van de blockchain nodig zijn - de transacties waar DNB nu een energie-schatting van heeft gemaakt.
Een veilig gevoel
Meer algemeen vinden bitcoin-fans de energie-vergelijking met het traditionele geldsysteem oneerlijk omdat je vertrouwen in ‘gewoon’ geld moeilijk in kilojoule kunt uitdrukken. Het energieverbruik is bij bitcoin zo hoog omdat elke betaling door een heel netwerk aan computers gecontroleerd wordt. Decentraal, dus, waarbij iedereen kan meekijken. Dat kweekt een veilig gevoel bij gebruikers, een vertrouwen in de munt.
Ook in traditionele valuta zoals de dollar of de euro hebben mensen vertrouwen. Daar is ook toezicht op, niet decentraal maar door centrale banken. Maar het is veel moeilijker, zo niet onmogelijk, om een uitstootcijfer te hangen aan dit centrale toezicht - dat gaat namelijk niet via een groot netwerk aan puzzel-oplossende computers.
Naar Kazachstan
Sinds 2020 zijn de miners zich gaan verplaatsen, deels onder dwang. Meest bekende voorbeeld van een verbod op het energieverbruikende mining is China, maar ook landen als Zweden, Kazachstan en Iran overwegen maatregelen. Daarbij kun je denken aan een maximum op het energieverbruik voor deze praktijk, zoals de Canadese provincie Quebec al heeft afgekondigd.
Nadat China de miners vorig jaar verjoeg, vonden zij volgens DNB vooral hun toevlucht in de Verenigde Staten en in Kazachstan. Dat laatste land draait voor 90 procent op fossiele brandstoffen. In Amerika ontstaan grote mine-gemeenschappen rond waterkrachtcentrales, bijvoorbeeld in de staten New York en Washington.
Waterkrachtcentrales kunnen soms een tijdelijk overschot hebben aan groene energie, bijvoorbeeld als het veel geregend heeft. Daar kunnen de flexibele miners dan van profiteren, de overtollige energie gaat immers met korting van de hand.
Lees ook:
De stabiele broer van bitcoin rukt op, en de EU en VS bereiden zich erop voor
Nu worden ze nog vooral gebruikt voor handel op cryptobeurzen, maar wie weet kan iedereen er straks mee betalen. Dus maken toezichthouders in de Verenigde Staten en Europa plannen voor scherper toezicht op zogeheten stablecoins.