We moeten af van de wegwerpeconomie
De overgang naar schone energie legt een groot beslag op grondstoffen. De regering moet dan ook harder trekken aan een circulaire economie, vinden Bas Eickhout en Richard Wouters.
Het klimaatverdrag van Parijs luidt het einde van het fossiele tijdperk in. Om de opwarming van de aarde tot de afgesproken 1,5 à 2 graden te beperken, zullen we tussen nu en 2050 volledig moeten omschakelen op schone energie.
Door onze energie te halen uit zon, wind en stromend water sparen we niet alleen het klimaat, maar ook de volksgezondheid en de natuur. De transitie van fossiele naar schone energie voorkomt jaarlijks miljoenen sterfgevallen door luchtvervuiling. Ook ecosystemen hebben betere overlevingskansen als er een einde komt aan de giftige uitstoot van kolen- en gascentrales.
Tegenover de vele voordelen van schone energie staat een nadeel: er zijn meer materialen voor nodig. De energie in zon, wind en water is immers minder geconcentreerd dan die in fossiele brandstoffen. Er is een heel park aan windmolens nodig om één kolencentrale te vervangen.
Auteurs:
Bas Eickhout, Europarlementariër GroenLinks
Richard Wouters, medewerker Bureau de Helling, het wetenschappelijk bureau van GroenLinks.
Economie op de schop
Sommige van de materialen voor schone energietechnologie, zoals koper en molybdeen, zijn nu al schaars. De winbare voorraad van deze metalen in de aardkorst is waarschijnlijk wel voldoende om de energietransitie te voltooien, maar we moeten voorkomen dat toekomstige generaties achter het net vissen. Zij hebben evenveel recht op de hulpbronnen van de aarde als wij.
Daarom moet onze economie op de schop. We leven nu in een wegwerpeconomie. We halen grondstoffen uit de aarde om producten te maken. Die producten worden (te snel) weer afgedankt en als afval gestort of verbrand. De grondstoffen gaan verloren in het milieu. Ze vervuilen bodem, water en lucht.
Circulaire economie
Dit lineaire economische model is onhoudbaar. Als we onze nakomelingen een leefbare aarde met voldoende grondstoffen willen nalaten, moeten we overgaan naar een ander model: de circulaire economie. In zo'n economie bestaat er geen afval, maar krijgen grondstoffen telkens een nieuw leven. Kringlopen worden gesloten, vervuiling voorkomen.
In een circulaire economie zijn we zuinig op materialen zoals metaal. Zo hebben onderzoekers onlangs een mast voor windturbines ontwikkeld die toe kan met 35 procent minder staal. Schaarse metalen vervangen we zoveel mogelijk door metalen die minder schaars zijn: koper in stroomdraden kan plaatsmaken voor aluminium. Ten slotte moeten we alle metalen gaan hergebruiken. Van het afgedankte koper gaat nu nog de helft verloren, van molybdeen zelfs twee derde. Dat is nodeloze verspilling.
Tekst loopt door onder foto.
Kringloopplannen EU
De energietransitie is half werk als we niet tegelijk ijveren voor het sluiten van materiaalkringlopen. Vandaag krijgt Nederland de kans om een impuls te geven aan de circulaire economie. Onder voorzitterschap van staatssecretaris Dijksma buigen de Europese milieuministers zich over de kringloopplannen van de Europese Commissie. Die plannen gaan in de goede richting, maar zijn onvolledig. Zo ontbreken hergebruikdoelen voor de meest schaarse metalen.
Dijksma verzet zich helaas juist tegen het voorstel om driekwart van het aluminium verpakkingsafval te hergebruiken. Een bizar standpunt, want zo blijven we materialen én energie verspillen. Het delven en smelten van aluminiumerts (bauxiet) kost twintig maal zoveel energie als het hergebruiken van aluminium.
Na de klimaatdoorbraak van 'Parijs' is het meer dan ooit zaak om de energietransitie te verbinden met de circulaire economie. Voor beide uitdagingen moet gelden: met volle kracht vooruit!