Behoefte om te ‘verthuizen’ levert flinke winst op voor woonwinkels

Een nieuwe keuken plaatsen of de eethoek upgraden; de consument heeft er weer zin in. Het gaat dan ook goed met de woonbranche. Inretail, de brancheorganisatie van winkels, kwam gisteren met de jaarcijfers en wat blijkt: de omzet van woonwinkels is gestegen met gemiddeld 5,3 procent ten opzichte van het jaar daarvoor.

Dat is niet geheel volgens de verwachting. Het jaar daarvoor steeg de omzet namelijk met een magere 0,2 procent. De oorzaak werd gezocht bij de krappe huizenmarkt, met het credo: wie geen huis koopt, behoeft ook geen nieuwe meubels. Inretail-specialist Bert-Jan van der Stelt zag de toekomst somber in. Dat de omzet nog zo kon stijgen, had hij een jaar geleden niet verwacht.

De huizenmarkt is nog steeds krap, het kopen van een huis blijft moeilijk, en toch tasten consumenten weer in de buidel voor de aanschaf van een nieuwe bank of een badkamer. Hoe heeft dat kunnen ­gebeuren? Het koopgedrag van de consument is nu te danken aan iets anders. Er lijkt een behoefte ontstaan om het interieur een upgrade te geven. Ze noemen deze trend in de woonbranche ook wel ‘ver­thuizen’. Van der Stelt omschrijft het in een persverklaring van In­retail als ‘de facelift van het interieur’.

De omzet van meubelaanbieders steeg het hardst met gemiddeld 8,4 procent. De keukenzaken deden het met een omzetstijging van zo’n 4 procent ook niet slecht, maar al iets minder. Vooral de winkels in het ­lage en het hoge segment plukken de vruchten van het verthuizen. ­Zowel prijsstunters als kwaliteits­zaken deden het goed.

Het middensegment blijft enigszins achter met een omzetstijging van 2,9 procent, wat nog steeds vele malen hoger is dan het eerder genoemde percentage van 0,2.