Jelles weekdierWasbeer
Welke malloot zou in vredesnaam een wasbeer als huisdier willen?
“Watercrassula (Crassula helmsii) is een overblijvende, altijdgroene moeras- en waterplant die niet inheems is in Nederland, maar oorspronkelijk afkomstig is uit Australië en Nieuw-Zeeland. De plant wordt verkocht als aquarium- en vijverplant.” Dit citaat komt uit een mail van de NVWA. Het gaat over een uit Australië afkomstig moerasplantje dat hele waterpartijen overwoekert. Een plant is een fremdkörper in deze dierenrubriek, maar watercrassula is ook een vreemdeling in onze natuur. Het gewoeker veroorzaakt ecologische schade en het plantje wordt daarom bestreden; dat kost geld, wat economische schade oplevert.
Dit is eigenaardig: om de economie te bevorderen, in dit geval van de handel in vijverplanten in tuincentra, wordt zonder veel scrupules zowel economische als ecologische schade veroorzaakt. En watercrassula is niet het enige voorbeeld. Ons land – en voor vrijwel alle andere landen geldt hetzelfde – zit in toenemende mate vol soorten die er niet thuis horen en waartegen de lokale ecosystemen niet zijn opgewassen. Die soorten zijn vaak willens en wetens geïntroduceerd, soms uit sentimentele overwegingen – denk aan de huismussen in de Verenigde Staten – maar vaker uit commerciële overwegingen, zoals de genoemde watercrassula. Ooit werden pluizige pelsdieren hierheen gehaald zoals de muskusrat, de nerts en de wasbeer, als basismateriaal voor de bontindustrie. De muskusratten ontsnapten een eeuw geleden uit een bontfarm in Tsjechië, overspoelden al gatengravend het continent en zorgen voor miljoenenschade. Nertsen die zijn ontsnapt of ‘bevrijd’ duiken in diverse landen in het wild op en nu is ook de wasbeer bezig met een gestage kolonisatie van delen van West-Europa.
In Vught lag een wasbeer te slapen
Dat laatste feit haalde afgelopen week tweemaal het nieuws. Er lag in Vught een wasbeer te slapen op een boomtak en een andere wasbeer werd er in een kippenhok aangetroffen, doodgemoedereerd slapend in het kippenstro na eerder een kippetje te hebben verorberd. De wasbeer die in de boom sliep is gelukkig niet doodgeschoten maar verdoofd en opgevangen door Stichting Aap. Het lot van de kippendief is mij onbekend.
Wasberen behoren tot de roofdieren of Carnivora en daarbinnen tot de kleine familie der Procyonidae. Er zijn maar drie soorten wasberen, waarvan de gewone wasbeer Procyon lotor verreweg de algemeenste soort is. Ze komen oorspronkelijk uit Noord- en Midden-Amerika, maar zijn tegenwoordig ook verspreid geraakt in Japan, de Kaukasus en West-Europa met de nadruk op Duitsland en omliggende landen. In Nederland zijn vele tientallen waarnemingen van wasberen gedaan, vooral uit Limburg; ze ontbreken (vooralsnog) alleen in de drukke Randstad. Volstrekt bizar is het feit dat je dit soort dieren als huisdier mag (of mocht) houden. Welke malloot zou er nou in vredesnaam een wasbeer als huisdier willen? Toegegeven, ze zien er uit als een pluchen knuffelbeest uit de speelgoedwinkel, maar het zijn en blijven roofdieren.
De NVWA over de watercrassula: ‘Geadviseerd wordt om maatregelen te nemen of te stimuleren zodat nieuwe vestiging en verdere verspreiding wordt tegengegaan, bijvoorbeeld door het tegengaan van de handel en uitzetten van deze plant’. Om toch met een diersoort te eindigen: hoe zat het met het kalf en de put?
Jelle Reumer is paleontoloog. Voor Trouw bespreekt hij iedere week een dier dat het nieuws haalt.