CBS-cijfers

De Nederlander is in vijftig jaar alleen maar rijker geworden

Mensen op het terras - voor de lockdown.  Beeld ANP
Mensen op het terras - voor de lockdown.Beeld ANP

Nederland is de laatste vijftig jaar veel rijker geworden. Nederlanders zijn dat dus ook, al wordt vaak gedacht dat dit niet zo is.

Koos Schwartz

Het beeld is er, en al lang ook: dat de gemiddelde Nederlander er de afgelopen decennia qua inkomen weinig mee is opgeschoten. Dat de economische groei vooral ten goede is gekomen aan bedrijven.

Maar kijk om je heen. Er zijn veel meer auto’s dan vijftig jaar geleden; het huizenbezit is toegenomen; in die huizen staan veel meer apparaten, in huurhuizen ook; we eten vaker buiten de deur en gaan vaker en verder met vakantie, althans voordat corona die pret bedierf. Klopt dat beeld van die Nederlander die weinig wijzer is geworden van de groei dan wel?

Nee, dat beeld klopt niet. Het klopt helemaal niet, stelt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), die onderzocht hoe het de inkomens verging tussen 1969 en 2020; een lange periode met meerdere crises én jaren van groei.

Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Beeld ANP
Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).Beeld ANP

Zie die auto’s, apparaten en vakanties

In 2020 kwam het bruto binnenlands product (bbp), alles wat in Nederland werd verdiend, uit op 799 miljard euro. Dat is 45.793 euro per persoon. In 1969 was dat 20.245 euro. In vijftig jaar steeg het bbp per persoon met 126 procent.

In 1969 kon een Nederlander gemiddeld 10.310 euro vrij besteden. Vijftig jaar later was dat inkomen (inkomsten uit loon, uitkering, pensioen en dividend minus belastingen en premies) opgelopen tot 21.852 euro, een stijging van 112 procent. De Nederlander ging er dus fors op vooruit, want Van Mulligen corrigeerde de gegevens voor prijsstijgingen. Zie die auto’s, apparaten en vakanties.

Maar waar komt dat beeld dan vandaan? Dat komt deels, zegt Van Mulligen, doordat in eerdere studies is gekeken naar de inkomens van huishoudens. Dat vertekent, zegt hij. Sinds 1969 verdubbelde het aantal eenpersoonshuishoudens, terwijl het aantal inwoners met 36 procent toenam. Wie het bbp deelt door het aantal huishoudens krijgt een ander zicht dan wie het bbp deelt door het aantal inwoners.

Extra geld ging grotendeels naar de zorg

Er speelt nog iets. Tussen 2001 en 2015 ging de Nederlander er inderdaad nauwelijks op vooruit. Dat is een lange periode én nog niet lang geleden. Niet zo gek dat het beeld ontstond en beklijfde.

Maar Van Mulligen heeft twee kanttekeningen. Tussen 2001 en 2008 steeg het bbp wel, maar bleef het vrij beschikbaar inkomen hangen rond de 20.400 euro. Maar het waren niet de bedrijven die van de groei profiteerden. Tijdens de vier kabinetten-Balkenende gingen de belastingen fors omhoog. In 2008 haalde de overheid 49 procent meer inkomsten uit loonbelastingen dan in 2001 en 38 procent meer uit premies. Dat extra geld ging grotendeels naar de zorg. Daarvan, tekent Van Mulligen aan, profiteerden ook de burgers. Hun vrij besteedbaar inkomen steeg niet, maar ze kregen daar zorg voor terug.

In 2015 lag het vrij besteedbaar inkomen nog net zo hoog als in 2008. Maar, zegt Van Mulligen, in die jaren groeide het bbp per persoon ook niet. Dat kwam door de financiële crisis, waar bedrijven ook veel last van hadden. Na 2013 stegen het bbp en het vrij besteedbaar inkomen ongeveer net zo snel. Tot aan coronatijd.

Armoede is een probleem, maar vroeger ook

Nederland werd in vijftig jaar veel rijker en Nederlanders profiteerden vrijwel navenant mee, concludeert Van Mulligen. Een conclusie die hem verbaasde, want net als veel beleidsmakers dacht ook hij dat dat andere beeld klopte. Voor het coronajaar 2020 klopt het trouwens ook niet. Dat is een apart jaar met een dalend bbp, maar stijgende inkomens.

En de kloof tussen rijk en arm? Groeide die ook niet? Dat onderwerp maakte geen deel uit van Van Mulligens studie. Al wijst hij op eerder CBS-onderzoek waaruit bleek dat het met die groeiende kloof meeviel. “Armoede is een probleem. Maar vroeger ook. Nu leeft zo’n 8 procent onder de armoedegrens. In het begin van de jaren tachtig was dat 18 procent.”

Lees ook:

Dé cijferman van Nederland: ‘We blijven er maar op vooruitgaan’

Nederlanders denken dat het slecht gaat met het land, en dat is zonde en onzin, vindt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden