ReportageCirculair

Zonnepanelen, recyclebaar en niet al te zwaar, het kán

Gerard de Leede rangschikt de zonnepanelen. Beeld Merlin Daleman
Gerard de Leede rangschikt de zonnepanelen.Beeld Merlin Daleman

Anderhalf miljoen Nederlandse huishoudens hebben inmiddels zonnepanelen, binnen vijf jaar zal dat naar verwachting verdrievoudigen. Maar wat te doen met alle afgedankte panelen? Volledig recyclen, vindt Solarge, een nieuwkomer in de markt. De eerste stappen zijn gezet.

Annelies Roon

De bescheiden productiehal achter een rijtje woonhuizen langs een Eindhovens spoor oogt wat verlaten. Drie jonge mannen rommelen wat aan een werkbank en lopen heen en weer met plaatmateriaal. “Degene die het soldeerwerk doet is ziek naar huis gegaan, dus we kunnen vanmiddag niet zoveel”, zegt een van hen haast verontschuldigend tegen de fotograaf, die een actieplaatje probeert te schieten.

In een zijkamer snijdt een machine in een zondags tempo een grote plaat kunststof tot de gewenste afmetingen. Op het buitenterrein achter de productieruimte staat een proefopstelling met panelen en liggen stapels afgekeurd materiaal “Wat hier ligt, is het afval van de afgelopen twee jaar”, zegt Gerard de Leede. “We produceren nu alleen nog voor proefprojecten en er gaat 5 tot 6 procent van het materiaal verloren. Er hoeft maar een klein scheurtje in te zitten en een zonnecel is onbruikbaar.”

Ontworpen voor hergebruik

De Leede is CTO, chief technology officer, bij Solarge en raakt al aardig gewend aan het te woord staan van de pers. De ‘eerste circulaire zonnepanelen ter wereld’ beginnen aandacht te trekken, eerst en vooral van zogenoemde solar projectontwikkelaars. Grote jongens als Eneco, Engie en GroenLeven hebben samen alvast zo’n 60.000 panelen in bestelling. Maar voorlopig rollen er nog maar tien per dag van de – nu nog spreekwoordelijke – band. “Het lastige van traditionele zonnepanelen van aluminium en glas is dat de grondstoffen vervuild raken zodra je ze uit elkaar probeert te halen”, legt De Leede de vinger op de zere plek. “Onze panelen zijn ontworpen voor volledige recycling.”

Solarge maakt kunststof panelen van vezelversterkte thermoplastische polymeren. Een behoorlijk technisch verhaal, maar het eindresultaat klinkt haast te mooi om waar te zijn. De zonnecellen leveren een rendement dat vergelijkbaar is met de nu geldende standaard, maar doordat ze worden geplaatst op een kunststof backplate zijn ze eenvoudiger uit elkaar te halen en volledig te recyclen. Daarnaast zijn ze makkelijker te monteren, is er minder CO2-uitstoot bij de productie én zijn de panelen ruim de helft lichter. Dat laatste aspect maakt ze extra aantrekkelijk, volgens de technisch directeur. “Gewicht is hoofdoorzaak nummer één waarom zonneprojecten op daken worden afgeblazen. Agrariërs of ondernemers met productiehallen willen hun dakruimte graag gebruiken voor het opwekken van zonne-energie, maar lopen er tegenaan dat het dak het gewicht van de panelen niet kan dragen. Met deze panelen kan dat wel.”

Complex samenspel

Als de kunststof panelen zoveel voordelen hebben, waarom liggen de daken (en de bouwmarkten) er dan nog niet mee vol? Tja, heb je even? Als antwoord schetst De Leede een complex samenspel van toeleveringsketens en producttests. Van enthousiaste afnemers en financiers die garanties willen. Maar ook van goede bedoelingen die gefnuikt worden door handelsoorlogen, grondstoffentekort en arbeidsuitbuiting.

De Leede: “Een zonnepaneel bestaat grofweg uit twee componenten: de zonnecellen zelf en de ‘verpakking’ ervan. De zonnecellenmarkt wordt voor een belangrijk deel gedomineerd door China. Ruim 90 procent van de productie van de grondstoffen komt daar geheel of gedeeltelijk tot stand door dwangarbeid van Oeigoeren in ‘heropvoedingskampen’. Daar liggen we wakker van. Mogen we de energietransitie vrolijk door laten gaan en panelen met overheidsgeld laten subsidiëren als dergelijke praktijken nog gangbaar zijn? Onze leverancier is volgens de hoogste standaard gecertificeerd, wat moet betekenen dat de cellen die wij gebruiken niet door dwangarbeid geïnfecteerd zijn. Je kunt niet alles controleren, dus daar moeten we dan maar op vertrouwen.”

‘Dit gaat lukken’

In de tweede component van het paneel, de ‘inpakking’ van de zonnecellen, schuilt het geheim van Solarge. Of eigenlijk van kunststoffenproducent Sabic, die met kennis uit de auto-industrie lichtgewicht panelen ontwikkelde. De Leede kreeg de vinding van deze kunststofgigant uit Saoedi-Arabië onder ogen toen hij nog CTO was bij bouwbedrijf Heijmans. De analyses overtuigden hem meteen: dit gaat lukken. Hij legde contact met TNO en kennisinstituut Solliance, en sprong samen met zakenpartners Jan Vesseur en Huib van den Heuvel ‘op een rijdende trein’.

“De ontwikkelingen die we moeten bijbenen gaan razendsnel”, zegt CEO Vesseur, die zich later bij het gesprek voegt. “Gelukkig hebben we aan alle kanten de wind mee. Tot een jaar geleden moesten we iedereen nog uitleggen waarom het goed is om ook binnen Europa zonnepanelen te gaan produceren; nu ziet iedereen dat we onszelf minder afhankelijk moeten maken van markten die we niet kunnen beïnvloeden en met andere spelregels werken.”

Ook de noodzaak van de energietransitie én van circulariteit wordt steeds breder erkend. Vesseur: “De klimaatvoetafdruk bij productie wordt superbelangrijk. De Unilevers van deze wereld zijn de drijvende kracht achter die transitie. De vraag naar gerecycled kunststof explodeert. Sabic is bezig hiervoor een fabriek op te zetten, maar verwacht de vraag meteen na opening al niet aan te kunnen.”

Toch hoopt Solarge straks, wanneer de productie op volle toeren draait, de panelen meteen van gerecycled kunststof te kunnen produceren. “Dat is waar we naartoe willen” zegt De Leede. “Nu werken we nog met gepatenteerd virgin (nieuw geproduceerd, red.) materiaal, maar we willen uiteindelijk ook afvalstoffen uit de consumentenmarkt als grondstof gaan gebruiken. Tuinstoelen bijvoorbeeld, en bumpers.” Vesseur: “Wanneer we onze panelen eindeloos recyclen, hebben we een soort perpetuum mobile van energie gecreëerd.”

Kat uit de boom

Van tien panelen per dag naar eindeloos recyclen is nog een flinke stap. Om te beginnen heeft Solarge een kleine 10 miljoen euro nodig voor een eerste hoogvolumefabriek waar 24/7 geproduceerd kan gaan worden: twee panelen per minuut, tweeduizend panelen per dag. De helft van het geld is al toegezegd door financiers, over de andere helft ‘lopen gesprekken in een vergevorderd stadium’. Nu de vereiste certificering van de panelen onlangs rondkwam, zijn beide oprichters ‘zeer optimistisch’ dat de gedroomde fabriek er binnen niet al te lange tijd komt. Tot dusverre is alles gefinancierd met durfkapitaal, leningen en subsidies. “De puzzel is nu hoe we investeerders daadwerkelijk in durven laten stappen. Iedereen kijkt het liefst eerst de kat uit de boom, maar elke maand die we moeten wachten, is er wat ons betreft één te veel.”

En hoe zit het met concurrentie? In een groeimarkt als deze zullen meer spelers een poging wagen om mee te liften op deze kunststof vernieuwing. “Ik zou me zorgen maken als je een vinding hebt die niemand na wil maken”, glimlacht Vesseur. Dus ja, die concurrentie, die is druk bezig. “Het grote verschil”, benadrukt De Leede, “is dat de concurrentie nog werkt met kunststoffen die Pfas bevatten. Daar komt binnenkort een ban op in de hele EU. Onze panelen zijn de enige kunststof panelen zonder Pfas. Wat dat betreft hebben we, samen met onze kunststofproducent, een jarenlange voorsprong.”

Lees ook:

Als zonnepanelen worden afgedankt veroorzaken ze nu nog een nieuwe afvalstroom, tot de recycling verbetert

Oude zonnepanelen vormen een nieuwe afvalstroom in Nederland. Ze gaan voor demontage de grens over. Recycling in eigen land wordt pas op termijn commercieel interessant voor bedrijven.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden