ReportageOmscholing
Deze KLM’ers ruilen hun blauwe pak in voor de zorg: ‘Ik ben inmiddels wel geland’
Stewardessen die gaan werken in de zorg. Dat is hét voorbeeld van succesvol omscholen in coronatijd. Maar het gebeurt nog weinig.
Daniëlle Schuijt en Mariska Mostermans duwen de rolstoel van bewoonster Loes Funcke behendig door een smal grindpad met aan beide kanten hoge struiken. Qua ruimte lijkt het verdacht veel op het gangpad van een Boeing 737, waar de twee voormalig stewardessen recent nog passagiers bedienden.
“Ik ben inmiddels wel geland”, zegt Mostermans grappend over haar keuze om, na twintig jaar vliegen, om te scholen naar een baan in de ouderenzorg. Een omscholingstraject dat sterk is gestimuleerd door de luchtvaartmaatschappij zelf, die vanwege de coronacrisis het personeelsbestand moet inkrimpen. In totaal hebben dit jaar al bijna vijfduizend collega’s KLM verlaten, zowel in Nederland als internationaal.
Een groot succes, in zeer kleine aantallen
Samen met Actiz, een branchevereniging van ruim vierhonderd zorgorganisaties, zijn trajecten opgezet om vliegtuigmedewerkers naar de ouderenzorg te lokken, daar komen ze op dit moment vijftigduizend mensen te kort. Hoewel dit initiatief door het kabinet wordt gepresenteerd als hét voorbeeld van succesvol omscholen, loopt het allesbehalve storm.
Tot nu toe kwamen er 270 oud-medewerkers van KLM af op aan een informatiebijeenkomst, wat niet slecht was. Maar slechts veertig van hen zijn begonnen met een snuffelstage, en 35 daarvan hebben de overstap naar de ouderenzorg gemaakt.
Zo ook Schuijt en Mostermans. Op 1 december traden ze uit dienst bij de luchtvaartmaatschappij, op dezelfde dag zijn ze aangenomen in Heemstede, bij verpleeghuis Bosbeek van ouderenzorgorganisatie Sint Jacob. Waar ze nu een rondje lopen op het landgoed met mevrouw Funcke.
Ervaringen komen van pas
“Die twee brengen echt iets mee”, zegt Berthy Peter, de locatiemanager van het verpleeghuis. “Zorgmedewerkers zitten soms vast in protocollen", zegt ze. “KLM’ers kunnen heel goed via een protocol werken en mensen tegelijkertijd aandacht geven, daar zijn ze in getraind. Ze zorgen dat mensen zich gehoord en gezien voelen in een heel klein moment, soms alleen een blik.”
Mevrouw Funcke, voorzitter van de cliëntenraad, is ook over de twee te spreken. “Je zet toch wel in de krant dat zij zo goed kunnen zien of mensen verdrietig zijn, hè?” Ze meent het. Mostermans: “Bedankt mevrouw Funcke, we betalen u straks wel”, ze knipoogt overdreven. Funcke schatert.
De locatiemanager van het verpleeghuis - een gebouw in de vorm van een hoefijzer met 120 bewoners - laat weten dat de twee vooralsnog alleen mogen meekijken en meehelpen met kleine klusjes. Ze maken maken bewoners wakker - die Schuijt in een verspreking passagiers noemt - en maken eten klaar.
Binnenkort beginnen ze aan hun opleiding tot verzorgende, mbo-niveau 3. Een dag in de week zijn ze kwijt aan hun studie, de rest leren ze in de praktijk. “Ik was in eerste instantie van plan om mbo-niveau 4 te doen, maar ik wilde ook meteen weer met mensen werken en hoe hoger het niveau, hoe meer tijd in de schoolbanken”, aldus Schuijt.
De twee hebben locatiemanager Peter al aan het denken gezet. “Zij hebben in het vliegtuig geleerd om binnen tien minuten een team te vormen met mensen die ze niet kennen. Wij noemen in een overdracht de feiten op en gaan dan aan de slag, zij hebben geleerd eerst kort bij elkaar te checken hoe het met iedereen gaat, voordat ze gaan handelen. Daar kunnen we van leren.”
Minder hectisch, minder vluchtig
Dat de stewardessen voor de ouderenzorg kiezen had Peter niet verwacht. “Heel veel mensen vinden het stewardessenberoep sexy, je ziet de hele wereld. De ouderenzorg heeft ongeveer het tegenovergestelde imago, toch zien ze er dus wel de charme van in.”
Mostermans knikt. “Mijn tijd in de lucht was fantastisch maar door de coronamaatregelen was vliegen al lang niet meer zo leuk.” In het vliegtuig was ze altijd al degene die in actie kwam bij mensen die ziek werden of vliegangst hadden. Vijf jaar geleden werd een vrouwelijke passagier onwel boven de Atlantische Oceaan. Met een aanwezige gynaecoloog reanimeerde ze de vrouw tot het toestel kon landen. “Die gynaecoloog zei, moet jij niet iets in de zorg gaan doen, je zou zo in het ziekenhuis kunnen werken.”
Dat plantte bij haar wel een zaadje. Corona gaf het laatste zetje om de gok te wagen. “Ik was wel heel bang dat ik spijt zou krijgen maar ik ben hier echt een blij ei.” Ook Schuijt ziet het zitten. “In het vliegtuig is al het contact vluchtig. Nu maak ik connecties met mensen die dieper gaan. Ik wist niet dat ik dat zo leuk zou vinden.”
Daarbij zijn de twee - beiden moeder - ook wel blij om vaker dicht bij huis te zijn. Het vele werken tijdens de feestdagen gaan ze ook niet missen. “Ik heb wel vaak derde kerstdag gevierd met mijn gezin”, zegt Schuijt lachend. Wat ze wel gaan missen is hun oude salaris. “Dat is even slikken”, zeggen ze allebei. “Maar werkgeluk is ook wat waard.”
Lees ook:
Van de horeca omscholen naar de zorg, kan dat wel?
Het kabinet trekt ruim 37 miljoen extra uit om werknemers om te scholen voor sectoren waar grote tekorten heersen. Geld alleen is echter niet genoeg.