ReconstructieUber Files

De Belastingdienst pleegde mogelijk strafbare feiten voor Uber

null Beeld

De band tussen de Belastingdienst en taxibedrijf Uber lijkt wel erg innig, zo blijkt uit gelekte documenten. Mogelijk pleegde de fiscus strafbare feiten door te lekken uit vertrouwelijke gesprekken.

Dirk Waterval

Het is aan het einde van een halfbewolkte voorjaarsmiddag in San Francisco, in een door wolkenkrabbers overschaduwd kantoorpand naast het financiële district, dat taxibedrijf Uber ‘een luisterend oor’ vindt bij de Nederlandse Belastingdienst.

Enkele topambtenaren zijn op deze 20 april 2015 afgereisd naar het Nederlandse consulaat-generaal in de Amerikaanse kuststad. Samen met medewerkers van het ministerie van economische zaken hebben ze een soort kennismaking met de belastingexperts van Uber.

Medewerkers van de afdeling Grote Ondernemingen brengen wel vaker dit soort bezoekjes aan buitenlandse multinationals met een kantoor in Nederland. Een beetje de contacten warm houden, kijken of je wat voor elkaar kunt betekenen. Maar deze ‘roadshow’ van de groep ambtenaren had voor Uber op geen beter moment kunnen komen. Al maanden voelt het bedrijf de hete adem van andere Europese lidstaten in de nek. De belastingdiensten in Zweden, Frankrijk, België, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland willen graag weten of Uber-chauffeurs eigenlijk wel btw en inkomstenbelasting afdragen in hun land.

Verlies aan sympathie zou de lobby van Uber schaden

Dat doen die chauffeurs waarschijnlijk niet, merkt iemand van Uber daarover op in een interne mail. En dat mag niet uitlekken, want Uber is in veel landen bezig om te lobbyen voor gunstiger taxiwetten. Als bekend zou worden dat Uber-chauffeurs niet altijd belasting afdragen, verliest het bedrijf sympathie. En dat beperkt de kans op een succesvolle lobby in Europa. Alle parlementaire voortgang die ze boeken in verschillende lidstaten zou dan tevergeefs zijn.

Het is dus zaak, besluiten de Uber-fiscalisten, om de gegevens van die chauffeurs verborgen te houden tot er een oplossing ligt. Ze moeten tijd kopen. Totdat ze al hun chauffeurs zo ver hebben gekregen om een btw-nummer aan te vragen, of tot hun lobby voltooid is.

Gelukkig voor Uber hebben de buitenlandse belastingdiensten in die vijf andere lidstaten helemaal geen mogelijkheid om de plaatselijke Uber-chauffeurs aan een controle te onderwerpen. De namen, btw-nummers en het aantal gereden kilometers van chauffeurs zijn namelijk opgeslagen bij Uber BV in Amsterdam, het hoofdkantoor voor alle taxiritjes buiten de Verenigde Staten. En dáár gaat het gesprek over op deze maandag 20 april in San Francisco. De lidstaten hebben een officieel verzoek tot gegevensuitwisseling gedaan bij de Nederlandse fiscus. Kunnen de Nederlanders niet iets doen om Uber nog even uit de wind te houden?

De notulen van dat gesprek maken deel uit van een groot intern lek van het bedrijf, dat in handen is van Trouw, Het Financieele Dagblad en Investico. Ruim 120.000 memo’s, notulen en interne mails beschrijven hoe Uber rond 2015 lobbyde bij Kamerleden en ministers voor gunstige wetgeving om nieuwe diensten te kunnen lanceren. Maar óók hoe de Nederlandse belastingdienst het bedrijf daarbij een hand boven het hoofd leek te houden.

Bedankt voor de ‘beleefdheid en transparantie’

De verstandhouding tussen de twee is in elk geval goed. Zo blijkt de fiscus Uber direct te hebben gewaarschuwd toen ze informatieverzoeken kreeg uit de andere landen. Let wel, zónder ook daadwerkelijk om die gegevens te vragen. Het bedrijf weet nu dus precies wat voor documenten zijn opgevraagd, zonder dat landen als Zweden en Frankrijk die ook echt krijgen. De medewerkers van Uber bedanken het groepje bezoekende belastingambtenaren voor deze ‘beleefdheid en transparantie’, zo staat in de notulen van het gesprek in San Francisco.

Vervolgens leggen ze de ambtenaren uit dat ze meer tijd nodig hebben voor hun lobby voor soepeler taxiwetgeving. Zou die lobby slagen, dan kon Uber uitbreiden en dus voor meer economische groei zorgen, óók in Nederland. Nu direct de informatieverzoeken van andere lidstaten inwilligen zou daarom wel eens het einde kunnen betekenen van deze ‘kip met de gouden eieren’, zeggen de Uber-medewerkers.

Bij dit gesprek in San Francisco zit ook een ambtenaar van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). Die afdeling van het ministerie van economische zaken heeft als missie om buitenlandse bedrijven naar Nederland te halen. De ambtenaar vraagt hoe lang Uber nog nodig denkt te hebben voor de lobby voor de benodigde taxiwetgeving. Het antwoord daarop staat niet in de gespreksnotulen.

Later diezelfde dag doen de aanwezige Uber-medewerkers via de mail verslag van het gesprek aan collega’s die er niet bij waren. Eén van hen legt zijn collega’s uit dat de Nederlandse delegatie “Uber overduidelijk ziet als een goede belastingbetaler en dat ze de investeringen van Uber BV [in Nederland] waardeert”.

Traineerde de fiscus verzoeken van andere landen?

Natuurlijk heeft de belastingdienst zo zijn verplichtingen binnen de EU, vervolgt de Uber-medewerker begripvol, “maar ze waren bereid op zo’n manier op de informatieverzoeken te reageren dat wij maximaal de tijd krijgen om de juiste wetgeving te regelen, waardoor sommige van die verzoeken niet meer relevant zijn”.

Zou de fiscus echt zo ver gaan andere EU-lidstaten het bos in te sturen met hun wens te kunnen controleren of Uber-chauffeurs wel belasting afdragen? Bewust informatieverzoeken traineren om een groot Amerikaans bedrijf uit de wind te houden in de hoop dat dit daardoor in Nederland blijft?

Hard bewijs daarvan is er niet, maar het interne mailverkeer doet wel zoveel vermoeden.

“De [Nederlandse belastingdienst] heeft ons tot nu toe weten te beschermen tegen het uitleveren van chauffeur-gegevens”, mailt Ubers Europese hoofd fiscale zaken bijvoorbeeld eind oktober 2015 aan zijn collega’s, maar liefst een jaar nadat Zweden voor het eerst om die gegevens heeft gevraagd.

“Ze (van de fiscus, red.) hebben mij gezegd dat ze geen gevolg zullen geven aan binnenkomende lidstaat-verzoeken over chauffeur-data zodat wij ‘onze zaken op orde kunnen krijgen’ en kunnen werken aan doorbraken in de wetgeving.” Een kleine maand later constateert de fiscalist van Uber tevreden dat de fiscus ‘tot grote hoogten gaat’ om het bedrijf te helpen.

Geheime deals over voordelige winstbelasting

Het was al wel bekend dat de belastingdienst in het verleden de grenzen opzocht met geheime deals over winstbelasting om grote bedrijven naar Nederland te lokken. Zo deed de Europese Commissie onderzoek naar de voordelige belastingdeals met de Amerikaanse koffieketen Starbucks en het Zweedse meubelhuis Ikea, die beide hun Europese hoofdkwartier in Nederland hebben.

Niet bekend was dat de belastingdienst dit soort bedrijven ook nog op andere manieren te hulp schoot, ook nadat ze al met hun hoofdkantoor waren neergestreken. Lotte Rooijendijk, projectleider bij Transparency International NL, vindt dan ook dat Uber een voorkeursbehandeling kreeg van de Belastingdienst.

“Het zou allemaal nodig zijn voor het vestigingsklimaat in Nederland, omdat het goed zou zijn voor onze economie.” Maar volgens haar zorgen dit soort acties van de fiscus er vooral voor dat het vertrouwen van burgers in de overheid afbrokkelt. “Die krijgen die voorkeursbehandeling namelijk níet.”

Vooral het informele contact tussen Uber en de Nederlandse fiscus valt op in de gelekte e-mails en notulen. Dat levert het taxibedrijf veel waardevolle informatie op, in een periode dat er wel meer belastinggeschillen uit te vechten zijn in Europa.

Een Uber-directeur komt toevallig zijn contactpersoon bij de fiscus tegen

Frankrijk doet bijvoorbeeld moeilijk over de vraag of Uber winstbelasting zou moeten afdragen over alle taxiritjes in dat land. Uber vindt van niet: het Europese hoofdkantoor staat immers in Nederland. Maar Frankrijk stelt dat Uber zoveel banen en management in Parijs heeft zitten dat het bedrijf er fiscaal gezien economisch actief is. En dat zou Frankrijk in staat stellen om óók winstbelasting te heffen over de ritten.

In november 2015 mailt de Europese belastingdirecteur van Uber dat hij ‘zijn contact’ bij de fiscus toevallig tegen het lijf liep tijdens een bezoek aan de Belastingdienst, en dat deze ambtenaar hem kon bijpraten over de gesprekken hierover met Frankrijk. Er loopt op dat moment een zogeheten EU-audit, een belastingonderzoek door zes verschillende lidstaten naar het fiscale reilen en zeilen van Uber in Europa. Dat onderzoek gaat precies over de vraag waar Uber allemaal belasting zou moeten afdragen, hoe het moet met winstbelasting en btw.

Nederland heeft de leiding binnen de zes lidstaten. Bij de Nederlandse fiscus wordt het onderzoek dan weer geleid door de ambtenaar die de Uber-medewerker nu toevallig tegenkomt op de gang.

Die krijgt tijdens de ontmoeting te horen dat Nederland het eens is met Uber over de winstbelasting. Het contact zegt dat hij Frankrijk misschien ook van dat standpunt kan overtuigen, zo vat de Uber-medewerker het informele gesprek samen in een groepsmail aan zijn collega’s. “Frankrijk zal ofwel helemaal omgaan, of [ons] anders op zijn minst minder rigide aanpakken.” Om eraan toe te voegen: “Dit wordt een belangrijk gevecht dat we de Nederlandse belastingdienst voor ons moeten laten voeren”.

Kleinere kans op juridische problemen

En inderdaad, een paar weken later blijken de Fransen ook overtuigd. Ondertussen is er ook nog steeds geen enkele naam, kenteken of kilometerstand van Uber-chauffeurs overgedragen aan de andere EU-lidstaten. Uiteindelijk hoeft het Amerikaanse bedrijf pas in januari 2016 de eerste gegevens aan te leveren, zodat die ter controle naar de belastingdiensten van andere lidstaten kunnen.

Dankzij de trage afhandeling van de verzoeken had Uber de tijd om een heel programma op te zetten dat chauffeurs verplicht om zich als btw-plichtige te laten registreren. In november 2015 kan de Belgische tak van Uber melden dat iedere chauffeur in dat land aan die eis voldoet. Het zijn maatregelen die de kans beperken dat het bedrijf alsnog in juridische problemen komt.

Volgens de Leidse hoogleraar belastingrecht Jan van de Streek, die de gelekte mailtjes van Uber uitgebreid bestudeerde met zijn promovendus Tim van Brederode, heeft de Nederlandse fiscus de wet hier waarschijnlijk ‘flagrant geschonden’. Neem het informeel inlichten van Uber dat andere lidstaten bedrijfsinformatie willen hebben, zegt hij, zónder die informatie ook daadwerkelijk op te vragen bij het bedrijf. Of het bijpraten van een bedrijf over het verloop van vertrouwelijke gesprekken met andere lidstaten.

Op z’n minst een integriteitsschending

Beide voorbeelden lijken volgens het tweetal in strijd met de geheimhoudingsplicht, waar de belastingdienst zich aan moet houden, beschreven in artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. “Het lekken van de informatie is op z’n minst een integriteitsschending”, zegt Van de Streek. “Maar dit onderzoek doet denken dat Nederland de geheimhoudingsplicht opzettelijk geschonden heeft ten faveure van Uber. Dan is het handelen zelfs strafbaar.”

Overigens had de NFIA-afgevaardigde helemaal niet mogen weten van de internationale informatieverzoeken die de fiscus had gekregen over Uber, vervolgt Van de Streek. Terwijl die verzoeken wel zijn besproken tijdens de bijeenkomst in San Francisco.

Een paar jaar later zal nog blijken hoe gevoelig de chauffeursgegevens waren. Als Denemarken ze uiteindelijk van de Nederlandse fiscus krijgt, plukken de Deense autoriteiten er bij wijze van steekproef vier chauffeurs uit, die uiteindelijk door het hooggerechtshof worden veroordeeld voor illegaal taxiën. Ze moeten al het verdiende geld van hun ritjes uit 2015 en daarvoor inleveren bij de staat.

REACTIE BELASTINGDIENST

Een woordvoerder van de Belastingdienst betwist dat de dienst zich niet aan de wet heeft gehouden in het contact met Uber. De fiscus heeft ‘uitvoerig intern onderzoek gedaan’ naar de gang van zaken destijds, zo laat hij weten, en op basis daarvan herkent de dienst zich niet in het verhaal de geheimhoudingsplicht te hebben geschonden, of informatieverzoeken te hebben getraineerd. Buiten het feit dat de procedures ‘correct zijn verlopen’ mag hij echter geen details geven, vanwege de fiscale geheimhoudingsplicht.

In het algemeen stelt de Belastingdienst dat die zich zo veel mogelijk houdt aan de internationaal afgesproken termijnen voor informatieverzoeken. Als er om wat voor reden dan ook niet aan die termijn voldaan kan worden, zou de fiscus daarover overleggen met het desbetreffende land.

Hij stelt verder dat het wel degelijk is toegestaan om bedrijven tussentijds op de hoogte te houden van multilaterale belastingonderzoeken. Hoogleraar Jan van de Streek erkent dat, maar wijst erop dat het dan alleen over procedurele dingen mag gaan, zoals de agendabepaling. En niet over inhoudelijke standpunten van andere lidstaten.

Uber zegt zich in het algemeen aan al zijn verplichtingen te houden in het aanleveren van bedrijfsinformatie als een overheid daar om vraagt. Het NFIA stelt desgevraagd dat tijdens ‘de afspraken met bedrijven waarbij ook een vertegenwoordiger van de Belastingdienst aanwezig is wordt gehandeld conform de fiscale geheimhoudingsplicht’.

Wat zijn de Uber Files?

De Uber Files, ruim 120.000 interne bedrijfsdocumenten van taxibedrijf Uber, zijn via de Britse krant The Guardian in handen gekomen van het Internationaal Consortium voor Onderzoeksjournalististen (ICIJ). In Nederland werden de documenten onderzocht door Martijn Roessingh en Dirk Waterval (Trouw), Gaby de Groot en Johan Leupen (FD) en Linda van der Pol, Romy van der Burgh en Karlijn Kuijpers (Investico).

Klokkenluider achter Uber Files maakt identiteit bekend

Voormalig lobbyist van Uber Mark MacGann is de klokkenluider die achter het vrijgeven van de Uber Files zit, vertelt hij aan de Britse krant The Guardian. De 52-jarige geboren Ier lekte meer dan 124.000 interne documenten van het taxibedrijf uit berouw over de rol die hij speelde toen hij tussen 2014 en 2016 als hoofd public relations werkte aan de Europese uitbreiding van Uber. “Ik ben deels verantwoordelijk.”

“Ik praatte met overheden, ik plantte verhalen bij de media, ik vertelde mensen dat de regels anders moesten omdat chauffeurs daarvan zouden profiteren”, zegt MacGann nu. “Toen duidelijk werd dat dat allemaal niet klopte en dat we mensen hadden voorgelogen, hoe kun je dan een schoon geweten hebben als je niet voor je eigen daden uitkomt?” Daar gingen wel jaren overheen. “Toen ik besloot dat ik wat moest zeggen, ging ik op zoek naar de effectiefste manier om dat te doen.”

Het gemak waarmee Uber doordrong tot de hoogste regionen van de macht in landen als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Rusland noemt MacGann verslavend, maar ook “enorm oneerlijk” en “anti-democratisch”. Tegelijkertijd zorgde zijn baan als publiek gezicht van Uber voor bedreigingen en uiteindelijk de diagnose post-traumatische stress-stoornis (PTSS). (ANP)

Lees ook:

Hoe taxibedrijf Uber de Nederlandse politiek bespeelde

Uber doet in 2015 alles om een nieuwe, illegale app voor taxiritten aanvaard te krijgen. En krijgt bij de politieke lobby steun van zwaargewicht Neelie Kroes, die een ingang blijkt tot bijna iedereen die ertoe doet in Den Haag.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden