ReportageNieuwkomers
Dit stel vluchtte voor de oorlog in Syrië, en heeft nu een eigen bedrijfje in ‘dadelkoffie’
De organisatie Forward Incubator helpt nieuwkomers in Nederland een eigen bedrijf op te zetten.
Koffie is een goede manier om contact te leggen met Nederlanders, moet de Syrische Rahaf Al Lymoni (28) gedacht hebben. Toen ze in 2019 naar Nederland vluchtte, begon ze samen met haar man Tamim Kbarh (30) een eigen bedrijf, Daffee: een gezond alternatief voor koffie en thee, gemaakt van dadelpitten.
Het idee voor de cafeïnevrije en natuurlijke energiebooster ontstond al toen ze nog in Damascus woonde. Doktoren raadden haar wegens maagproblemen aan dadels te eten, vanwege de grote voedingswaarde ervan. De pitten gooide ze weg, totdat ze op internet las dat je die net als koffiebonen kunt roosteren en malen, en van het poeder een drankje kunt maken. Maar de oorlog in Syrië stond haar dadelkoffiedroom in de weg.
Eenmaal aangekomen in Nederland las ze op een Facebookpagina voor Arabische vluchtelingen over Forward Incubator. Deze organisatie biedt programma’s aan zodat nieuwkomers in Nederland een eigen bedrijf kunnen oprichten en economisch onafhankelijk worden.
Online trainingen
Van januari tot en met maart waren er online trainingen voor iedereen met een vluchtelingenachtergrond en een ondernemersambitie. In het tweede deel van het programma wordt er een selectie gemaakt van de beste bedrijfsideeën. Naast een persoonlijke coach met ervaring in het opzetten van een eigen bedrijf, helpen studenten hen met praktische zaken: marktonderzoek, businessplan schrijven.
Aspirant-ondernemers krijgen trainingen in onder meer belastingen, marketing en financiering van een bedrijf. Al Lymoni en haar man Kbarh hebben allebei een achtergrond in Business Administration, dus de informatie was voor hen niet nieuw. Maar de culturele context van ondernemen in Nederland kenden ze nog niet. Daarnaast merkte Kbarh dat het met een vluchtelingenachtergrond moeilijk is om contact te leggen met bedrijven.
Ook daar schiet Forward Incubator te hulp. De ondernemers mogen hun businessplan pitchen bij investeerders. Jacqueline de Bruijn zag kansen in de dadelkoffie en investeerde 8000 euro. Als snel werd Daffee een succes. “In het begin bestelden klanten kleine zakjes, maar nu kopen ze per kilo”, zegt Al Lymoni. Sinds de lancering in augustus vorig jaar zijn er al meer dan vierduizend zakken verkocht.
Naast Daffee zijn er nog 49 andere bedrijven opgericht met de hulp van Forward Incubator. Volgens oprichter Diederick van der Wijk is ondernemerschap goed voor integratie in een land, omdat nieuwkomers op een gelijkwaardige manier in contact komen met andere Nederlanders. Daarnaast worden de ondernemers gedwongen initiatief te nemen en proactief te communiceren - vaardigheden die ook belangrijk zijn bij een goede integratie.
Vluchtelingen die nog geen verblijfsvergunning hebben en beginnen aan het programma van Forward Incubator, kunnen volgens Van der Wijk een paar stappen in “de inburgeringsmolen” overslaan. Op het moment dat zij een verblijfsvergunning schrijven zij hun onderneming in bij de Kamer van Koophandel, waardoor ze al voorzien in hun eigen inkomen voordat zij in een uitkering terechtkomen. “Wij besparen de overheid op jaarbasis 1,5 miljoen euro aan uitkeringen die zij aan nieuwkomers betalen”, vertelt hij.
Fondsen
De organisatie krijgt zelf de meeste inkomsten vanuit fondsen zoals Instituut Gak en het Oranje Fonds. Daarnaast werkt Forward Incubator samen met de gemeente Rotterdam en grote bedrijven als Coca Cola, Ebay en Dentons Advocaten. Zo’n 40 procent van de ondernemingen die Forward Incubator helpt opzetten zijn innovatieve techbedrijven. Er is ook een aantal sociale ondernemingen - waaronder initiatieven die andere nieuwkomers helpen bij sneller inburgeren - een marketingbureau en een bouwbedrijf met andere nieuwkomers in dienst.
Het komt ook voor dat deelnemers uiteindelijk geen ondernemer worden, maar aan de slag gaan als werknemer bij een bedrijf. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij netbeheerder Tennet, die vaker mensen met een vluchtelingenachtergrond aanneemt. “Onze insteek is dat mensen economisch zelfstandig zijn”, zegt Van der Wijk. “Of dat nu door ondernemerschap komt of door werk, maakt niet uit.”
Bij Al Lymoni en Kbarh gaan de zaken in ieder geval goed. Waar ze eerst vanuit huis werkten, betrekken ze binnenkort een kantoor in Amsterdam-West, dat nu in verbouwing is. En hoe het is om met je partner een een eigen bedrijf te hebben? “Soms maken we ruzie en hebben we moeite met te stoppen met praten over de zaak”, zegt Al Lymoni. “Maar we hebben oorlog meegemaakt, dus we kunnen alles aan.”
Lees ook:
Het gaat beter met de integratie van statushouders.
Steeds meer asielzoekers met een verblijfsvergunning vonden in 2019 een baan, maar de coronacrisis zal het tij waarschijnlijk keren.