Zo maakt Nederland zich klaar voor het einde van de benzine-auto
Vanaf 2030 mogen er in Nederland geen nieuwe auto’s meer worden verkocht die broeikasgas uitstoten.
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk doen het vanaf 2040. In Noorwegen is het al in 2025 zover. En in Nederland mag er vanaf 2030 geen nieuwe benzine- of dieselauto meer worden verkocht. Het komende kabinet zegt in het regeerakkoord ernaar ‘te streven’ dat vanaf dat jaar alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. Daarmee komt het verbod op nieuwe benzine- en dieselauto’s in Nederland vijf jaar eerder dan in het energie-akkoord van 2013 was afgesproken.
De consequenties zijn enorm. Autofabrikanten moeten hun productielijnen rigoureus omgooien, pomphouders moeten zich bezinnen. En de consument vraagt zich af wanneer hij definitief op de elektrische auto zal overstappen.
Tom Huyskens van branche-organisatie Bovag denkt dat de overgang geleidelijk gaat. Hij wijst erop dat van de huidige 8 miljoen personenauto’s 120.000 geheel of gedeeltelijk elektrisch zijn. “Per jaar komen er 400.000 nieuwe auto’s de weg op. Daarvan zijn er slechts een paar duizend deels of helemaal elektrisch. Zo bezien zullen er ook na 2030 nog veel benzine-auto’s rijden.”
Volgens Huyskens is de snelheid waarmee benzine- en dieselauto’s worden vervangen een afweging van een reeks zaken. Zo spelen – los van milieu-overwegingen – verschillen in aanschafprijs een rol, de verwachte waarde bij verkoop en de verbruikskosten. En het verschil in gemak.
'Weinig keus'
“Voorlopig heeft de gewone consument die een nieuwe auto wil kopen weinig keus”, zegt Huyskens. “De goedkoopste vol-elektrische auto kost nu minimaal 35.000 euro, al worden ze snel goedkoper.” En het is maar de vraag of een elektrische auto tweedehands veel oplevert. “Over tien jaar is de huidige generatie elektrische auto’s volledig ingehaald door auto’s met een veel hogere actieradius.”
De tweedehandsmarkt voor benzine-auto’s blijft volgens Huyskens voorlopig op peil. “Die auto’s mogen ook na 2030 blijven rijden. En anders is er nog de buitenlandse markt waar andere regels gelden.”
Als het gaat om gebruikskosten spelen fiscale prikkels een grote rol. Deze beperkten zich tot nu tot zakelijke rijders. Op hybride auto’s gold tot 2015 een bijtelling van slechts 7 procent. Inmiddels is de bijtelling gelijk aan gewone brandstofauto’s en is de verkoop van hybride auto’s stilgevallen. “Op vol-elektrische auto’s is de bijtelling 4 procent, maar toch rijden er hiervan nog maar zo’n 18.000 rond”, zegt Huyskens.
Verleiden
Directeur Geertje van Hooijdonk van Natuur en Milieu vindt dat de overheid de privérijder moet verleiden om elektrisch te rijden. “We moeten nu de particuliere markt stimuleren. Zo pleiten wij voor een aanschaf-subsidie voor nieuwe auto’s.”
Tegelijk blijkt dat veel zakelijk gebruikte elektrische auto’s als tweedehands naar het buitenland gaan. “Die zouden we hier moeten houden door een koper van een tweedehands-auto een laad-tegoed van bijvoorbeeld 1000 euro te geven.”
En dan speelt het gemak. De actieradius van een elektrische auto is nu circa 150 kilometer, tegen 500 kilometer of meer van een benzine-auto. Maar actieradius zegt niet alles: steeds meer Europese steden sluiten hun centra voor (oude) benzine- en dieselauto’s.
Wel is het aantal laadpalen nog beperkt, zeker Europees gezien. Nederland telt zo’n 30.000 openbare laadpalen, waarvan de helft niet volledig publiek toegankelijk. Het opladen van de auto met zo’n paal duurt bovendien lang, zo’n vier uur. Met een snellaadpaal kan dit binnen een half uur. Hiervan zijn er nog maar 800.
Pepijn Vloemans van Fastned, dat inmiddels zestig snellaadpalen naast traditionele pompstations heeft neergezet, is blij met maatregelen in het regeerakkoord. “Het geeft meer zekerheid over waar het heen gaat. We rekenen op 200.000 vol-elektrische auto’s in 2020 en 1 miljoen in 2025.”
Traditionele partijen zitten ook niet stil. Shell heeft tien pompstations geselecteerd waar er ook snellaadpunten komen. Het concern blijft voorlopig inzetten op alle vormen van energie.