Lockdown
Culturele zzp’ers dubbel de pineut: ‘De verschillen met mensen in loondienst zijn lastig te verkroppen’
De nieuwe lockdown ligt de culturele sector toch al zwaar op de maag. Maar er is nog een extra pijnpunt: veel artiesten zijn zzp’er, soms tegen wil en dank. En juist voor zelfstandigen wordt het regime stap voor stap steeds strenger.
Voor pianist Maurits Fondse is december normaal gesproken een drukke maand vol optredens. Maar net als vorig jaar veegde de lockdown zijn volle concertagenda in een dag leeg. “Dit is juist een periode waarin je normaal iets extra’s kunt verdienen”, vertelt hij. En zo’n extraatje was juist nu heel welkom. “In 2021 zijn er ook wel normale periodes geweest: de afgelopen maanden liep het weer als een trein”, blikt hij terug. “Maar we hebben al twee lange periodes van sluiting gehad. En dan zit er voor mij maar een ding op: mijn spaargeld langzaam opeten.”
In plaats van een financiële inhaalslag moet Fondse dus nu opnieuw teren op zijn reserves. “Ik haal ongeveer 90 procent van mijn inkomen uit concerten”, licht hij toe. Voor overheidssteun komt hij in aanmerking. Maar waar werknemers in loondienst grotendeels of helemaal kunnen worden doorbetaald, geldt voor zelfstandigen een ander regime. Hun inkomen wordt in feite via een soort bijstandsuitkering aangevuld tot het bestaansminimum. Maar daar blijft het dan ook bij.
“Mijn partner is ook zzp’er. En onze vaste lasten stroken niet met een leven op het sociaal minimum: ik heb bijvoorbeeld een opnamestudio aan huis, met een aantal dure abonnementen die daarbij horen. Als zelfstandige ben ik best bereid te accepteren dat er wat spaargeld bij moet in slechte tijden. Maar de verschillen met mensen in loondienst zijn inmiddels wel lastig te verkroppen.”
Tozo bestaat niet meer
Daar komt bij dat het regime voor zzp’ers ook nog eens is aangescherpt. De Tozo-regeling is per 1 oktober gestopt, waardoor getroffen ondernemers nu terugvallen in de reguliere bijstand voor zelfstandigen (Bbz). Die is vrij vergelijkbaar, maar op twee vlakken strenger. Een belangrijk verschil is dat een gemeente ook moet toetsen of een bedrijf levensvatbaar is.
“Hier in Amsterdam waren ze daar soepel mee”, constateert Fondse. Maar vanuit zijn betrokkenheid bij het Platform voor Freelance Musici hoort hij ook andere verhalen. “In verschillende Friese gemeenten moest een waslijst aan formulieren worden meegestuurd, van de aanslag rioolrechten tot een polis opstalverzekering.” Al verdween het betreffende formulier vol verplichtingen uiteindelijk van de site nadat Fondse er op sociale media aandacht voor vroeg bij staatssecretaris Dennis Wiersma (Sociale Zaken). “Dat kon ik dan wel weer waarderen.”
Steun in het buitenland
Voor sopraan Judith van Wanroij is de situatie weer heel anders. Zij treedt juist veel in het buitenland op: in de laatste week van het jaar in het Zwitserse Basel, bijvoorbeeld. En dat heeft voor- en nadelen. “Het voordeel is dat ik in elk geval nog kán optreden. Maar het voortdurende testen geeft ook steeds onzekerheid. Als ik het land niet in kan, of als er een optreden wordt afgezegd, vallen die inkomsten weg.”
Wat haar vooral opvalt zijn de internationale verschillen. “In Frankrijk kunnen artiesten aanspraak maken op een chômage partiel”, benadrukt ze. Een regeling waarbij artiesten via de theaters alsnog voor vijf uur per dag doorbetaald krijgen. “Daar mág je ook in feite niet eens zzp’er zijn”, benadrukt Van Wanroij. “Terwijl we in Nederland artiesten steeds vaker in die rol hebben gedwongen, omdat vaste contracten zijn opgezegd. En dan zeggen we nu: los het zelf maar op.”
Van Wanroij redt het zelf redelijk, mede dankzij haar internationale inkomsten. “Over het geld dat ik daar verdien, betaal ik dus wél in Nederland belasting. Terwijl de overheid hier in feite tegen de culturele sector zegt: een compensatie voor gederfde inkomsten? Dat kan niet met jouw beroep.” En dan zijn er, benadrukt Van Wanroij, ook nog mensen die zeggen: ‘maar het is toch je hobby?’ “Nee, mijn hobby is op de bank voor de tv hangen. Muziek is mijn passie. Ik heb daarvoor gestudeerd. Als iedere artiest nu noodgedwongen iets anders gaat doen, blijft er geen culturele sector meer over.”
Tozo-regeling werd strenger
Coronasteun voor zzp’ers werkt al sinds het begin van de pandemie op een andere manier dan voor mensen in loondienst. Werkgevers in getroffen sectoren konden en kunnen aanspraak maken op de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). Zij worden dan grotendeels gecompenseerd in de loonkosten, zodat zij salarissen door kunnen betalen.
Zzp’ers konden tot 1 oktober gebruik maken van de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo). Die vult de inkomsten echter niet tot het normale niveau aan: zzp’ers krijgen een soort bijstandsuitkering van de gemeente, waarmee hun inkomen wordt aangevuld tot het sociaal minimum.
De voorwaarden daarbij zijn gaandeweg strenger geworden. Na de eerste Tozo-ronde werd er een partnertoets ingevoerd: zzp’ers die dankzij het inkomen van hun partner alsnog boven het bestaansminimum uitkwamen, kwamen niet langer in aanmerking. Sinds 1 oktober is de Tozo vervangen door de op zich redelijk vergelijkbare Bijstand voor Zelfstandigen (Bbz). Dat bracht wel weer een aanscherping met zich mee: gemeenten moeten nu ook de levensvatbaarheid van een zzp-bedrijf controleren.
Bij de eerste Tozo-ronde, toen de partnertoets nog niet gold, kregen meer dan 300.000 mensen een uitkering. Door de toets en minder zware maatregelen zakte dat aantal daarna snel, al kwam het in de vorige winter weer ruim boven de 100.000 terecht. Hoeveel zzp’ers nu een beroep doen op de Bbz, is nog niet bekend: de lockdown is nog vrij vers, waardoor aanvragen nog volop binnenkomen bij gemeenten.
Lees ook:
Terugblik in cijfers: zoveel coronahulp betaalde de overheid aan loonkosten, huur en inkomstenverlies
De noodsteun van de overheid heeft ervoor gezorgd dat faillissementen zijn voorkomen, banen zijn behouden en huren zijn betaald. Een terugblik in cijfers.