Loonkloof
Waarom vrouwen op het werk minder gewaardeerd worden
Minister Karien van Gennip van sociale zaken onderneemt niet veel om de loonkloof tussen mannen en vrouwen op te heffen. Dat kan grote maatschappelijke gevolgen hebben, zeggen deskundigen.
Ze ging in 1990 als een van de eerste gynaecologen in opleiding met zwangerschapsverlof. Toen Marian Mourits terugkwam - ze promoveerde ook - was haar promotieplek plots vergeven. Zonder overleg.
Inmiddels zijn vrouwelijke gynaecologen in de meerderheid. Ondanks die enorme toename worden vrouwen binnen haar veld nog steeds onvoldoende op waarde geschat, zegt Mourits. Leden van de raden van bestuur, hoogleraren, directeuren, afdelingshoofden. Het zijn voornamelijk mannen die de hoge functies bekleden, ziet ze. “Zet je twee dezelfde cv’s van een man en een vrouw naast elkaar, dan is het vaak de man die het voordeel van de twijfel krijgt.”
Onacceptabel en discriminerend, zei een stellige minister Karien van Gennip vorige week over ongelijke behandeling op de werkvloer. En ook nog eens bij wet verboden.
Een probleem dat al lang speelt
De minister van sociale zaken reageerde daarmee op Kamervragen over stagnerende lonen in beroepen waar veel vrouwen werken. Maar tot teleurstelling van deskundigen leidt die aanvankelijke stelligheid van Van Gennip alweer niet tot de aanpak van het probleem. En dat probleem speelt al lang. Vijftig jaar terug kaartte de Franse socioloog Évelyne Sullerot het al aan: neemt het percentage vrouwen in een beroepsgroep toe, dan daalt de sector als geheel in aanzien en gaan ook de lonen omlaag.
Het gebeurde in het onderwijs, maar ook huisartsen, verpleegkundigen, rechters, officieren van justitie en bepaalde medisch specialisten kampen met dalende lonen of tanende waardering nu zij te boek staan als typisch vrouwenberoep. Onderzoeker Joey Tang van de Universiteit Maastricht concludeerde vorig jaar dat die loonkloof voor een belangrijk deel het gevolg is van discriminatie.
In het verleden wezen economen het deeltijdwerk meermaals als boosdoener aan. Maar ook als vrouwen fulltime werken, verdienen ze minder dan hun mannelijke collega’s, ontdekten Tang en zijn collega-onderzoekers. En zelfs als vrouwen net zoveel cursussen en opleidingen volgen als hun mannelijke collega’s, blijft hun loon volgens de onderzoekers achter.
Ga dan werken in een sector waar de lonen hoger liggen, wordt weleens gezegd. Maar ook dat neemt het loonverschil niet weg. Want juist in typische masculine en goed betalende bedrijven is de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter, ontdekten de onderzoekers. Daar verdienen vrouwen 10 procent minder dan mannen. In sectoren waar veel vrouwen werken, is het verschil met 7,5 procent kleiner.
Het loonverschil kan niet verklaard worden door andere variabelen
Aan de telefoon is Tang wat voorzichtig als het woord discriminatie valt: “Als wetenschapper hou ik een slag om de arm. Maar het loonverschil kan niet verklaard worden door andere variabelen.” Juist die wetenschappelijke voorzichtigheid grijpt minister Van Gennip aan om discriminatie als oorzaak in twijfel te trekken. Want, zegt ze, ongelijke behandeling is dan wel bij wet verboden, maar het “lijkt lastig om causale verbanden te leggen in dergelijk onderzoek”.
De minister wil daarom verkennen of verder onderzoek noodzakelijk is. Ook zegt ze dat de Europese richtlijn om loonstrookjes transparanter te maken het verschil in salaris enigszins kan verhelpen. Van Gennip wil deze richtlijn dan ook zo spoedig mogelijk in Nederland invoeren. En ze wijst erop dat Nederland, ook na Europese wetgeving, het betaalde ouderschapsverlof heeft verruimd tot negen weken.
Teleurstellend, noemt econoom Sophie van Gool de reactie van de minister. Door zo mistig te reageren, erkent Van Gennip het probleem van de loonkloof niet, zegt zij. “Zo houdt ze het probleem in stand. Nu geeft ze het signaal af dat het niet heel belangrijk is. Andere dingen hebben prioriteit.”
Daarnaast maakt Van Gennip goede sier met oplossingen die niet uit de koker van het kabinet, maar van de Europese Unie komen. Die lossen het probleem ook niet direct op, meent Van Gool. Als werkgever van onder andere leraren, rechters en officieren van justitie zou de overheid de lonen omhoog kunnen gooien en de arbeidsomstandigheden kunnen verbeteren.
Kennis en vaardigheden worden mogelijk onvoldoende benut
Blijft de loonkloof bestaan, dan kan dat maatschappelijke gevolgen hebben, zegt onderzoeker Tang. Vrouwen die onvoldoende waardering krijgen van hun werkgever zetten zich namelijk minder hard in, zegt Tang. Daarmee worden hun kennis en vaardigheden mogelijk onvoldoende benut, aldus de onderzoeker.
In het medische veld zijn het nog altijd vooral de mannen die een oeverloos zelfvertrouwen hebben, zegt gynaecoloog Mourits. “Loopt er een arts door de ziekenhuisgangen, dan kan ik soms al raden welk medisch specialisme hij of zij heeft. Cardiologen en chirurgen, dat zijn vaker mannen, stappen met een bepaalde air de gangen door. De wereld is van hen. Gynaecologen en kinderartsen, vaak vrouwen, zijn bescheidener, behoedzamer, voorzichtiger in hun bewoording ook.”
Nog altijd maakt Mourits zich hard voor gelijke waardering binnen de geneeskunde. En dat is ‘a hell of a job’. Maar opgeven? Dat niet. Dat proefschrift kwam er uiteindelijk toch, zegt ze nu - als hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Lees ook:
Meer vrouwen, minder aanzien?
In sommige beroepen zijn vrouwen momenteel zo in opmars dat ze de mannen in aantal overtreffen. De situatie leidt tot discussie. Volgens de critici zou het aanzien van bepaalde beroepsgroepen hierdoor afnemen. Ook zouden vrouwen minder ambitieus zijn.