Paprikateler Hans van der Waal.

Pesticiden

Waarom is het zo moeilijk om te stoppen met gif spuiten?

Paprikateler Hans van der Waal.Beeld Rosalie van der Does

Landbouwgif schaadt de gezondheid en verstoort de natuur. Het gebruik van pesticiden moet daarom omlaag. Maar waarom is het zo moeilijk om te stoppen met spuiten?

Onno Havermans

Michel van Andel is geërgerd. De hoeveelheid gif op aardappelen, aardbeien en radijsjes neemt niet af maar toe, stond in de krant. Die nam dat bijna letterlijk over uit een persbericht van Pesticiden Action Network (PAN) Nederland, moppert de akkerbouwer uit Emmeloord. Wat er staat is niet controleerbaar, stelt hij, en het zegt niets over de toxiciteit van gebruikte middelen. Toch vroegen mede-kerkgangers hem of zijn groenten wel gezond zijn.

Van Andel is een boer met een mening, die op ‘de bloggende boer’ zijn gedachten en frustraties van zich afschrijft, zoals hij het zelf noemt. Overstappen van gangbare op biologische landbouw ziet hij niet zitten; dat legt te veel beperkingen op in het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Gewasbeschermingsmiddelen noemt hij die, precies om wat ze moeten doen: zijn gewassen beschermen tegen ziektes en plagen. En synthetische middelen zijn niet per se schadelijker dan natuurlijke stoffen, benadrukt hij.

Het gebruik van pesticiden en kunstmest moet de komende jaren drastisch omlaag. Het kabinet legde dat vast in de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 en de Europese Unie deed dat in de Farm to Fork-strategie die deel uitmaakt van de Green Deal. Van Andel vindt dat niet verstandig. Om de natuur te beschermen, de bijen en de bodem, is het beter om te kijken welke middelen het minst schadelijk zijn, zegt hij.

Cocktails van meerdere middelen

Intussen gebruiken Nederlandse boeren al minder gewasbeschermingsmiddelen dan vijf jaar geleden, becijferde het CBS begin 2022. Dat er meer gif zit op aardappelen, groente en fruit klopt dus niet. Wel zitten er resten van steeds meer verschillende stoffen op, zo blijkt uit onderzoek van PAN. Deze organisatie, die synthetische pesticiden wil uitbannen, maakt zich zorgen over cocktails van meerdere middelen op de gewassen.

Over de werking van veel stoffen is nog weinig bekend, zeker van de zogeheten stapelingseffecten, zegt Ad Ragas, hoogleraar humane en ecologische risicobeoordeling van chemische stoffen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. “Alles draait om de toxiciteit. Minder gebruik zegt niets als de gebruikte stoffen veel giftiger zijn”, zegt Ragas. “Boeren zijn van goede wil, die gebruiken die middelen niet voor hun lol. Maar ze hebben de expertise niet om de gezondheid- en milieurisico’s goed te kunnen beoordelen. Ook wetenschappers tasten vaak in het duister over de blootstellingsroutes en werking van stoffen op langere termijn.”

Paprikateler Hans van der Waal gebruikt op zijn bedrijf in Zevenhuizen geen gif maar roofmijten en wantsen om zijn paprikaplanten te beschermen tegen luizen, spint en trips. Beeld Rosalie van der Does
Paprikateler Hans van der Waal gebruikt op zijn bedrijf in Zevenhuizen geen gif maar roofmijten en wantsen om zijn paprikaplanten te beschermen tegen luizen, spint en trips.Beeld Rosalie van der Does

Alle routes en risico’s in kaart brengen, is onbegonnen werk, legt Ragas uit. “Je kunt niet de werking op alle 30.000 insectensoorten testen. Of alle effecten zien van bijvoorbeeld toxiciteit in het oppervlaktewater. Je kunt testen of een watervlo doodgaat of zich niet meer kan voortplanten. Maar of een vis zich anders gaat gedragen, misschien minder angstig wordt en daardoor een gemakkelijke prooi voor predatie, zit niet in een standaardtest. En het is maar de vraag of je in het laboratorium het effect kunt zien dat een middel in het veld zal hebben. Zolang er chemische bestrijdingsmiddelen zijn, zitten er risico’s aan het gebruik.”

Schijnzekerheid en frustratie

Alle toegelaten middelen in de Nederlandse landbouw zijn veilig als ze volgens de voorschriften op de bestemde gewassen worden gebruikt, stelt het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Het Ctgb zou dat niet moeten zeggen, vindt Ragas. “Het leidt tot schijnzekerheid en tot terechte frustratie als achteraf blijkt dat een middel toch niet zo veilig is, zoals bijvoorbeeld het geval was met neonicotinoïden, die voor bijen en andere insecten veel giftiger bleken te zijn dan we in eerste instantie dachten.”

Hoeveel gif, op welke plek op welk moment?

“Een van de grootste problemen waar ik in mijn werk tegen aan loop is het gebrek aan inzicht in het gebruik van pesticiden door boeren”, zegt hoogleraar Ad Ragas. “Officieel moeten ze dat bijhouden, maar de gegevens zijn niet toegankelijk voor derden. Daardoor hebben wij geen toegang tot deze gegevens, en weten wij niet hoeveel van welk middel op welke plek en op welk moment wordt gebruikt. Dat maakt het voor ons als onderzoekers nagenoeg onmogelijk om eenduidige oorzaak-gevolgrelaties te leggen. Weer zo’n voorbeeld waaruit blijkt dat de Nederlandse overheid niets doet om mogelijke schadelijke effecten van pesticiden te onderzoeken. Ik krijg signalen dat Nederland zelfs actief probeert om nieuwe Europese wetgeving tegen te houden die boeren verplicht om een openbare registratie bij te houden van het bestrijdingsmiddelengebruik. Ik vind dat niet minder dan schandalig.”

Bayer wijst er in een reactie op dat de spuitgegevens altijd beschikbaar moeten zijn bij de Nederlandse voedsel- en warenautoriteit NVWA. Akkerbouwer Michiel van Andel zegt: “Wij weten precies wat op welke tijd op welke plek wordt gebruikt, elke boer houdt dat tot op de gram bij. Het is gewoon in te zien. De afnemer van onze producten wil dit ook weten en krijgt een kopie van die registratie. Er is niks geheimzinnigs aan.”

De Europese autoriteit voor voedselveiligheid (Efsa) moet een werkzame stof goedkeuren voordat het Ctgb een middel met die stof kan toelaten. Tot dusver is de beoordeling louter gericht op afzonderlijke stoffen en het effect van toepassing op bepaalde gewassen. Onderzoek naar stapeling – het gebruik van verschillende middelen op hetzelfde gewas of het verstuiven van meerdere middelen in dezelfde omgeving – is er nog nauwelijks. Indicaties dat bestrijdingsmiddelen ook in de natuur terechtkomen zijn niet serieus genomen, zegt Ragas. “Zulke aanwijzingen schreeuwen om nader onderzoek, maar daar wordt door de overheid niet of nauwelijks geld voor vrijgemaakt.”

Ook komen nieuwe middelen, vooral biologische, slechts mondjesmaat op de markt. Het Ctgb, dat voor Europa vaak de beoordeling van ‘groene’ stoffen doet, meldt deze week dat van de 29 stoffen die het momenteel beoordeelt er 20 groen zijn; in 17 gevallen gaat het om micro-organismen zoals bacteriën en in 3 gevallen om plantenextracten. Maar toelating duurt jaren en biologische middelen die effectief zijn en qua kostprijs en gebruikersgemak in de buurt komen van reguliere middelen blijken lastig te maken, zegt producent Bayer. Dat maakte het boeren als Van Andel ook niet makkelijk om af te zien van synthetische middelen.

2030 is kort dag

“Er zijn nu in Nederland zo’n 370 stoffen geregistreerd die kunnen worden ingezet tegen onkruid, ziekte of een plaag”, zegt Christy van Beek, duurzaamheidsmanager bij Bayer. “Het kost ongeveer tien jaar om een stof toegelaten te krijgen, 2030 is dus kort dag voor een omschakeling naar biologische middelen. Omschakelen kost tijd, het is wennen aan andere middelen waarvan de werking minder constant is dan die van chemische middelen. De boer heeft meer kennis nodig, moet meer rekening houden met de omstandigheden. Het vergt ook veel meer van de spuittechniek.”

Van Beek werkte eerder bij de Wageningen Universiteit en zegt dat ze heeft geaarzeld over de overstap naar de chemiereus, waarmee ze wil bijdragen aan de transitie naar een duurzame landbouw. Daarin blijven bestrijdingsmiddelen nodig, zegt ze, ‘want een mislukte oogst is niet duurzaam’. “Doel is om een plaag of ziekte te bestrijden met zo min mogelijk schade voor het milieu. Er wordt veel veiligheid geëist, maar ik mis in het debat het besef dat onze landbouw kwetsbaar is. Een teler zorgt goed voor zijn land want de bodem is belangrijk, ook vanwege de kosten spuit een teler liever minder dan meer.”

Een wereld gewonnen

Precies dat is de instelling van Hans van der Waal, teler van paprika’s in Zevenhuizen. In de tropische warmte van zijn vier kassen, waar de voorjaarsoogst net is begonnen, bestrijden roofmijten en wantsen eventuele luizen, spint en trips. De gifspuit komt er alleen bij als een ziekte plotseling de kop op steekt, en dan gericht op de haard van de besmetting. De paprika’s moeten het hebben van water, licht en kunstmest. “De glastuinbouw heeft al een wereld gewonnen, we gebruiken steeds meer groene stoffen, er is weinig chemie meer over”, zegt Jeannette Vriend, specialist plantgezondheid bij Glastuinbouw Nederland waarbij Van der Waal is aangesloten.

Hoogleraar Ragas pleit voor een strengere beoordeling van pesticiden op gezondheidseffecten en milieuschade en sneller toelaten van veilige alternatieven. “De wetgeving vormt een drempel voor vernieuwing. Niet-chemische stoffen passen daar niet in en de beoordeling is heel complex. Er zijn hele boekwerken die de protocollen beschrijven en de discussie is uitgelopen op een clash tussen de milieubeweging en de industrie, die elkaar met rapporten om de oren slaan. Dat kost veel tijd en het leidt tot schaalvergroting van de industrie, die steeds weer nieuwe stoffen levert. Het wordt tijd voor eenvoudiger regelgeving, en strenger, om onzekerheden te voorkomen.”

Een pandemie van Parkinson

Hoogleraar neurologie Bas Bloem pleit al lang voor strengere normen voor de toelating en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Die kunnen er volgens hem aan bijdragen dat bij mensen de Ziekte van Parkinson ontstaat. “Je moet dus zorgen dat alles in orde is voordat je mensen aan bestrijdingsmiddelen blootstelt”, zegt Bloem.

Hij deelt de zorg over cocktails van middelen die boeren gebruiken. “Die moeten veel beter worden onderzocht. Een collega in California heeft net een onderzoek naar cocktails gepubliceerd; haal je één enkel middel eruit dat je test op muizen, dan ontstaat pas schade bij hele hoge doseringen, maar als je een tweede middel toevoegt blijkt die mix meteen extreem toxisch, en al bij lage doseringen.”

Volgens Bloem komt het landbouwgif in ons voedsel terecht. “Als consument krijg je het binnen. Boeren lopen het grootste risico omdat ze met bestrijdingsmiddelen werken. Ik heb echt met hen te doen want ze doen niks illegaals, ze houden zich aan de wet- en regelgeving. Maar die klopt niet, en diezelfde boeren zijn de voornaamste slachtoffers. En daarna omwonenden van de akkers en velden. Maar ook consumenten. En de blootstelling is langdurig, want je eet je hele leven producten waarop pesticiden zijn gebruikt.”

Bloem doet onderzoek aan het door hem opgerichte Parkinson Expertisecentrum van het Radboudumc, het universitaire ziekenhuis in Nijmegen. Samen met Jorrit Hoff schreef hij vorig jaar het boek De Parkinsonpandemie, over de ziekte die wereldwijd het snelst groeit – al is het in strikte zin geen pandemie want geen infectieziekte. Bij de hersenaandoening sterven zenuwcellen af die normaal dopamine afgeven, een stof die signalen doorgeeft. Een tekort aan dopamine bemoeilijkt de aansturing van de spieren en geeft ook problemen in veel andere domeinen, zoals het denken of de stemming.

Er zijn in Europa inmiddels enkele verdachte stoffen verboden, zegt Bloem. “Maar de normen voor toelating van nieuwe middelen kloppen ook niet. Ik ben hierover in gesprek met het Ctgb (het college voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden), dat wel een ander screeningsbeleid wil, maar er gebeurt niks. Het is druk in Europa, zeggen ze.”

Bloem ging ook in gesprek met producent Bayer. “Ik heb ze gevraagd een onderzoek te financieren. Dan krijg je eerst allerlei omtrekkende bewegingen en dan gebeurt er dus niks. Straks gaan ze zeggen: dat is niet ons middel in die cocktail. En de Europese voedselautoriteit Efsa onderschrijft dat het allemaal veilig is, maar baseert zich op onderzoek dat is gefinancierd door de industrie. Wat de industrie doet is precies wat de tabaksindustrie eerder deed: twijfel zaaien.”

Bayer zegt geen concreet onderzoeksvoorstel van Bloem te hebben ontvangen. Omdat het geen ‘Bayer-specifiek onderwerp’ betreft, zegt het bedrijf hem te hebben doorverwezen naar de Europese industrie-associatie.

Het gebruik van gifstoffen is niet uit te leggen, zegt Bloem, “maar ik vrees dat het nog een lange weg is, die loopt via het Europees Parlement”. Wat er dan moet gebeuren? “Om te beginnen grotere sproeivrije zones en een betere ventilatie in kassen. Middelen die niet volledig veilig zijn onmiddellijk verbieden. En het toelatingsbeleid voor biologische middelen versoepelen.”

Lees ook:

Boeren zijn minder bestrijdingsmiddelen gaan gebruiken, meldt CBS

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de Nederlandse landbouw is volgens het CBS met 11 procent afgenomen tussen 2016 en 2020. Het statistiekbureau baseert dit cijfer op onderzoek onder boerenbedrijven. Zij geven de gebruikte hoeveelheden zelf op.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden