Herverdeling
De uitvoering van de pensioenwet gaat nog heel veel hoofdpijn opleveren
Pensioenfondsen en -uitvoerders zullen nog een hele kluif krijgen aan het overgaan van het huidige pensioenstelsel naar het nieuwe.
Na jaren van politiek gesoebat lijkt de nieuwe pensioenwet nu eindelijk door de Eerste Kamer te komen, maar daarmee is de spanning rond de verdeling van de ruim 1400 miljard euro aan pensioenvermogen niet ineens voorbij. De Eerste Kamer vroeg daarom uitstel van de invoeringsdatum. Minister Carola Schouten (pensioen) zei dinsdag bereid te zijn invoering van het nieuwe pensioen met een jaar uit te stellen tot 2028.
Het zal namelijk nog een hele klus worden om al het geld op tijd over te zetten van het oude systeem naar het nieuwe. Dat belooft een paar jaar van worstelen met nieuwe IT-systemen, van een tekort aan telefonisten om de klantenservice te bemannen en discussies over wie hoeveel geld zou moeten krijgen. Minister Schouten wil ook een regeringscommissaris benoemen, die extra toezicht gaat houden en op tijd aan de bel kan trekken als het fout dreigt te gaan.
In de kern is de overgang simpel. Waar het pensioenvermogen van werknemers en gepensioneerden bij de grote pensioenfondsen nu in één grote pot wordt beheerd, krijgt iedereen straks zijn eigen, individuele pensioenpotje. Dat moet een eind maken aan jaren van generatieconflicten.
Honderden miljarden overgieten is zo makkelijk niet
Straks hoeven ouderen niet meer boos te worden dat werknemers te weinig premie inleggen, en jongeren hoeven niet meer te vrezen dat er niets meer in de pot overblijft omdat ouderen met succes voor pensioenverhogingen lobbyen.
Maar honderden miljarden euro’s vanuit grote potten overgieten in miljoenen individuele potjes is zo makkelijk niet. Al is het omdat fondsbesturen eerst maar eens moeten berekenen wie waar precies recht op heeft.
In het oude systeem hebben mensen immers geen afgebakend vermogen, iets wat écht van hen is. Er is alleen een toezegging, die betaald wordt uit een grote pot die in principe van iedereen is. In jargon: de fondsen moeten nu ‘pensioenaanspraken’ omzetten in pensioenvermogens, in klinkende euro’s.
Niemand weet nog wat ‘evenwichtig’ betekent
Voor die heikele discussie hebben de fondsen tot uiterlijk 1 januari 2025 en bij de voorgestelde wijziging tot 2026. Dan moeten ze hun plannen inleveren bij toezichthouder De Nederlandsche Bank, die in sneltreinvaart moet beoordelen of de verdeling van de miljarden ‘evenwichtig’ over de generaties is verlopen. Evenwichtig is een woord waarvan in de praktijk nog moet blijken wat het betekent. Schouten wilde dat nadrukkelijk aan de fondsen zelf laten.
Het is de vraag of pensioenfondsen op tijd klaar zullen zijn met het opstellen van de transitieplannen. Wachten ze allemaal tot het laatste moment, zo waarschuwt Ryan de Waard van advieskantoor BDO, dan kan er een opstopping ontstaan waarbij alle plannen in één keer bij DNB terechtkomen. Daarom is de minister nu ook bereid tot uitstel: de precieze invoeringsdatum wordt uit de wet gehaald en in een aparte ministeriële regeling vastgesteld op 2028. Deze datum kan, als de fondsen het dan nog niet redden, eventueel nogmaals worden aangepast.
Is duidelijk wat de pensioenfondsen willen met het geld, en hebben ze goedkeuring van DNB, dan kunnen ze naar hun pensioenuitvoerder stappen. Dat zijn bedrijven die de administratie beheren van pensioenfondsen, de uitkeringen overmaken en vaak ook de communicatie met werknemers en gepensioneerden op zich nemen.
Het zijn deze uitvoerders die, op verzoek van het pensioenfonds, vervolgens de hele administratie moeten overzetten naar een systeem met individuele vermogenspotjes.
Fondsen moeten een schadefonds aanhouden, om fouten te compenseren
Volgens pensioenexpert Tim Burggraaf van advieskantoor EY gaat dat nog een hele uitdaging worden. De IT-systemen zijn daar volgens hem totaal niet op ingesteld, de grote uitvoerders hebben tot nu toe vooral gewerkt met grote potten.
En nog vóór dit alles moeten de uitvoerders bovendien controleren of alle persoonsgegevens van de deelnemers nog wel kloppen. Van alle miljoenen werkenden en gepensioneerden moet goed vaststaan dat alle oude salarisstrookjes goed in het systeem staan, dat een eventuele echtscheiding goed is opgenomen en dat het effect van baanwisselingen niet onopgemerkt is gebleven.
Uitvoerders en fondsen hebben al aangegeven dat dit niet meer op tijd voor alle deelnemers is na te gaan. Daarom gaan pensioenfondsen een reservefonds instellen – een soort stroppenpot waarmee achteraf eventuele fouten kunnen worden gecompenseerd. Hoe groter de foutmarge is waar ze genoegen mee nemen om tijd te besparen, zegt Burggraaf, hoe meer geld ze ervoor weg zullen moeten zetten.
Tot slot maken pensioenuitvoerders zich druk over het gebrek aan personeel, onder meer voor het bemannen van de klantenservice. Want naar verwachting gaan heel wat mensen bellen met vragen over hun nieuwe uitkering, als die straks ingaat.
Lees ook:
Het nieuwe pensioenstelsel is door de Kamer, hoe pakt dat voor u uit?
Een ruime Kamermeerderheid heeft donderdagavond ingestemd met de nieuwe pensioenwet. Wat betekent de nieuwe wet concreet voor jong én oud?