ColumnPatrick Jansen
Zorgwekkend dat pesticiden ongemerkt de natuur insluipen en doorwerken in de voedselketen
Onderzoekers van het Louis Bolk Instituut spraken afgelopen week van ‘een wake-up call’. In krachtvoer dat ze op acht melkveehouderijen ophaalden vonden ze in totaal zeventig verschillende pesticiden. Twintig daarvan zaten ook in mest die ze achter koeien verzamelden. Sommige waren zeer giftig en zelfs verboden in Europa.
De pesticiden waren meegekomen met ingrediënten voor veevoer, geïmporteerd uit landen waar men het nóg minder nauw neemt met pesticiden dan we hier doen, zoals Brazilië.
De meeste pesticiden werden in lage concentraties gevonden; concentraties die als veilig zijn beoordeeld voor mens en dier. Hun aantal valt bovendien best mee vergeleken bij de 129 die eerder in koeienmest van 23 Gelderse boerderijen werden gevonden. Niks aan de hand dus, zou je zeggen.
Maar mestkevers vertellen een ander verhaal. Hoe meer pesticiden in een koeienvlaai, hoe minder mestkeverlarven erin zitten, vonden de onderzoekers. Eitjes die de vrouwtjes op giftige poep leggen zijn ten dode opgeschreven. Helaas zien mestkevers dit gevaar niet. Hun broedsels mislukken, hun voortplantingssucces gaat achteruit, en zo daalt langzamerhand het aantal mestkevers.
Dat is niet alleen zonde voor de biodiversiteit, het is ook een serieus mensenprobleem. Mestkevers zijn namelijk supernuttige dieren. Veel soorten werken keihard om balletjes poep met hun eitjes in de grond te krijgen. Daarmee maken ze tunnels waarlangs water in de bodem kan doordringen, en brengen ze voedingsstoffen bij de plantenwortels. Ook houden de keverlarven de vliegenmaden die in de poep zitten onder de duim.
Meer insecten op de vlaaien van boskoeien
Zonder mestkevers gaat de recycling van poep veel langzamer. Dat heeft men geleerd in Australië toen daar koeien werden geïntroduceerd, maar de bijpassende mestkevers ontbraken. De koeienpoep hoopte zich op en veroorzaakte milieuproblemen en vliegenplagen. Die verdwenen pas toen de Australiërs mestkevers van andere continenten introduceerden.
Koos Dijksterhuis schreef al eens dat hij op de vlaaien van boskoeien, die geen krachtvoer krijgen, veel meer insecten zag dan op die van melkkoeien in de wei. Toch vindt men zelfs in natuurgebieden hoge concentraties pesticiden in de poep: ontwormingsmiddelen. Die maken de mest giftig voor mestkevers tot wel vier maanden na toediening.
Het effect op de insecten is te zien. In onderzoek dat een student met mij deed vonden we een hogere mestkeveractiviteit in natuurgebieden waar de paarden en runderen nooit werden ontwormd, dan in vergelijkbare gebieden waar dat wel gebeurde.
Gelukkig staan steeds meer natuurbeheerders die paarden en runderen inzetten geen ontwormingsmiddelen meer toe. De dieren ontwormen dan zichzelf door bepaalde kruiden te eten, zoals boerenwormkruid. En dat werkt prima.
Opruimplicht voor hondenpoep in natuurgebieden
Daarmee is het probleem nog niet verdwenen. Ook honden krijgen preventief ontwormingsmiddelen die tijdens het uitlaten in natuurgebieden terechtkomen. Eigenlijk zou ook hier een opruimplicht voor hondenpoep moeten gelden.
Ach, het is maar poep, denkt u misschien, en het zijn maar mestkevers. Maar welke mestkeversoorten ergens voorkomen en hoeveel, zegt iets over de gezondheid van een systeem. Het is zorgwekkend dat pesticiden onbedoeld en ongemerkt de natuur insluipen en doorwerken in de voedselketen, met recht een wake-upcall.
Die doorwerking is nu een blinde vlek bij het toestaan van pesticiden voor gewasbescherming of als medicijn, en dat zal echt moeten veranderen. Laten we beginnen ervoor te zorgen dat alle poep in natuurgebieden schoon is, en daarna die erbuiten. Niet alleen voor de mestkevers, maar voor het hele ecosysteem dat via vele schakels met die mestkevers verbonden is.
Patrick Jansen is ecoloog en universitair hoofddocent in Wageningen en schrijft voor Trouw om de week een column. Eerdere afleveringen vindt u hier.