Arbeidsmigranten
De Poolse Radek dreigde zichzelf in brand te steken uit wanhoop over zijn onveilige werk in een distributiecentrum
De positie van arbeidsmigranten moet beter, adviseerde Emiel Roemer twee jaar geleden in een lijvig rapport. Maar in de uitzendsector, een belangrijke werkgever voor arbeidsmigranten, komen veranderingen maar mondjesmaat van de grond.
In met benzine doordrenkte trui staat Radek Bogacki op de deurmat van de Poolse ambassade in Den Haag. Dreigend houdt hij de blauwe aansteker in zijn rechterhand omhoog, met zijn elleboog ondersteunt hij de deur. In de buitenlucht tegenover hem staan de politie-onderhandelaar en een brandweerwagen. Ze durven niet dichterbij te komen. Het is 22 oktober 2018 en de Pool dreigt zichzelf in brand te steken.
Ruim een jaar heeft Bogacki gewerkt voor GXO Logistics, de leverancier van H&M die dan nog werkt onder de naam XPO. Via uitzendbureau E&A is de Pool terechtgekomen in het distributiecentrum in Oss. Bij aankomst kreeg hij tot zijn verbazing een andere functie dan hem in Polen was verteld, met ieder uur 1,34 euro minder salaris. Hij was in de veronderstelling gratis huisvesting te krijgen, maar ook dat bleek niet te kloppen. Het distributiecentrum is een vuile en onveilige werkplek, zegt hij. Hij zag zes collega’s een ongeluk krijgen, zoals gebroken ledematen en letsel aan de wervelkolom. Vijf van hen verloren daarna hun werk. De enige gelukkige onder de pechvogels was een Nederlander met een gebroken arm, vertelt Bogacki.
Maandenlang praten met uitzendbureau E&A heeft hem niet geholpen: geen salarisverhoging, geen veiligere werkomstandigheden. Zijn contactpersonen in Polen en Nederland blijven naar elkaar wijzen. Hij zoekt hulp bij het Juridisch Loket en de Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten, maar krijgt die naar zijn gevoel niet. Als hij weigert nog te komen werken, verschijnen aan zijn deur twee mannen die hem uit huis proberen te zetten. Hij belt de politie en een advocaat, en slaagt er ternauwernood in het dak boven zijn hoofd te behouden.
Protest namens alle migranten in Nederland
Al die tijd leeft Bogacki van zijn steeds verder slinkende voorraad spaargeld, maar dan slaat het noodlot toe. Zijn bank blokkeert zijn rekening. De Pool besluit tot een drastische stap: het is tijd voor een protest, namens alle migranten in Nederland. Hij leent geld van zijn ouders, koopt een zwarte jerrycan met 4,5 liter benzine en stapt in de trein.
De uitzendsector speelt een centrale rol in Geen Tweederangsburgers, het twee jaar geleden gepubliceerde rapport over verbetering van de positie van arbeidsmigranten in Nederland. Emiel Roemer adviseerde destijds onder meer een verplichte certificering voor uitzendbureaus, plus een bestuursverbod voor malafide bestuurders. Migranten uit landen als Polen, Roemenië en Bulgarije werken bij uitstek in de uitzendbranche, die hen uitleent aan bijvoorbeeld distributiecentra, voedselproducenten of tuinbouwers. Liefst 294.000 van de 613.000 EU-arbeidsmigranten met een baan, werkten vorig jaar in de sector waar de uitzenders onder vallen.
Met zijn klachten staat Bogacki symbool voor wat misgaat in de uitzendbranche. Uitzendkrachten hebben een relatief groot risico om hun baan te verliezen, en met oproepkrachten de kleinste kans op vast werk. Ze hebben vaker een ongeluk op de werkvloer, blijkt uit een rapport van de Arbeidsinspectie. Ook ontvangen ze vaak te weinig loon: tussen 2011 en 2016 was 40 procent van alle binnengekomen klachten op dat vlak afkomstig uit de branche van arbeidsbemiddelaars.
De distributiewereld waarin Bogacki zich beweegt past ook in dat plaatje. De Arbeidsinspectie bezocht onlangs 200 distributiecentra, blijkt uit een rapport uit augustus. Bij 163 van de blokkendozen troffen de inspecteurs in totaal 547 overtredingen aan. Het zijn met name arbeidsmigranten die fysiek te zwaar werk doen, merkten de inspecteurs op. In meer dan de helft van de warenhuizen bestond gevaar op een aanrijding.
Bogacki wordt getypeerd als ‘verwarde man’
In de ambassade overgiet Bogacki zich nog maar eens met benzine. De diplomaten zijn allang geëvacueerd, de Pool maant politie-onderhandelaar Johan Bodrij om afstand te houden. Hij eist een journalist te spreken, zodat hij zijn klachten kan delen met de wereld. Ze lijken binnen handbereik: buiten het hek fotograferen journalisten de afgezette consulaire afdeling. Telegraaf, AD en Nu.nl spreken al van een ‘verwarde man’.
Hij krijgt zijn zin niet. Politie-onderhandelaar Johan Bodrij vertelt de Pool dat hij te brandgevaarlijk is om met wie dan ook in gesprek te gaan. Zijn gesprekspartner begint over Bogacki’s moeder, en hoe vervelend zij het zou vinden als haar zoon zich levend zou verbranden. Op zijn beurt legt de Pool de Nederlander uit waarom hij geen andere keuze dacht te hebben dan zijn protestactie: niemand wilde naar hem luisteren. Hij heeft al zijn klachten uitgeschreven in een brief van zeven kantjes, weggestopt in de rugtas naast zijn jerrycan.
Een deel van Bogacki’s grieven heeft betrekking op zijn kwetsbare positie als uitzendkracht. Hij heeft de Nederlands regels opgezocht en meent na een aantal flexibele contracten recht te hebben op een vast contract. Hij vindt het oneerlijk dat zijn uitzendbureau hem van de ene op de andere dag kan ontslaan en denkt een opzegtermijn van drie maanden te hebben.
De uitzendsector kent soepelere regels dan andere bedrijven
Waar de Pool in feite tegen protesteert is het zogenoemde verlichte regime. De uitzendsector speelt volgens minister Karien van Gennip (CDA, Sociale Zaken en Werkgelegenheid) een onmisbare rol in het bijeenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Zij zouden werklozen helpen een eerste stap te zetten in de richting van een tijdelijke of vaste baan. Daarom mogen ze zich houden aan soepelere regels dan andere bedrijven, inclusief snel ontslag en de opzegtermijn waar Bogacki zich over opwindt.
Het meest bekende voorbeeld van die ruimere mogelijkheden is het uitzendbeding. Een migrant met zo’n clausule in zijn contract, verliest zijn baan op het moment dat de kas of het distributiecentrum geen werk meer voor hem heeft. De uitzendsector heeft die regel opgerekt, zodat veel arbeidsmigranten hun baan al verliezen als ze een dag ziek zijn.
De uitzondering op het ontslagrecht is omstreden. De Hoge Raad overweegt momenteel de casus van een andere Pool, die een deel van twee vingers verloor aan een machine voor kartonnen bekers. Doordat zijn contract een uitzendbeding bevatte, was hij ook direct zijn baan kwijt. Nederlands hoogste rechter heeft nog geen besluit genomen, maar al wel gezaghebbend advies gekregen van advocaat-generaal Ruth de Bock. Zij doet de juristen de aanbeveling de Pool gelijk te geven: een ongeval mag niet automatisch leiden tot baanverlies.
Uitzendwerk in een slachthuis is doorgaans geen opstap naar vast werk
Mocht het uitzendbeding verdwijnen, dan beschikken uitzendbureaus over genoeg soepele alternatieven om de clausule te vervangen. Zo kan een uitzendkracht in zijn eerste 1,5 jaar op de werkvloer nu veel korte contracten krijgen, bijvoorbeeld met de lengte van een week of een maand.
Advocaat-generaal De Bock betwijfelt of de bijzondere positie van de uitzendsector terecht is, blijkt uit haar advies aan de Hoge Raad. Haar argument: uitzendwerk in bijvoorbeeld distributiecentrum, kas of slachthuis vormt doorgaans helemaal geen opstapje naar vast werk, maar is structureel van aard. ‘Daarmee rijst de vraag of het verlicht regime nog wel van deze tijd is’, schrijft ze.
Minister Van Gennip ziet het anders: zij wil de soepele regels bijschaven, zodat werkgevers alleen nog uitzendbureaus bellen in tijden van snotterig personeel of overvolle roosters. ‘Uitgangspunt is dat structureel werk in principe wordt gedaan op basis van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd’, e-mailt een woordvoerder. Het idee: een fase vol onzekerheden is niet slecht voor arbeidsmigranten, zolang ze snel kunnen doorstromen naar een plek met meer vastigheid.
Duitsland heeft een maximale uitzendtermijn van 18 maanden, Nederland niet
De geplande maatregelen van Van Gennip ogen niet zo radicaal. De periode waarin uitzendkrachten eindeloos korte contracten krijgen, beperkt ze bijvoorbeeld tot één jaar. Ook op andere vlakken vermindert ze mogelijkheden, zonder ze uit te bannen, zegt Niels Jansen, universitair docent arbeidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam. “Alles bij elkaar ga je van ongeveer 5,5 jaar flex naar 3 jaar flex”, vat Jansen het samen.
Jansen is niet overtuigd dat werkgevers straks alleen uitzendkrachten zullen inzetten in tijden van ziekte of drukte. Dat zou zomaar een probleem kunnen worden, legt hij uit. Uit twee recente uitspraken van het Europese Hof van Justitie blijkt dat EU-lidstaten hun best moeten doen uitzendwerk daadwerkelijk tijdelijk te laten zijn, en dus niet structureel. Duitsland heeft bijvoorbeeld een maximale uitzendtermijn van 18 maanden, Nederland heeft niets. “Daar moeten we iets mee”, zegt hij.
Duitsland verbood gebruik van uitzendkrachten in slachthuizen
In navolging van Emile Roemers advies heeft minister Van Gennip nog een ander plan om arbeidsmigranten te helpen: certificering van uitzendbureaus. Uitzendbureaus mogen straks alleen personeel uitlenen als ze zo’n papiertje aan de muur hebben hangen. Om een certificaat te krijgen moet een uitzendbureau onder meer een borgsom betalen, zodat even snel een uitzendbureau oprichten er niet meer bij is. Ook moeten bedrijven laten controleren of hun loonstrookjes wel kloppen, en zijn er voorwaarden op het gebied van huisvesting.
De keerzijde: certificering gaat op zijn vroegst begin 2025 in, vijf jaar na het advies van Roemer. Van Gennip spreekt bovendien van een ‘tijdpad dat uitdagingen met zich brengt’. De invoer duurt zo lang doordat ze eerst langs Eerste en Tweede Kamer moet, en daarna personeel moet vinden. ‘Ten opzichte van het huidige stelsel moet het aantal inspecteurs naar verwachting verdrievoudigen’, laat ze weten.
Duitsland bewijst dat het sneller kan. Midden in de coronacrisis verbood de Duitse regering in bijna alle gevallen gebruik van uitzendkrachten in slachthuizen. Met succes, zegt Serife Erol van Das Wirtschafts- und Sozialwissenschaftliches Institut (WSI). “De vleessector heeft sindsdien 35 duizend nieuwe werknemers gekregen. Ondernemingsraden hebben er veel macht bij gekregen. Werk via onderaannemers is bijna geheel verdwenen.”
Twee jaar na het rapport Roemer is op één vlak verbetering te zien. Opvallend genoeg is het initiatief niet afkomstig uit politieke hoek: uitzendbureaus en vakbonden hebben in de uitzend-cao een paar stevige voorwaarden afgesproken. Zo krijgen buitenlandse krachten tijdens hun eerste twee maanden in Nederland het minimumloon, en mogen ze na afloop van een contract nog vier weken in hun kamer verblijven. Als een pas gearriveerde Tsjech of Slowaak niet functioneert, betaalt het uitzendbureau zijn terugkeer.
Half jaar celstraf vanwege poging tot brandstichting
Radek Bogacki voelt het water van de brandweerspuit zijn trui binnendringen. Na 2,5 uur in de deuropening heeft hij de patstelling met politie-onderhandelaar Bodrij opgegeven. Honger en dorst rol spelen een rol, net als Bodrij’s aanhoudende weigering hem te voorzien van een journalist. In zijn herinnering geeft de uitzendkracht de blauwe aansteker uit eigen beweging af, waarna de brandweer aan ieder gevaar een einde maakt.
De Pool wacht een half jaar onvoorwaardelijke celstraf wegens poging tot brandstichting. Volgens Bogacki was hij nooit van plan zichzelf in brand te steken. Een dag voor hij in de trein stapte, verwijderde hij de veer uit zijn aansteker. De rechter gaat er niet in mee. Gevraagd naar een reactie verwijst GXO Logistics naar uitzendbureau E&A. Directeur Gilbert Deelen laat namens dat bedrijf weten geen uitlatingen te doen over voormalig medewerkers.
Wat zeker is: Bogacki is geen ‘verwarde man’, zo concludeert een psychiater tijdens de rechtszaak. Diens professionele mening: Bogacki had last van stress, verder is met hem niets mis. Of nou ja, merkt de psychiater op, wat heet niets: de Pool lijdt aan een groot rechtvaardigheidsgevoel.
Wat is er terechtgekomen van de beloftes van het kabinet?
Twee jaar geleden beloofde het kabinet de positie van arbeidsmigranten te verbeteren, naar aanleiding van de coronacrisis en het rapport Geen Tweederangsburgers van Emile Roemer. Trouw onderzoekt wat van de voornemens terecht is gekomen. Vandaag aflevering één: de arbeidsmarkt.
Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (fondsbjp.nl) en Stichting Luis in de Pels.
Lees ook:
Het grote gelijk van Emile Roemer
Ergens in 2005 sloeg de gemeente Den Haag alarm over de mensonterende omstandigheden waaronder arbeidsmigranten in de stad verbleven. Het ging van kwaad tot erger. In wijken als Laak en Regentessekwartier werden vele duizenden Oost-Europeanen door schimmige uitzendbureautjes in portiekwoningen gestald, wachtend op het moment dat ze weer moesten opdraven in de kassen van het Westland. Er waren huisjesmelkers die matrassen verhuurden voor 5 euro per acht uur. De slaapplek wisselde ieder etmaal drie keer van gast.