Interview
Directeur Nederlandsche Bank: ‘Als ik een boef was, zou ik me rot lachen’
De schandalen volgen elkaar in rap tempo op binnen de financiële sector. Toch proeft directielid Frank Elderson van De Nederlandsche Bank een omslag in het denken. ‘Er zijn geen bankiers meer, die denken dat dit niet belangrijk is.’ Maar het is pas een begin.
Als directielid Frank Elderson van De Nederlandsche Bank (DNB) praat met bankiers, stelt hij ze regelmatig de vraag of er bepaalde dingen zijn die ze misschien tien jaar geleden nog wel deden, maar nu niet meer. Ook als het zaken zijn die niet expliciet bij wet verboden zijn. Ja, zeggen ze dan, nou en of. “En dan is de volgende vraag: zijn er dingen die je vandaag nog wel doet, waarvan je over tien jaar misschien zal denken dat je ze niet meer zou doen?”
Die vraag moet je eigenlijk iedere dag stellen, meent Elderson, die bij DNB verantwoordelijk is voor het toezicht op banken. De sector gaat gebukt onder een stroom incidenten, die samen een patroon blootleggen. ING kreeg eind vorig jaar een boete van 775 miljoen euro, omdat de bank jarenlang te weinig deed om witwassen tegen te gaan. Daarvoor bleek al uit de Panama Papers hoe populair het Nederlandse financiële stelsel is om geld anoniem doorheen te sluizen. En recent bleek nog dat Nederlandse banken – al dan niet onbewust – betrokken waren bij een grote witwasoperatie, die miljarden aan dubieus geld vanuit Rusland Europa inbracht.
Geen uitzondering
Vrijwel alle Nederlandse banken kregen de afgelopen tijd waarschuwingen, boetes en aanwijzingen van toezichthouder DNB. Na de boete voor ING schreef DNB aan minister Hoekstra van financiën dat die bank bepaald geen uitzondering is. Meerdere banken – DNB noemt ze om redenen van vertrouwelijkheid nooit bij naam – doen te weinig onderzoek naar hun klanten en houden gebrekkig toezicht op de transacties die zij doen. “Verschillende financiële instellingen pakken hun verantwoordelijkheid onvoldoende adequaat op”, aldus de toezichthouder in de brief.
Die verantwoordelijkheid ligt wettelijk vast in de zogeheten poortwachtersfunctie van financiële instellingen. De bank is verplicht uit te zoeken wie haar klant is, hoe die aan zijn geld komt en de transacties die worden gedaan te controleren op signalen van witwassen. “Denk aan een middeleeuwse stad”, zegt Elderson, “waar de poortwachters de weg afturen om te kijken wat eraan komt, zodat ze de stad kunnen waarschuwen.” Volgens deze analogie moeten de banken zien of er crimineel geld aankomt, en vertrouwt de overheid erop dat zij daarvoor waarschuwen en het tegenhouden.
“In het verleden zagen banken die verantwoordelijkheid vaak alsof ze voor het karretje van de overheid werden gespannen”, zegt Elderson. Die mentaliteit proeft hij de laatste maanden niet meer. Na de vele publicaties over het onderwerp en de enorme boetes die banken de afgelopen tijd hebben gekregen voor betrokkenheid bij witwassen, ‘zijn er geen bankiers meer die denken dat dit niet belangrijk is’. “Dat is goed, maar ook noodzakelijk: het gaat om ernstige misstanden.”
U heeft vast vaker gehoord dat banken hun leven zullen beteren.
“Wat wij in het verleden vaak zagen, is dat de aandacht na verloop van tijd weer verslapt. Als wij een boete opleggen of een aanwijzing geven, is er geen bank die daar niets mee doet. Er worden grote verbeterprogramma’s opgesteld, er worden consultants ingehuurd, allerlei doelen gesteld en ook gehaald. Dat duurt vaak een, twee jaar, maar uiteindelijk is het op orde.
“De vraag is dan: blijft het op orde? Ik denk dat in het verleden de aandacht te vaak weer is weggezakt, dat het onderwerp niet de prioriteit kreeg die het verdient – altijd topprioriteit. Dan wint langzamerhand de commercie het weer van de controle.
“Als DNB hebben wij beperkte middelen en we moeten kiezen waarvoor we die inzetten. Als je een interventie hebt gedaan en het is op orde gebracht, moet dat beklijven. In het verleden hebben banken het te vaak op orde gebracht, omdat het moest van DNB en niet omdat het kwam vanuit het DNA. En het moet andersom. als het komt vanuit het DNA, beklijft het. Ook als wij met onze schaarse middelen weer ergens anders aan het kijken zijn.”
Waar komt uw vertrouwen vandaan dat het dit keer wél beklijft?
“Als je ziet wat er gebeurd is met de schikking van ING, maar ook wat er verder in Europa is gebeurd op dit terrein, dan zien wij echt een omslag in het denken bij banken. Er zijn geen bankiers meer, die denken dat dit niet belangrijk is. Er worden op dit moment honderden miljoenen door Nederlandse banken geïnvesteerd om de controle op witwassen op orde te brengen. Dat kwartje van die 775 miljoen euro boete voor ING is overal luid en duidelijk gevallen.
“Tegelijkertijd moeten we ook erkennen dat er duizenden mensen iedere dag werken aan het vormgeven van dat poortwachterschap. Die moeten daar ook de credits voor krijgen. En banken komen ook met eigen initiatieven, zoals het gezamenlijk doen van goed klantonderzoek of het controleren van transacties.”
Hoe kijkt DNB aan tegen die vormen van samenwerking? Mogen banken zomaar gegevens over klanten delen, of inzage krijgen in data van de overheid of het Openbaar Ministerie?
“Ik juich het toe dat banken serieus nadenken over samenwerking. De vraag is eigenlijk of we al die honderden miljoenen, die worden ingezet om witwassen te bestrijden, slimmer en efficiënter kunnen inzetten. Beter samenwerken, meer controle voor hetzelfde geld.
“Daar komt de vraag bij of we wettelijke belemmeringen voor betere samenwerking kunnen wegnemen. Iets wat DNB graag zou zien, is dat banken worden verplicht om dossiers te delen van klanten die zij de deur wijzen en die vervolgens bij de concurrent aankloppen. Dat geldt nu al voor trustkantoren en wij denken dat het heel verstandig is om alle financiële instellingen dit te laten doen. Zo voorkom je dat iemand, die soms met veel moeite is geïdentificeerd bij de ene bank, en er op goede gronden is uitgezet, gewoon kan binnenlopen bij de volgende.
“Die wens proef ik breed in de sector, en die heb ik zelf ook. In eerste instantie moeten banken er zelf een methode voor vinden, vervolgens moet democratisch worden besloten hoe we dat het beste kunnen invullen. Daar moeten we afwegingen in maken, over de verhouding tussen privacy en boevenvangerij.”
Helpt samenwerking tussen banken wel? Volgens banken is het zoeken naar een speld in een hooiberg om de verdachte gevallen uit de miljarden uitgevoerde transacties te vissen.
“Dat vind ik echt te makkelijk. Er is een wettelijk kader en daar moet men zich aan houden. We zien nog te vaak dat zowel het klantonderzoek als het controleren van transacties onvoldoende op orde is. Dat moet eerst maar eens goed op orde zijn, voordat je kunt zeggen dat het te moeilijk is.
“Die enorme getallen klinken natuurlijk indrukwekkend, maar banken investeren ook aan de commerciële kant. Hoe ze mensen kunnen ontzorgen, meer producten kunnen verkopen, ze investeren in machine learning en algoritmes – daarmee is heel veel mogelijk. Financiële instellingen kunnen dezelfde technieken met evenveel energie ook inzetten om betrokkenheid bij witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen. Ik heb er eerlijk gezegd genoeg van als banken zeggen dat het zoeken is naar een speld in een hooiberg. Als publieke autoriteiten die spelden kennen, dan delen we die informatie. Die hoeven banken dus niet eens te zoeken, die krijgen ze gewoon. Dan hoef je die alleen maar door je systeem te halen.”
Zijn er nog meer aanpassingen, die DNB graag zou zien om witwassen tegen te gaan?
“Witwassen is een internationaal fenomeen. Het gaat om het verstoppen van geldstromen, vandaar dat je al die ingewikkelde constructies ziet via verschillende belastingparadijzen. Allemaal om het geld moeilijk te vinden te maken. Daarom pleiten wij voor meer Europese samenwerking. De eerste stappen zijn al gezet, de European Banking Authortiy heeft daarvoor meer bevoegdheden gekregen. Dat zien we echt als een eerste stap naar wat in mijn ogen een Europees stelsel van integriteitstoezichthouders zal moeten worden.
“Ik heb weleens gezegd: als ik een boef was, zou ik me rot lachen. Het is natuurlijk gek dat we het toezicht, zogezegd, provinciaal hebben geregeld terwijl het een internationaal probleem is. Het speelt in allerlei landen, niet alleen in Nederland bij ING. Een Europees toezichthouder die dat kan blootleggen, daar moeten we naar toe. En voordat die volledig operationeel is, moeten instellingen hier volledig hun huis op orde krijgen.
“Tegelijk zouden we de aandacht kunnen richten op de bron van crimineel geld. Waar komt dat vandaan en kunnen we dat niet bij de wortel aanpakken? Dat gaat verder dan wat alleen de financiële sector en wij als toezichthouder kunnen doen. Zolang we in de verkeerde lijstjes staan als het gaat om bijvoorbeeld drugscriminaliteit, zolang we een fiscaal stelsel hebben dat deels dit soort geldstromen aantrekt, dan blijft dat geld onze kant op komen. Het gaat om enkele tientallen miljarden per jaar, alleen al in Nederland. Moeten we niet naar een nationale strategie om daar een flinke hap uit te nemen?”
Ziet u de witwasstromen als een bijvangst van de strategie om Nederland fiscaal aantrekkelijk te maken als investeringsland?
“Twee jaar geleden was er een parlementaire mini-enquête over fiscale constructies in Nederland. Toen heb ik de Tweede Kamer voorgehouden dat in iedere Nederlander een dominee en een koopman schuilt. Het is een politieke keuze wáár op dat spectrum wij ons als land willen positioneren. Het valt me weleens op dat we het ene moment allemaal heel erg dominee zijn, maar als we de volgende ochtend wakker worden zijn we dat vergeten zijn we allemaal weer koopman.
“We moeten ons realiseren dat we dat beide zijn – en dat geldt voor alle landen – maar dat we goed moeten kiezen waar op dat spectrum we willen zitten. En dat we dat consistent moeten doen. Het zou weleens zo kunnen zijn dat we stiekem een beetje te veel koopman zijn. Dat is geen keuze van DNB, dat is een politieke keuze. Maar wel een belangrijke keuze. Dat heeft te maken met ons fiscale stelsel, hoe agressief we daarin willen zijn en op welke manier we onze wetten daarvoor inrichten.
“Als ik dat terugbreng naar de financiële sector, dan geldt dat niet alles wat mag ook hoeft. Er is ook zoiets als maatschappelijke betamelijkheid. Er staat al in de wet dat je je als financiële instelling hebt te onthouden van maatschappelijk onbetamelijk gedrag. Wat dat inhoudt, is uiteindelijk een keuze van de maatschappij. Dus iedere financiële instelling moet daarin een keuze maken, en daarover actief in discussie te gaan met de maatschappij: wat vinden we betamelijk? Wat vinden we acceptabel en waar gaan we zitten op dat spectrum?
“Mijn oproep aan de financiële sector is: blijf je daar continu mee voeden. Blijf kijken hoe de maatschappij daarin verandert en laat het je niet nog eens overkomen dat je daardoor wordt ingehaald. Wees liever te voorzichtig, dan niet voorzichtig genoeg. Zelfs als er geen toezicht was, zelfs als er geen wet was, dan moet je je afvragen als bank of het gedrag dat je vertoont uiteindelijk gaat leiden tot kritiek op jouw instelling, tot vertrek van klanten die niet meer bij jou willen horen. Dus sowieso moet je je die vraag stellen.
“We zien nog te vaak dat banken wetten te mechanisch en te minimalistisch interpreteren. Dat kan echt niet meer. 2019 is niet meer de tijd om je in een soort vinkjescultuur aan de letter van de wet te houden. Het gaat om de geest. Je moet je blijven afvragen: hoe zal er morgen worden gedacht over dit gedrag? En overmorgen?”
Lees ook:
De Russische witwasmachine loopt ook door Nederland
Via een complex systeem van anonieme vennootschappen in belastingparadijzen heeft de Russische Troika Bank miljarden witgewassen. Tientallen miljoenen daarvan lopen door Nederland, via een voormalig onderdeel van ABN Amro.
Criminelen konden ongestoord bankieren bij ING
ING negeerde jarenlang signalen van witwassen via de eigen rekeningen. Hoeveel crimineel geld er is witgewassen via de bank? Niemand die het weet.