Arbeidsmarkt
Banenplan voor mensen met een beperking is mislukt
De banenafspraak voor arbeidsbeperkten uit 2013 lijkt uit te lopen op een mislukking. De gewenste aantallen worden niet gehaald, erkent nu ook het ministerie van sociale zaken.
Voor het eerst denkt het kabinet zelf dat het de doelen niet haalt op de arbeidsmarkt voor mensen met een arbeidsbeperking. Er zouden 125.000 extra banen voor hen komen in 2025, maar staatssecretaris Bas van ’t Wout schreef de Tweede Kamer deze maand dat de kans groot is dat dat aantal niet wordt bereikt. Het banenplan mislukt.
Er zijn sinds 2012 ruim 58.000 banen gerealiseerd, blijkt uit de meest recente cijfers van het ministerie van sociale zaken, die overigens niet onomstreden zijn. Volgens berekeningen van Cedris, de brancheorganisatie van sociale werkbedrijven, zijn het er niet meer dan 12.000. Hetgeen het ministerie weer ontkent. Zij blijft vasthouden aan die 58.000.
Zelfs als de aantallen van het ministerie kloppen, is dat niet genoeg om aan de 125.000 banen te komen in 2025, blijkt uit onderzoek van het bureau Panteia in opdracht van het ministerie. Dat meldt dat er over vijf jaar maximaal 92.610 extra banen zijn voor mensen met een ziekte of handicap. En volgens Panteia zijn het eerder minder banen dan meer.
Laaghangend fruit
De grootste groei van de beginjaren, toen er nog ambassadeurs waren voor het banenplan die het land in trokken, is eruit. “In het begin gaan dit soort projecten altijd wel aardig, omdat er ‘laaghangend fruit’ is”, zegt hoogleraar economie Bas van der Klaauw. Daarmee bedoelt hij mensen met een lichte aandoening of handicap, die weinig hulp nodig hebben om werk te vinden. “Daarna wordt het steeds lastiger.”
“Ook komt het verloop dat inherent is aan deze groep”, aldus Van der Klaauw. Oftewel, er raken ook mensen hun baan weer kwijt, waardoor er extra hard aan moet worden getrokken om nog groei te bewerkstelligen. “Dus het verbaast mij niet dat het tempo eruit raakt”, zegt de hoogleraar.
De concrete doelstelling om in totaal 125.000 extra banen beschikbaar te stellen voor mensen met een arbeidsbeperking was een van de belangrijkste punten uit het sociaal akkoord dat in 2013 werd gesloten tussen de regering, vakbonden en werkgevers. Toenmalig staatssecretaris Jetta Klijnsma had veel vertrouwen in een inclusieve arbeidsmarkt, en met haar toenmalig minister Lodewijk Asscher.
Baanvindkansen moeten omhoog
Nu concludeert staatssecretaris Van ’t Wout: “Er is nog veel werk te verzetten. Er staan nog te veel mensen met een arbeidsbeperking aan de kant. De baanvindkansen moeten met een factor 1,5 omhoog om tot de 125.000 extra banen te kunnen komen.” Pierre Koning, hoogleraar arbeidsmarkt en sociale zekerheid, zegt: “Iedereen wist in 2015 al dat het heel lastig zou worden om het uiteindelijke doel te halen”.
Van ’t Wout wil de regels omtrent de banenafspraak versimpelen zodat het voor werkgevers eenvoudiger wordt om iemand met een beperking aan te nemen. Volgens Koning moeten vooral gemeenten actiever worden. Zij melden te weinig mensen uit de Participatiewet, die in 2015 is ingevoerd, aan bij het UWV voor dit banenplan. Wie is aangemeld, heeft meer kans op werk, doordat hij of zij bijvoorbeeld in aanmerking komt voor een jobcoach en loonkostensubsidie.
Extra zorg
Er staan naar verwachting in 2025 ongeveer 350.000 mensen in het zogeheten doelgroepregister van het UWV. Dat zijn onder meer mensen die voor 2015 in aanmerking kwamen voor een Wajong-uitkering of een plek op de sociale werkplaats.
Een extra zorg is de coronacrisis. In het tweede kwartaal van dit jaar is het aantal banen voor arbeidsbeperkten voor het eerst sinds 2013 gedaald, met 496. Vanwege de coronacrisis heeft het kabinet 36 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor mensen uit de doelgroep. Van ’t Wout: “Met dit geld kunnen mensen met een beperking van werk naar werk worden begeleid, en als dat niet mogelijk is, zo veel mogelijk werkfit gehouden”.
Lees ook:
De belofte was 125.000 extra banen, maar zeven jaar later zijn het er 12.000
Er zijn de afgelopen jaren minder mensen met een arbeidsbeperking aan werk geholpen dan de jaarlijkse rapportages van het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid laten zien. Dat meldt Cedris, de brancheorganisatie van sociale werkbedrijven.