'Zandhonger van de bouw zorgt voor wereldwijde tekorten'
De eindige voorraden olie, biomassa en schoon water zijn een zorg, maar er is een grondstof die nog harder wordt uitgeput: zand.
Er moet dringend werk worden gemaakt van goed wetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van zand, schrijven Europese en Amerikaanse onderzoekers in vakblad Science. Want wat de mensheid nu doet, leidt tot uitputting van voorraden, aantasting van biodiversiteit, gezondheidsproblemen en georganiseerde misdaad.
Voor zijn gebouwen, wegen en bruggen heeft de mens inmiddels jaarlijks twintig keer zoveel grondstoffen nodig als een eeuw geleden. En de belangrijkste ingrediënten zijn zand en grind. In de infrastructuur wordt nu per jaar een kleine 30 miljard ton zand en grind verwerkt. Dat is 4 ton per hoofd van de wereldbevolking.
Dat getal zal verder oplopen, voorspellen de onderzoekers, niet alleen omdat de wereldbevolking blijft groeien, maar omdat een steeds groter deel daarvan in steden gaat wonen. En er zijn nieuwe, zandvretende, activiteiten. Zo wordt een snel groeiende hoeveelheid fijn zand gebruikt om onder hoge druk olie en gas uit de aardkorst te persen, in een proces dat fracking heet.
Tegenover die groeiende vraag naar zand, staat een krimpend aanbod. Het is misschien moeilijk voor te stellen dat er ooit een gebrek zou kunnen zijn aan zand. Maar niet al het zand is bruikbaar. Woestijnzand, bijvoorbeeld, is te fijn voor de meeste toepassingen. Bovendien kunnen er grote afstanden liggen tussen de plek waar het zand te vinden is en de bouwplaats waar het nodig is.
En op de plaats waar het nodig is, kan het soms door toedoen van de mens soms niet meer gewonnen worden, bijvoorbeeld doordat traditionele wingebieden aan de kust inmiddels zijn bewoond. Het is ironisch: om bewoning mogelijk maken worden grote hoeveelheden zand in zee gestort, waarmee een wingebied voor nieuw zand buiten bereik komt. Singapore is hiervan het schoolvoorbeeld. De autoriteiten daar schijnen er nu over te denken om net als Nederland land te gaan aanwinnen met dijken en polders, in plaats van het storten van grote hoeveelheden schaars zand.
Zandmaffia
De zandschaarste heerst vooral in Azië, continent van ongekende bouwwoede. Van al het zand dat wereldwijd wordt gewonnen, gaat 70 procent naar Azië, schreef vakblad The Economist eerder dit jaar. Het grootste deel daarvan belandt in China, waar tussen 2011 en 2015 32 miljoen huizen verrezen en 4,5 miljoen kilometer weg werd aangelegd.
Schaarste doet zand niet alleen in prijs stijgen, maar leidt ook tot zwarte handel en georganiseerde misdaad. Berucht is de 'Zandmaffia' in India, die verantwoordelijk wordt gehouden voor honderden doden. De omvang van de illegale zandhandel in India alleen wordt geschat op 2 miljard euro per jaar.
De schaarste leidt ook tot ongelijkheid, schrijven de onderzoekers in Science. Een rijk land als Singapore kan zijn zandhonger stillen met import uit andere, armere landen. De pijn van de zandwinning wordt dáár gevoeld, door boeren en vissers, omdat hun kuststreken worden afgegraven.
Zandwinning maakt de kuststreken kwetsbaarder voor erosie en een stijgende zeespiegel. En in delta's, zoals die van de Mekong in Vietnam, komt door zandwinning het zoute zeewater verder landinwaarts, met alle gevolgen van dien voor drinkwatervoorziening en landbouw.
Malaria
Als zand niet aan de kust wordt gewonnen maar in riviergebieden, blijven vaak poelen stilstaand water achter. Het zijn broedvijvers voor ziekteverwekkers. Volgens de onderzoekers is al aangetoond dat die in Iran hebben bijgedragen aan de verspreiding van malaria, en in West-Afrika oorzaak waren van bacteriële infecties.
Tegenover die hele lijst van zekere en onzekere gevolgen staat nog bitter weinig wetenschappelijke kennis, schrijven de onderzoekers. Ze pleiten voor grootscheeps onderzoek. Hun eerste doel is de gevolgen van zandwinning en zandgebruik mondiaal in kaart te brengen. En daarnaast zou de wetenschap moeten helpen om zandgebruik efficiënter te maken, hergebruik te stimuleren en alternatieve bouwstoffen aan te dragen.